December 2010: de kou-inval leidend naar de ultieme Witte Kerst
Het jaar 2010 was hoe dan ook een bijzonder weerjaar. Het was de laatste keer dat de gemiddelde jaartemperatuur in Nederland nog een keer beneden normaal uitkwam. De winter was lang en gaf op veel dagen sneeuw en ijs, met bij Gaast op het IJsselmeer op een goed moment bergen met opeengewaaid ijs die een hoogte van 6 meter bereikten. Ze waren een tijdje een toeristische attractie van formaat, ook al moest je er een paar kilometer voor over het IJsselmeerijs lopen.Ook de lente verliep vrij koud met zelfs een tamelijk winterse start. De zomer was maar iets warmer dan normaal en tot een hittegolf kwam het niet. Opvallend dat jaar was voortdurend de drukverdeling op het Noordelijk Halfrond. Steeds was de luchtdruk in de omgeving van IJsland en Groenland relatief hoog, terwijl de barometerstanden in de omgeving van de Azoren juist vaak lagere luchtdrukstanden aanwezen dan normaal. Wat daarbij hoort, is een negatieve NAO-index die eigenlijk een maat is voor de kracht van de straalstroom bij ons in de omgeving. Die was dat hele jaar zwak en er zaten vaak grote bochten in. Dat bleef zo, ook laat in de herfst en in december.
Winterverwachting
Ik weet nog hoe ik dat najaar de winterverwachting maakte die door het nieuws van RTL groots werd opgepikt, omdat we in de voorgaande winter met al zijn sneeuw, bevriezing van natte weggedeelten en andere ongemakken met een groot zouttekort geconfronteerd waren. Een herhaling lag op de loer, zo concludeerde RTL-nieuws uit mijn verhaal. De volgende dag werd ik door zo’n beetje iedereen in het bedrijf belaagd. Het maken van winterverwachtingen was één ding, maar dan meteen ook al zulke krasse uitspraken was velen toch een deurtje te ver. Het leverde veel discussie op.
Intussen begonnen de weerkaarten halverwege november wel degelijk meer winterse trekjes te vertonen. Steeds vaker verschenen boven Scandinavië hogedrukgebieden op de weerkaarten die de wind bij ons in de oost tot noordoosthoek brachten. Eerst was er nog nauwelijks kou beschikbaar, dus gebeurde er niet zoveel, maar in de laatste novemberweek liep Scandinavië vanuit het noordoosten vol met koude poollucht en vanaf dat moment werd het ook bij ons echt serieuzer.
Winter was er vroeg bij
Het duurde tot de 29e voordat die echt koude lucht ook Nederland bereikte, maar de winter was toen al lang en breed begonnen. Kwam het kwik vanaf de 25e overdag nog boven nul, in de nachten vroor het al en vanaf de 28e bleef het ook overdag op steeds meer plaatsen vriezen. Verder viel tegen het einde van de maand d eerste sneeuw, toen een storing ten zuiden van Nederland langs naar het oosten trok. In het noorden zorgde de aanvoer van koude lucht over de nog vrij warme zee voor de aanvoer van sneeuwbuien, die daar tot een sneeuwdek leidden.
Foto: Jannes Wiersema.
De eerste dagen van december verliepen koud met in de nachten matige tot strenge vorst en overdag temperaturen tussen -3 en -6 graden. Vanaf de 4e temperde de vorst een beetje, maar bleef het nog winters. Zo rond 9 en 10 december viel de dooi echt even in en behoorde de eerste vorstperiode van de winter tot het verleden. Lang zou het zachtere weer echter niet duren, want in de dagen erna bouwde zich in het zeegebied tussen Schotland, IJsland en Groenland een nieuwe hogedrukzone op. Aan de oostflank ervan begon ijskoude lucht naar het zuiden te stromen. Op 14 en 15 december was de winter alweer terug, maar het spektakel zou wat later volgen.
Voor de kou uit regende het
Aan de echte kou in de bovenlucht ging de combinatie van een warmte- en koufront vooraf dat op donderdag 16 december over het land naar het zuidoosten trok. Het warmtefront bracht, na een nacht met nog tussen 2 en 9 graden vorst, vooral regen. Op de bevroren ondergrond kwam het in de ochtend op diverse plaatsen ook tot ijzel. En hoe hard het ook regende, hier en daar bleek het lastig om dat ijs weer van de weg te krijgen. Soms bleven auto’s ook steken. In het noordoosten en oosten kwam de zachte lucht niet binnen, daar viel de neerslag in de vorm van sneeuw.
In de tweede helft van de middag drong de koude lucht het land binnen. In de uitgestrekte neerslagzone was het koufront op de radar als een smal bandje met hevigere neerslag goed te volgen. Rond half vier ’s middags kwam het bij Garderen op de Veluwe aan, waar ik mij op dat moment bevond. Tot die tijd had het alleen maar geregend. Het was dan ook erg nat buiten en het centrum van het dorp had zelfs nog kort onder water gestaan, zo hard regende het op een goed moment. De wind waaide uit het zuidwesten en het was enkele graden boven nul.
Van het ene op het andere moment sneeuw
Toen het koufront op het punt van passeren stond, werd het allengs donkerder buiten de deur. Het getik van de regen hield aan, totdat de wind in een paar vlagen naar het noorden draaide. Van het ene op het andere moment stopte de regen en sneeuwde het buiten de deur. En niet zo’n beetje ook. Ondanks de urenlange regenval van die dag was het buiten letterlijk in twee minuten tijd helemaal wit, ook op de weg voor het huis. Een abruptere overgang van regen naar sneeuw heb ik nooit meer gezien. Meestal is daar enige tijd voor nodig, nu was het het één of het ander. Omdat de actieve neerslagzone rond het koufront smal was, stopte de hevige sneeuwval ook weer snel. De uren erna sneeuwde het beschaafd nog wat door en viel in totaal 5 centimeter.
De volgende dag had heel het land de koude lucht. Terwijl het in het noordoosten eerder rustig en bijna mistig was met temperaturen de hele dag onder nul, duwde de westelijke wind in de kustprovincies de ene sneeuwbui na de andere het land op. Vooral in Noord-Holland en in de omgeving van Amsterdam spitste de situatie zich toe. Daar viel in korte tijd soms 20 tot 30 centimeter sneeuw en kwam het verkeer volledig tot stilstand. Opvallend waren de temperaturen. Ondanks dat de wind van zee waaide, vroor het ook in de buien die het land op kwamen licht.
Het ultieme winterplaatje
Dieper landinwaarts was de situatie minder extreem. Een buientong strekte zich over het midden van het land nog wel tot over Arnhem uit. Daar was de lijn zo smal dat het in de stad sneeuwde, terwijl opklaringen in de buurt ervoor zorgden dat de zon onder die buien door kon schijnen. Het leverde het ultieme winterplaatje op, van dik besneeuwde bomen en dwarrelende vlokken in het mooie strijklicht van een winterzonnetje. Gelukkig kon het verkeer daar wel doorrijden.
De kou-inval van de 16e was de opmaat naar een prachtige Witte Kerst. Vooral in het zuidoosten en oosten van het land kwamen nog vijf of zes sneeuwgebieden over en ook daar groeide de sneeuwlaag tot tussen 15 en lokaal 35 centimeter aan. De plaatjes waren zo diep winters dat je ze eerder van een wintersportplaats dan van Nederland zou verwachten. Na de Kerst viel de dooi in en verder liet de winter van 2011 niet veel meer zien. Met de verwachte zouttekorten viel het dan ook erg mee.