Hierdoor schieten paddenstoelen ineens als paddenstoelen uit de grond
Verkleurende blaadjes, kastanjes, pompoenen en paddenstoelen: hiermee heb je de grootste iconen van de herfst wel zo’n beetje te pakken. Vooral paddenstoelen zie je de afgelopen weken binnen no time overal verschijnen. Maar hoe komt dat eigenlijk?Inktzwammen, vliegenzwammen, eekhoorntjesbrood, elfenbankjes: als ze in alle soorten en maten plotseling overal uit de grond schieten, dan weet je zeker dat het herfst is. Hoe komt het toch dat paddenstoelen in dit jaargetijde ineens zo goed gedijen? Het heeft natuurlijk alles te maken met het typische herfstweer dat we al een tijdje hebben. Wat vindt een paddenstoel daar zo lekker aan?
Laten we beginnen bij het begin. Een paddenstoel is niet zo maar een los organisme dat op een dag besluit te gaan groeien. Het is slechts een onderdeel van een organisme. Een schimmel, om precies te zijn. Het is dus geen plant, zoals veel mensen wel weten. Schimmels zijn er het hele jaar door. Onder andere in de grond liggen complete netwerken van schimmeldraden. Ook in veel bomen zitten ze verstopt. Daar zien wij eigenlijk niets van.
Appels
Wat we wel zien, is de ‘vrucht’ van dat hele dradennetwerk – de paddenstoel – die zich ontwikkelt als de omstandigheden goed zijn. Je kunt het vergelijken met een appelboom, maar dan eentje waarvan we alleen de appels kunnen zien. Of en wanneer die paddenstoel opkomt, is afhankelijk van de beschikbaarheid van voeding, water, en de juiste temperatuur. En laat nou juist de herfst op al die vlakken het meest te bieden hebben voor schimmels.
Voeding
Schimmels leven van organisch materiaal: takken, bladeren, naalden, en ga zo maar door. Daardoor hebben ze ook een belangrijke rol in de natuur. Meer dan 90% van de afbraak van organische reststoffen gebeurt door schimmels. Zonder schimmels zou een bos in zijn eigen afval verstikt raken. Ook brengen schimmels dit materiaal zo weer terug in de voedselkringloop in het bos. Want er zijn allerlei soorten dieren die paddenstoelen eten – en mensen natuurlijk.
Zonder schimmels zou een bos in zijn eigen afval verstikt raken
Overvloed
In de herfst verandert het weer snel. De dagen worden korter, het is minder warm, het regent en waait vaker en harder. Al die dingen zorgen ervoor dat de blaadjes van de bomen vallen en de natuur een beetje afsterft. En dat betekent dat er plotseling heel veel voeding is voor de schimmels in de grond. Deze tijd van overvloed is dus de beste tijd van het jaar om hun ‘vruchten’ te laten groeien, die uiteindelijk voor voortplanting zorgen. Dan schiet er een paddenstoel uit de grond.
Supersnelle cellen
De ene dag zie je nog niks, de volgende dag kan er al een joekel van een paddenstoel staan. Hoe kan dat zo snel? Dat heeft te maken met de manier waarop paddenstoelen groeien. Dat gaat niet zoals bij planten via celdeling, maar door ‘celstrekking’. De cellen in een schimmel zuigen zich helemaal vol met het water dat in de herfst plotseling in overvloed beschikbaar is. Dat gaat supersnel. Een jonge paddenstoel bestaat dus uit ongeveer evenveel cellen als een compleet volgroeide. Bij planten en dieren heeft een volwassen exemplaar vele malen meer cellen dan een ‘jonkie’.
Andere seizoenen
Toch zie je ook wel eens paddenstoelen in de lente of de zomer, bijvoorbeeld tijdens een relatief koele en natte periode. Onze zomers kunnen per slot van rekening ook flink nat zijn. Ondanks dat er in theorie voldoende water beschikbaar is, gedijen paddenstoelen in de zomer minder goed. Te veel zonneschijn, te hoge temperaturen en vooral droogte, daar kunnen ze slecht tegen. Bovendien is de voedselvoorraad in de herfst nu eenmaal vele malen beter. Van kou houdt bijna geen enkele paddenstoelensoort, dus bij echt winterweer zie je ze vrijwel nooit.
Soorten en maten
Er zijn natuurlijk duizenden soorten paddenstoelen in allerlei soorten en maten. Die hebben allemaal hun eigen voorkeuren en groeiwijzen. De vliegenzwam kennen we allemaal wel, de inktzwam ook, en er zijn er vast meer die je vaker hebt gezien maar waarvan de namen al een stuk ingewikkelder worden. In Nederland komen ruim 5000 verschillende soorten voor. Dus als je wel eens een nieuwe soort wil ontdekken, dan is nu de tijd om op onderzoek uit te gaan!