2020 bij 8 droogste jaren sinds 1906
Het groeiseizoen loopt op zijn einde en is 1 oktober afgelopen. Nog steeds is het op veel plaatsen kurkdroog, vooral in de zuidoostelijke helft van het land en in de Kop van Noord-Holland. Het landelijk neerslagtekort is inmiddels iets afgenomen van 253 mm in augustus naar 239 mm op dit moment. Daarmee was de droogte sinds 1906 slechts 7 jaren nog erger dan dit jaar.Afgelopen zomer viel gemiddeld over het land de normale hoeveelheid neerslag, maar het was wel zeer warm en zonnig. Daardoor is meer vocht dan normaal verdampt. Het neerslagtekort was al zeer groot na het kurkdroge voorjaar en is deze zomer langzaam nog wat verder opgelopen. Voor de derde zomer op rij kwamen we boven de grens van 200 mm tekort uit en dat is sinds 1906 nog nooit gebeurd.
In de grafiek zien we het landelijk neerslagtekort van 1 april tot 19 september. Dit zijn de 8 jaren met het grootste neerslagtekort sinds 1906. De piek van 1976 (362 mm) is het grootst, maar op 18 september staat 1959 bovenaan. Later in het najaar van 1959 loopt het neerslagtekort op tot de recordwaarde van 381 mm.
Regionaal ruim 300 mm neerslagtekort
In het westen en noorden is afgelopen maanden relatief veel neerslag gevallen, waardoor daar het neerslagtekort wat minder groot is dan het landelijk gemiddelde. Dit geldt overigens niet voor de Kop van Noord-Holland. Daar is sprake van een neerslagtekort rond 300 mm. In de kaart hieronder zijn de verschillen goed te zien.
Veel droger is het in delen van Zeeland, Noord-Brabant, Limburg, de Liemers en de Achterhoek. In die gebieden is lokaal door zware plensbuien wat verlichting opgetreden, maar op de meeste plekken trokken de buien langs en is het behoorlijk droog. In september is de trend doorgezet, in het noorden is een halve maandsom aan regen gevallen, maar in het zuiden nog vrijwel niets. Het neerslagtekort is in deze zuidelijke en oostelijke gebieden op grote schaal groter dan 300 mm, in Noord-Limburg zelfs bijna 400 mm! Twee jaar geleden was in de Achterhoek ook sprake van een neerslagtekort van 400 mm en daarvoor moeten we terug naar 1976.
2020 op een 8e plaats
Ondanks de plaatselijke buien afgelopen zomer, is 2020 op een 8e plaats uitgekomen in de top-10 jaren met de ergste droogte in het zomerseizoen sinds 1906. Het hoogtepunt van de droogte werd dit jaar op 13 augustus bereikt, met een landelijk neerslagtekort van 253 mm. Slechts 7 jaren haalden een groter neerslagtekort. Onder andere 2018 op een 5e plaats, met een tekort van 319 mm. In de top-3 staan 1921 met 346 mm, 1976 met 362 mm en bovenaan 1959 met 381 mm neerslagtekort.
Normaal is er een klein neerslagtekort
Gemiddeld is in het Nederlandse groeiseizoen tussen 1 april en 1 oktober sprake van een klein neerslagtekort. Dit komt omdat in het zomerhalfjaar meer neerslag verdampt dan valt. De piek valt gemiddeld op 12 augustus met een landelijk neerslagtekort van 122 mm. In het winterhalfjaar valt meer regen dan verdampt, dus wordt dit tekort gecompenseerd. Overtollig regenwater wordt afgevoerd in de grote rivieren.
Door klimaatverandering wordt het in het groeiseizoen warmer en zonniger. De hoeveelheid neerslag verandert in het zomerhalfjaar niet, al is de neerslag veel grilliger verdeeld over het land en valt veel meer water in korte tijd, terwijl het minder vaak regent. Door het warme en zonnige weer dat we tegenwoordig vaker hebben, verdampt meer vocht dan vroeger. Vooral in het voorjaar is een stijging te zien en wordt het steeds vaker uitzonderlijk droog. Door zware buien in de zomer wordt de landelijke verdeling erg grillig en kan de droogte van plaats tot plaats sterk verschillen. Deze situatie is normaal voor Frankrijk en verschuift nu dus ook naar West-Europa. Onze natuur is hier niet tegen opgewassen, waardoor afgelopen drie jaar veel planten en bomen zijn afgestorven.