Absurde hitte in Death Valley
Het onherbergzame Death Valley in de Amerikaanse staat Californië staat bekend als de heetste plek op aarde. De temperaturen kunnen er in de zomermaanden tot bizarre hoogten stijgen. Deze week zijn er weer bijna-recordhoge temperaturen gemeten. Gisteren werd het er maar liefst 53 graden.De gemiddelde (maximum)temperatuur over de hele maand juli ligt in Death Valley op 47 graden. Ook de nachten bieden nauwelijks verkoeling: de minimumtemperatuur ligt in deze maand gemiddeld op 30 graden. Bij zo’n temperatuur overdag zitten wij al met z’n allen te hijgen en te puffen. Tijdens de zomermaanden juni, juli en augustus is er dan ook nauwelijks iemand te bekennen in het Nationale Park. Het is gewoon niet te doen, en bovendien levensgevaarlijk.
Death Valley is een gigantische vallei die tevens het laagstgelegen punt van Noord-Amerika is. De beroemde zoutvlakte Badwater Basin ligt 85,5 meter onder zeeniveau. Bovendien houden de omliggende bergen bijna alle neerslag tegen. Het is er kurkdroog, en zinderend heet.
Wereldrecord
De hoogste, officieel gemeten temperatuur ooit is 56,7 graden, en daarmee wordt Death Valley gezien als wereldrecordhouder. Er is een meting uit 1922 van 58 graden uit het Libische plaatsje El Azizia, maar dat werd enkele jaren geleden uit de boeken geschrapt, omdat meteorologen de meting niet betrouwbaar vonden. Toch kunnen we Death Valley niet zo maar de heetste plek op aarde noemen.
Elders op de wereld, zoals in de Dasht-e Lut-woestijn in Iran, is wel eens een temperatuur gemeten van 70,7 graden. Hier leeft dan ook helemaal niets. Zelfs bacteriën kunnen hier niet uithouden. In Australië en in China zijn ook plekken die gigantisch hoge temperaturen kunnen bereiken. Meetstations zijn daar trouwens niet: deze metingen zijn afkomstig van satellieten. Daarom geldt Death Valley als wereldrecordhouder.
Gestrand in de hitte
Die 53 graden van gisteren komt dus al behoorlijk in de buurt van dat wereldrecord. Sinds 2013 zijn er niet meer zulke hoge temperaturen gemeten in de ‘Vallei des Doods’. Er zijn regelmatig mensen om het leven gekomen door de extreme hitte. Gisteren raakte drie auto’s oververhit en stopten ermee, waardoor de inzittenden zonder airco midden in het park strandden. Gelukkig konden de park rangers hen helpen en waren er dit keer geen grote medische gevolgen.
Terug naar 2018
Een nieuw record werd overigens nog heel recent gevestigd: de maand juli van 2018 was gemiddeld de heetste maand aller tijden in Death Valley, met een gemiddelde temperatuur van 42,3. Let wel: dat is dus een gemiddelde van dag en nacht (!). Iets eerder dat jaar was ik toevallig zelf in Death Valley.
Dekens lenen
In april en mei 2018 reisde ik met een campertje door de Verenigde Staten. Min of meer onbedoeld was ik in Californië de bergen in gereden, waar het sneeuwde, heel koud was, en ik van ellende extra dekens moest gaan lenen bij de campingbeheerder. Daar was ik wel klaar mee, dus ik besloot net zo lang door te rijden totdat het weer lekker warm was. Zo kwam ik in Death Valley terecht. Met een dikke trui aan.
'Are you sure?'
Die trui kon meteen uit, en bij het kampeerterrein in het dorp met de toepasselijke naam Furnace Creek meldde ik dat ik meteen maar twee nachten wilde blijven. “Are you sure?!?” zei de dienstdoende park ranger aan de andere kant van de balie. Kennelijk waren de afgelopen dagen al veel mensen vroegtijdig vertrokken omdat ze het te heet vonden. Het was begin mei, en dat betekent dat het seizoen in Death Valley eigenlijk voorbij is. De hitte loopt dan zo op, dat het bijna niet meer te doen is. Het was die dag 37 graden, de volgende dag zou het nog heter worden. Ik besloot het erop te wagen.
Liters water
Ik kreeg een hele folder mee met een eindeloze lijst veiligheidswaarschuwingen. Daar houden ze sowieso erg van in de USA, maar deze aanwijzingen waren bijzonder ernstig. “If you travel, prepare to survive,” stond er. Dit was niet zo maar een beetje woestijnhitte, dit was heel serieus. Na 10 uur ’s ochtends geen activiteiten meer ondernemen, was het advies. Ga je wandelen, neem dan minstens een liter water per half uur mee.
Zo veel flessen had ik niet eens. Ik kocht dus nog maar een extra waterfles bij het visitors centre, en de volgende ochtend stond ik vroeg op om toch een flinke wandeling te kunnen maken. Ik had een grote jerrycan die ik in mijn auto bij de trailhead liet staan, en voor onderweg had ik alle flessen bij me die ik bezat.
Slippertjes
De wandeling was overigens fantastisch. Ik liep door een schitterend, verlaten, bergachtig gebied. Overal kwam zout uit de grond. Er was een beetje wind en door de bergen en rotsen was er af en toe schaduw. Dat was nodig ook. Om 9 uur was het al zo heet dat ik regelmatig moest pauzeren. Mijn watervoorraad ging er in rap tempo doorheen, want al het vocht liep er bijna net zo snel weer uit, alsof mijn lichaam een zeef was. Halverwege kwam ik in de buurt van een uitkijkpunt waar wat meer mensen waren. Velen van hen liepen op slippertjes en hadden enkel een klein flesje water bij zich. Ongelooflijk. Ik hoopte maar dat ze slechts eventjes uit hun airconditioned busjes waren gestapt.
Rantsoen
Ik moest nog een heel eind, en de tijd tikte door. Met een dunne sjaal over mijn hoofd tegen de zon liep ik als een soort nomade door de woestijn. Ik ging steeds langzamer en mijn water ging nu echt op rantsoen. Het was al ver na tienen, dus ik begon me voorzichtig wat zorgen te maken. Totdat ik uiteindelijk op een punt kwam waar ik in de verte mijn auto weer zag staan. Het was nog een eindje, maar water was in zicht. Nu pas durfde ik mijn laatste fles leeg te drinken. Ik had het gehaald.
De rest van de dag deed ik vrijwel niets meer. Dat kon ook helemaal niet. Urenlang zat ik in de schaduw te wachten tot de hitte weer wat minder werd. De camping was al behoorlijk leeggeraakt. Kun je nagaan: deze dag in mei was het nog ‘maar’ 40 graden. Het is gewoon niet voor te stellen hoe het is als daar nog 13 graden bijkomen. Nee, dan hebben we het met onze koele zomer nog best goed voor elkaar…