Gevoelstemperatuur gaat flink naar beneden
Morgen gaan de gevoelstemperaturen door een stevige noordoostenwind flink naar beneden naar 0 tot -4 graden. Zeker in het Waddengebied kan het hard waaien met een windkracht 6 tot 7. Het is daarbij ronduit waterkoud met veel bewolking en vooral in het midden en zuiden lichte (mot)regen. In de Limburgse heuvels is kans op natte (smeltende) sneeuw en in de avond kan dat landinwaarts op meer plekken gebeuren.Ondanks de koude noordoostenwind wordt nog steeds geen winterkou aangevoerd en dat komt mede door de klimaatverandering. Van ijsdagen, waarbij de temperatuur het hele etmaal onder nul blijft, is voorlopig geen sprake met morgen middagtemperaturen tussen 2 en 5 graden. Door de koude wind voelt het dus wel aan alsof het licht vriest en dat geldt ook voor dinsdag.
Een neerslaggebied bereikt ons land vanavond en blijft vannacht en morgen over het midden en zuiden liggen. Door de positieve temperaturen valt neerslag voornamelijk als lichte regen of motregen, met uitzondering van de Limburgse heuvels. In Hoog-Limburg valt boven 100 meter natte (smeltende) sneeuw en vanaf 300 meter wordt het wit en is kans op gladheid. Pas op maandagavond kunnen op meer plekken in het oosten en zuiden wat natte vlokken vallen.
Sneeuwkans neemt wel toe
De kans op dat we iets van sneeuw gaan zien stijgt wel deze dagen. Woensdag, donderdag en vrijdag trekken buien met een winters karakter over het land. In de kustgebieden valt voornamelijk regen en is het alles behalve winters. In het binnenland, zeker de hogere gebieden, is de kans op een winters tintje wat groter.
In het midden van het land is de kans op natte sneeuw deze dagen circa 30% en in het oosten en zuiden circa 50%. Zuid-Limburg heeft zo’n 70% kans op sneeuw en daar is de kans op een tijdelijk sneeuwdekje het grootst. Tijdens de nachten stijgt de kans op vorst en dan zou het plaatselijk ook glad kunnen worden.
Winterweer verdwijnt door klimaatverandering
Juist de koude gebieden in Noord- en Oost-Europa en Rusland zijn zo snel opgewarmd, dat tegenwoordig bijna geen kou meer klaarligt in de brongebieden om naar ons land te stromen. Vroeger was dat wel het geval en dan zorgde een noordoostenwind snel voor een winterinval. Deze week gebeurt dat niet door het ontbreken van kou in die hoek van Europa.