30-Daagse: Rustige start, later wisselvalliger

Met nog steeds het hogedrukgebied in onze buurt, vanaf begin volgende week boven de Britse Eilanden, krijgen we te maken met een noordwestelijke stroming. Ofwel, wind vanuit een koudere hoek, die over het nog relatief warme Noordzeewater onze kant op waait. En koudere lucht boven warmer zeewater zijn de ingrediënten voor buien. Gekscherend wordt de Noordzee in het najaar ook wel een kraamkamer van buien genoemd en dat lijken wij de komende tijd ook te gaan merken.

Week 1: maandag 11 t/m zondag 17 oktober: fris, maar geregeld zon

In deze eerste week zien we in de bovenlucht een flinke uitzakker met koudere lucht via Scandinavië naar het oosten van Europa trekken. Een uitloper van een hogedrukgebied ligt ten zuidwesten ervan, van boven het Iberisch Schiereiland over de Golf van Biskaje tot boven de Britse Eilanden. Dichterbij het aardoppervlak ligt een hogedrukgebied boven de Britse Eilanden en deze trekt van west naar oost over onze omgeving en komt uiteindelijk later in de week vrij oostelijk uit, dus deels nog tot boven ons land. Rondom het hogedrukgebied steekt bij ons een noordwestelijke stroming op. In eerste instantie is deze noordwestenwind stevig en wordt er ook frissere lucht mee aangevoerd. Begin van de week wordt het nog maar een graad of 13, en in combinatie met dus ook meer wind zal het soms een beetje guur aanvoelen. Later in de week neemt de wind iets af en warmt het weer iets verder op tot een normale 15 graden voor deze tijd van het jaar. Er is regelmatig ruimte voor de zon, maar met name begin van de week valt ook een aantal buien. In zijn geheel lijkt het wel iets droger te zijn dan normaal in deze tijd van het jaar.

Week 2: maandag 18 t/m zondag 24 oktober: luchtdruk iets omlaag

In deze week wordt het lagedrukgebied boven Scandinavië krachtiger en duwt zowel hoger in de atmosfeer als aan de grond de eerdergenoemde uitloper van hogedruk terug naar het zuiden. Wij komen dan tussen beide systemen in te zitten, met een straffe westelijke stroming in de bovenlucht. Ook aan de grond wordt de wind meer westelijk en hiermee worden geregeld lagedrukgebieden en bijbehorende fronten onze kant opgeblazen. De meeste activiteit lijkt steeds in het noorden te zitten en vooral daar wordt het naar verwachting dan ook iets natter dan normaal. In het zuiden is het iets droger. Met die westelijke wind wordt relatief milde oceaanlucht bij ons aangevoerd en daarmee komt de middagtemperatuur steeds rond of zelfs iets boven normaal uit, rond 13 a 14 graden, met af en toe ook een uitschieter omhoog, tot rond 16 graden.

Week 3 & 4: maandag 25 oktober t/m zondag 7 november: straalstroom boven ons land

Ook in week 3 en 4 zien we weinig verandering in weerkaarten ten opzichte van week 2. Lagere luchtdruk vooral boven Scandinavië en boven de Atlantische Oceaan, en de hogere luchtdruk vooral boven het zuiden van Europa. We blijven in deze weken dus op grens tussen beide luchtsoorten zitten, met de straalstroom vanuit het westen precies boven ons land. De lagere luchtdruk lijkt zich vanuit Scandinavië iets meer richting onze omgeving te verplaatsen, maar de grootste afwijkingen zien we ook dan nog steeds vooral ten noorden van ons. Wel lijkt daardoor niet alleen het noorden van het land dan nog gevoelig voor wat meer neerslag, maar ook de rest van het land. Het blijft verder ook relatief mild, met in beide weken nog steeds middagtemperaturen rond 13 graden en soms een uitschieter omhoog. Omdat de ‘normaal’ voor eind oktober en begin november alweer een stukje lager ligt, rond 11 graden, komen we dus nog relatief hoog uit voor de tijd van het jaar. Het lijkt dus herfstachtig te blijven, met geregeld wat nattigheid en soms flink wat wind, maar ook rustigere momenten tussendoor, met geregeld zon en dan ook weer iets hogere temperaturen. En juist in die rustige intermezzo’s kunnen de nachten juist ineens weer een stuk kouder zijn!

Conclusie

Vooral de eerste week van deze verwachting lijkt dus nog relatief rustig te gaan verlopen onder invloed van een hogedrukgebied. De weken daarna wordt het wisselvalliger, met eerst vooral in het noorden het nattere en onstuimigere weer, later ook in de rest van het land. Qua temperaturen komen we overdag steeds rond of zelfs iets boven normaal uit. Dat geldt ook voor de nachten, maar zodra er een heldere en rustige nacht tussen zit, kan het in deze tijd van het jaar ook ineens flink afkoelen en komt het kwik ’s nachts soms al dichtbij of zelfs net onder het vriespunt uit.