De mogelijkheden voor winterweer nemen toe
Op een strategisch moment in de aanloop naar de twee belangrijkste wintermaanden is de atmosfeer naar een nieuwe setting, een nieuw evenwicht op zoek. Vanaf donderdag lijkt een einde te komen aan een zeer lange periode met overwegend zuidelijke winden, de bovenluchten worden kouder en ook aan de grond gaan de temperaturen omlaag. Daarbij nemen – zeker in de hogere delen van Nederland, België en Duitsland – de sneeuwkansen nu ook eindelijk eens toe.Belangrijk is wat er op de achtergrond gebeurt. We zien allerlei ontwikkelingen. Zo zijn de temperaturen binnen de poolcirkel, na een lange en erg zachte aanloop, inmiddels rond de normale waarden voor de tijd van het jaar aangekomen, is de hoeveelheid zeeijs op de Noordelijke IJszee nu zover gegroeid dat we niet meer in de top 3 van jaren met het minste zeeijs staan en is de winter in het grootste deel van Siberië nu echt van start gegaan. Op de koudste plaatsen kunnen de temperaturen er de komende tijd regelmatig tot beneden 50 graden onder nul dalen. Daarmee herkennen we het weer ook daar weer terug van de winter zoals hij hoort te zijn.
Oceaan vrijwel geblokkeerd
Opvallend is verder dat de Oceaan in onze omgeving de komende tijd in grote lijnen geblokkeerd blijft. Dat lagedrukgebieden er nog steeds doorheen komen, komt doordat er in het hoge noorden nog wel ruimte is, vooral door de daar nog sterke tak van de Poolwervel. In het Noordpoolgebied ligt al een tijdje een hogedrukgebied en de AO-index is hierdoor negatief. Na een korte opleving zou hij in de loop van de periode zelfs sterk negatief kunnen worden. Dit betekent dat kou gemakkelijk van het poolgebieden naar het zuiden weg kan stromen. Dat gebeurt de komende tijd ook, bij voorbeeld in Siberië en nu al steeds op de Oceaan, ten westen van Europa.
In onze omgeving, tussen hogedrukgebieden verder naar het westen en boven Oost-Europa in, snoert zich tijdens en na de kerstdagen in de koude bovenlucht een lagedrukgebied af dat langere tijd bij ons in de buurt lijkt te gaan rondtollen. Zo’n situatie hebben we in november en december al eerder gehad. Het verschil is dat het nu met koudere bovenluchten dan toen gaat gebeuren. Vervolgens komt het wel op de details aan en eigenlijk is dat de komende dagen ook al zo.
Strijd tussen warme en koude lucht
De atmosfeer zoekt naar een nieuwe setting en daar hoort in de aanloop naar de kerstdagen een heftige strijd bij tussen koudere lucht vanuit het noorden en zachtere vanuit het zuidwesten. In het zuiden kan het morgen en ook woensdag 14 en misschien wel plaatselijk 15 graden worden. In het noorden is het ook zacht, maar zijn de temperaturen met 8 tot 10 graden duidelijk lager. Verder kan in drie dagen tijd lokaal in totaal wel tot tussen 50 en 70 millimeter aan regen vallen.
Onzekerheid is er in de kerstnacht rond een storing die langs of over ons land naar het zuiden trekt en winterse buien kan brengen. Met misschien wel een lokaal sneeuwdekje. Tijdens de kerstdagen zien we vanuit het noordwesten een rug van hogedruk passeren. Daarna nadert vanuit het noordwesten een nieuw en actief lagedrukgebied; de depressie die vervolgens enige tijd in de buurt van Nederland blijft rondtollen. Dat het zo zal gaan, lijkt wel duidelijk. En toch is er tijdens de kerstdagen nog wel enige onzekerheid over de temperaturen, zowel overdag als gedurende de nachten.
Sneeuw in de Ardennen
Laat op Tweede Kerstdag moet het vanuit het noordwesten gaan regenen, in de hogere delen van Limburg en in de Ardennen ook gaan sneeuwen. In de Ardennen zou het zelfs lange tijd door kunnen sneeuwen, en als dat gebeurt, kan de sneeuwlaag daar zomaar behoorlijk dik worden. Misschien wel enkele tientallen centimeters. Ook in de dagen na de Kerst zien we een behoorlijke onzekerheid in de temperaturen. Bepalend zal zijn waar de kern van het lagedrukgebied in onze omgeving precies zijn ankers uitgooit. Hoe meer de wind bij ons aflandig blijft, hoe verder de temperaturen kunnen dalen en des te groter is de kans dat eventuele neerslag als sneeuw valt.
Richting de jaarwisseling zien we dat er hoog in de stratosfeer boven de Noordpool een aanval komt op de Poolwervel, de straalstroom op ruim 20 kilometer hoogte die het poolgebied omspant. Rond 3 januari gaat de temperatuur van de stratosfeer boven de Noordpool mogelijk in korte tijd zeer sterk stijgen (SSW). Omdat het midden boven het Poolgebied dan warmer wordt dan aan de randen, valt de Poolwervel voor een groot deel weg of keert zelfs om. De gewone straalstroom, die voor ons weer zo belangrijk is, wordt vanaf dan behoorlijk tegengewerkt en kan nog makkelijker dan nu gaan golven, eindelijk ook tot in het hoge noorden. Gebeurt dit allemaal echt (het blijven verwachtingen), dan zou koude Poollucht vanuit het noorden later ook in onze buurt kunnen komen.
Mogelijkheden voor winterweer nemen toe
De mogelijkheden voor winterweer, in de loop van januari of februari, nemen zo toe. Het leek vanochtend zelfs of de nieuwe pluim daarop al een beetje anticipeerde. Vanaf de jaarwisseling, zo rond die mogelijke SSW dus, stond ineens een groter aantal opties voor oostelijke winden in de berekeningen en leken de temperaturen ook een extra stapje terug te willen doen.
Zo is er dus nog steeds veel anders dan vorig jaar, toen we een erg zachte en natte winter in gingen. Van een doorbrekende westcirculatie is nu, zoals toen wel, geen sprake. En ook al is er nu nog helemaal geen echt koude lucht in onze omgeving voorradig , aan het opbouwen van een voorraad wordt wel gewerkt, al is dat nog ver bij ons vandaan. Maar er is tijd, we zijn nog maar net aan de astronomische winter begonnen. En januari en februari zijn de echte wintermaanden.