Droogtelijn pal over Nederland
Er loopt een droogtelijn over Nederland, van Rotterdam via Utrecht en de Veluwe naar Enschede. Ten noorden van die lijn (met uitzondering van een deel van de Kop van Noord-Holland en geheel Texel) is de zomer nat geweest en zijn de watertekorten binnen de perken gebleven. Ten zuiden ervan lopen de neerslagtekorten voor het derde opeenvolgende jaar de spuigaten uit en is het soms net of je door het zuiden van Frankrijk rijdt.Koploper voor wat de droogte in Nederland betreft, is de regio rond Arcen in Zuid-Limburg waar het negatieve verschil tussen neerslag en verdamping ongeveer 400 millimeter bedraagt. Dat is eerder in 2018 alleen een keer in de Achterhoek en in 1976 op enkele andere plaatsen voorgekomen.
Ten zuiden van de droogtelijn bedraagt het tekort op de meeste plaatsen inmiddels 300 millimeter of zelfs nog een beetje meer. Ten noorden van de lijn zijn er in Noord-Holland, Flevoland en Drenthe waar het opgebouwde neerslagtekort minder dan 100 millimeter bedraagt. Daar ziet de natuur er een stuk groener uit.
Duitsland nog veel droger
Breid je de Nederlandse droogtemonitor met die van Duitsland uit, dan zie je dat de situatie daar nog veel ernstiger is. Alleen in het uiterste noordwesten en zuidoosten van Duitsland zijn er gebieden waar het de afgelopen tijd behoorlijk geregend heeft. Het overgrote deel van Duistland is echter extreem droog. En ook dat zie je er in de natuur maar al te goed terug. Vooral de naaldbomen hebben het zwaar en sterven massaal af.
We zouden deze herfst naar Spanje met vakantie gaan, maar code oranje gooide roet in het eten. Dus werd het Duitsland. We rijden op 15 september 3 uur lang over de A3 naar het Taunusgebergte, ten noordwesten van Frankfurt. Tijdens de rit merk je aan niets dat we niet in Spanje zijn. Buiten de auto (nee, we hebben geen airco) stijgt de temperatuur tot ongeveer 35 graden, bizar hoog voor de tijd van het jaar. Op andere manieren zie je dat de zomer ook in Duitsland bijzonder droog is geweest. Het duurt niet lang of we zien voornamelijk nog bruin gras in de velden. Ook de bomen zijn aangedaan. Veel loofbomen zijn aan de bovenkant van hun kroon verdord of verbrand. Verder laten ze nu al veel meer blad vallen dan dat je bij deze hoogzomerse temperaturen zou verwachten.
De naaldbomen zijn een verhaal apart. Vooral de fijnsparren (en daar zijn er in Duitsland nogal wat van) hebben het – net als in Nederland – zwaar. Hele percelen zijn aangetast door de letterzetter, een kevertje dat zich een weg door de bast van de bomen eet en daarbij op het blanke hout eronder sporen achterlaat die wel wat aan hiërogliefen doet denken, vandaar de naam. De boom gaat uiteindelijk dood en laat al zijn naalden vallen. Hij staat er dan kaal en bruin bij, tussen soms nog groene andere bomen. Als de letterzetter een perceel te grazen neemt, kan het snel gaan. Er zit niks anders op dan de bomen te kappen.
Houtstapels
En dat is iets wat we tijdens onze wandelingen door de Taunus steeds weer tegenkomen: omgekapte bomen die op zijn Duits netjes worden opgestapeld en dan gemerkt voor de verkoop. Er is blijkbaar alleen zoveel hout beschikbaar, dat de meeste stapels vervolgens jaren blijven liggen en hun weg naar de handel uiteindelijk helemaal niet vinden. Iedereen die je erover spreekt, wijt de niet te stuiten opmars van de letterzetter aan de extreme droogte van de laatste drie jaar, ook hier in dit gebied dus. De bomen worden er kwetsbaar van. En de letterzetter, die er ook vroeger was, kan nu zijn kans grijpen en doet dat ook.
Ten zuiden van de Taunus bevindt zich de Rheingau, één van de wijnstreken van Duitsland. Op de (vaak zuid-)hellingen aan de oevers van de Rijn in de verte staan de wijnstruiken rij aan rij in de zon. De witte en de rode druiven rijpen nog en zien er ondanks de droogte behoorlijk goed uit. Het lijkt dit jaar een mooie oogst te worden. Tegelijkertijd verdrogen de bramen aan de braamstruiken en is er van het gras in de zon niet veel meer over.
Het best zie je het effect van de droogte op de golfbaan, waar ons hotel midden op staat. Daar waar de golfers hun ballen op de green kunnen putten is het groen, omdat er elke ochtend een trekker met een sproeier overheen rijdt om de boel nat te houden, maar het overgrote deel van het complex is verdord en bruin. Het levert een bijzondere lappendeken op van voorjaarsgroene greens en een verder verdord graslandschap dat aan het einde van de herfst in het zuiden van Spanje niet zou misstaan. In die zin voelen we ons toch een beetje thuis, ook door de oneindig schijnende zon en de aanhoudende warmte.
Bos wacht op regen
De avond voordat we teruggaan, lopen we een laatste rondje door het warme bos. De avondzon werpt zijn laatste stralen tussen de bomen door. Op de grond ligt veel verdord blad, de naaldbomen in een net door de letterzetter aangevallen perceel laten nog een paar naalden op de grond vallen. Hoog in de lucht schreeuwt een buizerd die op nog wat laatste thermiek boven het bos rondcirkelt. We zien een zwarte specht al klapperend overvliegen. Even later schreeuwt hij vanaf een boom over het verder stille bos. Een bos dat dorst heeft en op zoek is naar water. En niet kan wachten totdat uiteindelijk de regen losbarst.