1932: Spaanse zomersneeuw door zware vulkaanuitbarsting
Eerder deze week was er een wat grotere uitbarsting van de vulkaan Stromboli op het Italiaanse eilandje Stromboli. Enige tijd was boven de vulkaan een grote aswolk zichtbaar. De uitbarsting viel echter in het niet bij eerdere uitbarstingen van andere vulkanen, zoals die van Tambora in Indonesië in 1816 en de Quizapú in Chili in 1932. Bij beide uitbarstingen kwam er zoveel vulkaanas in de lucht dat het wereldklimaat er tijdelijk door afkoelde.De inwoners van diverse hooggelegen dorpen in Spanje keken op 19 juli 1932 hun ogen uit. Midden in de zomer werden ze in een witte wereld wakker. Het had niet zomaar gesneeuwd; op diverse plaatsen was een laag van enkele tientallen centimeters gevallen.
De hele zomer tot dan toe had zich al vreemd gedragen. In een land waarin de maanden juli en augustus normaalgesproken tot de droogste en heetste van het jaar behoren met vaak ook maar geen druppel regen, was het die zomer onwerkelijk nat.
Extreem veel neerslag
Het weerstation in San Sebastian bij voorbeeld kreeg in juli 1932 232 millimeter aan regen te verwerken, mooi evenwichtig over de maand verdeeld. Het regende bijna iedere dag. Ook in Tortosa (186 millimeter), Barcelona (163 millimeter) Castellón (157 millimeter), Tarragona (140 millimeter) en Valencia (115 millimeter) staat het record voor de natste julimaand ooit nog altijd op naam van die bijzondere juli 1932.
Het leeuwendeel van die neerslag viel halverwege de maand, tussen 17 en 20 juli. Op de weerkaart zag de weerssituatie er helemaal niet zo bijzonder uit. Er lag een groot hogedrukgebied op de Oceaan en aan de oostflank hiervan was een portie koude lucht vanuit het noorden Spanje binnengedrongen. Op ongeveer 1500 meter hoogte in de lucht werden temperaturen van op zijn laagst 5 graden ingetekend, vergelijkbaar met wat we die dag in Nederland aantroffen. Om een idee te geven: bij ons werd het toen 18 graden.
In Spanje waren de verschillen met normaal wel enorm. Temperaturen van 15 tot 20 graden op een hoogte van 1500 meter in de atmosfeer zijn daar in de zomer gewoon en tegenwoordig kijken ze ook niet raar als het op dezelfde hoogte in de atmosfeer 25 of 30 graden is. Op 19 juli 1932 werd het in veel hooggelegen plaatsen (Spanje ligt op een hoogvlakte en de meeste mensen wonen op hoogtes tussen 500 en 1200 meter) niet warmer dan 10 tot 12 graden. In Valencia, direct aan de Middellandse Zee, wees de thermometer op het hoogtepunt slechts 17 graden aan. Voor de mensen daar was dat een lachertje. Tegenwoordig komt het er in zomernachten vaak zelfs niet beneden 25 graden.
Dikke laag sneeuw
In de koude lucht had zich een lagedrukgebied gevormd dat in de periode van 17 tot en met 20 juli in grote delen van Spanje uitzonderlijk veel neerslag achterliet. Op meerdere plaatsen kwam het daarbij tot overstromingen en traden rivieren buiten hun oevers. Boven 1500 meter viel op 19 juli zelfs sneeuw, waarschijnlijk door de combinatie van de koude bovenlucht en de hoge neerslagintensiteit. Verschillende dorpen boven 1500 meter zagen het helemaal wit worden, soms vielen tientallen centimeters. Van de situatie die dag in het op iets meer dan 1500 meter hoogte gelegen dorp Bronchales, in de Sierra van Albarracín bij de stad Teruel, wordt nog altijd een foto bewaard. Een foto van een witte wereld, middenin de zomer.
Het jaar 1932 staat in Spanje nog steeds als het jaar zonder zomer bekend. Het duurde tot diep in de augustusmaand voordat de temperaturen zich enigszins herstelden. Ook toen werd al een link gelegd met de uitbarsting van de Quizapú in Chili, in april van dat jaar. Duizelingwekkende hoeveelheden as waren daarbij in de lucht gekomen en beïnvloedden het weer meteen al in grote delen van Zuid-Amerika. Later kwamen daar dus gebieden in andere delen van de wereld bij, zoals Spanje. De weerrapporten stonden maandenlang vol met meldingen over vulkaanstof in de lucht dat het weer dus sterk beïnvloedde.
In Nederland niks bijzonders
In Nederland was de zomer van 1932 overigens niet heel bijzonder. Er viel wat minder regen dan normaal en de zo scheen wat meer. Verder steeg de temperatuur op 58 dagen tot boven 20 graden, op 20 dagen tot boven 25 graden en waren en in De Bilt ook twee tropische dagen. De gemiddelde temperatuur kwam op 16,6 graden uit. Niks bijzonders.
De laatste keer dat een grote vulkaanuitbarsting zoveel as in de atmosfeer bracht dat het weer er in een groot deel van de wereld tijdelijk door afkoelde, was in 1991 toen op de Filippijnen de vulkaan Pinatubo uitbarstte. De as van deze vulkaan was in de maanden na de uitbarsting onder meer ook in de atmosfeer boven Nederland zichtbaar.