Hittegolven richten steeds meer aan
Ons collectieve weergeheugen is over het algemeen maar kort. Hoe het weer in de zomer van vorig jaar was, weten we nog wel omdat het toen voor het eerst in Nederland 40 graden werd. Ook de zomer van het jaar ervoor kunnen we ons meestal nog wel herinneren vanwege de intense droogte van dat moment. Als je mensen vraagt naar de zomer van 2017 dan moeten de meesten het antwoord waarschijnlijk schuldig blijven.Een constatering als die dat het weer verandert, is dan ook lastig zomaar even te bewijzen. Dan kom je al gauw in een verhandeling over statistiek terecht en daar heeft lang niet iedereen zin in. Toch lukt het ook om de verandering te zien als je gewoon in je eigen geheugen graaft. Want daar gaan de verschuivingen al lange tijd snel genoeg voor en de gevolgen ervan worden voor wie goed oplet ook steeds duidelijker zichtbaar. Maak je het concreter dan kun je bijvoorbeeld zeggen dat hittegolven in Nederland tegenwoordig steeds meer aanrichten. En er lijkt er wéér een op komst.
Jaren zeventig
Mijn eigen geheugen aan hitte gaat ongeveer terug naar het midden van de jaren 70 van de vorige eeuw. De eerste keer dat ik me actief een hittegolf kan herinneren was die uit het jaar 1975. Ik lag dat jaar als kind lange tijd met hersenvliesontsteking in het ziekenhuis en mocht de zomer gebruiken om weer een beetje aan te sterken. Ik weet dat het lang warm was en dat het af en toe ook onweerde. De hittegolf van 1975 is in De Bilt nog altijd de langste sinds het begin van de metingen. Het werd daar maximaal 32,9 graden.
Een jaar later was het weer raak. De zomer van 1976 was een extreem droge, in De Bilt nog altijd de zomer met het grootste neerslagkort sinds het begin van de metingen. Op de Veluwe, waar ik woonde, was het een indrukwekkende tijd. Het gras was bruin en er ontstonden natuurbranden. Een grote brand bij Stroe en Kootwijk duurde meer dan 24 uur. De grote rookpluim die we die dag steeds vlakbij het dorp zagen, zag er imposant uit. We waren bang dat het dorp door het vuur ingesloten zou raken. Dat gebeurde gelukkig niet. De hoogste temperatuur in De Bilt was die hittegolf trouwens 34,9 graden.
Toen kwamen de winters
In de jaren erna verlegde mijn aandacht zich volledig naar de winters. Het monument van 1979 kwam voorbij en halverwege de jaren tachtig hadden we de strenge winters van 1985, 1986 en 1987. De enige herinneringen aan hitte zijn die aan de warme meimaand van 1989, toen ik net een baan als journalist bij een krant had gekregen, en de julimaand van datzelfde jaar, toen mijn dementerende opa op een hete dag uit zijn verzorgingshuis verdween en uiteindelijk in een sloot verdronk. We vonden hem maanden later pas weer terug.
In 1990 en 1994 volgden twee hittegolven. Ik heb daar geen duidelijke herinneringen aan, waarschijnlijk omdat ik zelf met vakantie was. De hoogste temperaturen in De Bilt waren 35,3 en 34,1 graden. In 1996 en 1997 waren het nog een keer twee koude winters die de opvielen. De korte hittegolven in 1995, 1997 en 1999 spraken nauwelijks tot de verbeelding. Tenminste niet bij mij, ik kan me er namelijk weinig meer van herinneren.
De hittegolf van 2003
De korte hittegolf van 2001 herinner ik me wel omdat ik toen een paar dagen in het Belgische Malmedy was waar het 37 graden werd. Maar in 2003 werd alles anders. Meteen al in juni was het dat jaar warm en zonnig. Tot een hittegolf leidde dat nog niet. Sterker nog: de nachten waren best aangenaam en overdag hielden de temperaturen zich binnen de perken. Verder naar het zuiden lag echter al het een en ander te broeien. Met name Frankrijk beleefde een ongekend warme zomer. Het werd er op diverse dagen 40 graden of warmer, op plekken waar dat nog nooit eerder was gebeurd. Mortuaria raakten overvol met doden die niet werden opgehaald. Het waren dan ook macabere berichten die steeds vaker ook in Nederland in het nieuws te zien waren. Er zijn die zomer in Frankrijk mogelijk enkele tienduizenden mensen als gevolg van de hitte voortijdig overleden.
Uiteindelijk kwam de hitte ook naar Nederland. Een paar herinneringen springen eruit. Eerst was er de start van de 4Daagse in Nijmegen. De eerste dag verliep bijzonder heet. Op de Waalbrug vielen mensen bij bosjes flauw. Het ging allemaal net goed. De dagen erna was het iets minder warm en werd het beter wandelweer. De hittegolf begon op 31 juli en duurde twee weken. Het was in de tijd dat het hitterecord van Warnsveld nog een onneembare veste leek. Toch werd het in Arcen op 3 dagen meer dan 37 graden, met als topper 37,8 graden.
Vlak voor het einde van de hittegolf, op 12 augustus, maakte ik een wandeling door Nijmegen, op het heetst van de dag. Het was ongeveer 37 graden, het gras was bruin en veel bomen lieten hun blad door de droogte vallen. Er was bijna niemand buiten, de terrassen lagen er verlaten bij. In het Kronenburger park zaten een paar mensen onder een boom. Het was voor mijn gevoel ondraaglijk warm. Terwijl ik pal in de zon langs de haven liep, die voor een groot deel droog stond door het lage water in de Waal, legde ik het bijna af. De hitte van die dag maakte grote indruk en bepaalde de herinnering aan die hete zomer.
In 2006 nog heftiger
Was de hitte in 2003 nog vooral buiten de Nederlandse landsgrenzen imposant, in juli 2006 kwam hij ook naar ons toe. Hier is het wederom de Nijmeegse 4Daagse die de meest levendige herinneringen oproept. Ik stond op de Oosterhoutsedijk toen daar steeds meer wandelaars tijdens de eerste wandeldag door de hitte uitvielen. Het was ongeveer 33 graden, de zon scheen onbarmhartig en er was maar weinig wind. Het laatste stuk van 8 kilometer over de onbeschaduwde dijk viel de wandelaars zwaar. En toen aan het einde de gloeiendhete Waalbrug opdoemde, werd het velen teveel. Een chaotische intocht was het gevolg, onderbroken door het voortdurende geloei van ambulances en politie. De finishlocatie op de Wedren zag er steeds meer als een rampplek uit. De organisatie kon niet anders doen dan de rest van het evenement afblazen. De volgende dag was het zo heet in Nijmegen dat het asfalt op diverse plaatsen smolt. Juli 2006 groeide uit tot de allerwarmste maand ooit. Tijdens de hittegolf tekende De Bilt 35,7 graden als hoogste temperatuur aan.
Grappig genoeg duurde het daarna weer een tijdje. De aandacht verschoof toch weer even naar de winters. Van 2009 tot en 2013 beleefden we leuke – geen strenge – winters met regelmatig sneeuw en ieder jaar wel schaatsijs. Vooral de vorstperiode van 2012 was een mooie en de winters van 2010, 2011 (december 2010) en 2013 blonken uit in sneeuw. Tijdens de zomers van die jaren bleven hittegolven weer even achterwege. In 2013 en in 2015 waren ze er wel, maar dat waren korte hittegolven met weinig gevolgen.
Laatste zomers grensverleggend
Toen kwam de zomer van 2018. De bijna oneindige zomer van 2018 kun je wel zeggen. Want ook het voorjaar was warm en droog en in het najaar wist de zomer evenmin van geen wijken. Als er op 28 juli niet een uitstervend buiengebied vanuit Frankrijk precies overdag over het midden van het land was getrokken, dan hadden we de met afstand langste hittegolf ooit van 24 dagen in de boeken kunnen wegschrijven. Nu werden het er twee, onderbroken door precies die ene dag. Opnieuw kwam het hitterecord van Warnsveld enkele keren aan het wankelen. De zomer van 2018 groeide uiteindelijk tot de warmste ooit uit. Tijdens de eerste van de twee hittegolven werd het in De Bilt 35,7 graden. Verder eiste de grote droogte zijn tol in de natuur. De neerslagtekorten over het jaar waren enorm.
En toen kwam 2019. Opnieuw konden we twee hittegolven aantekenen, van beide 6 dagen lang en waarvan de eerste geschiedenis schreef. Omdat én het record van Warnsveld na bijna 75 jaar uit de boeken ging én de tot dan voor onmogelijk gehouden sprong naar een temperatuur van 40 graden of meer in Nederland dan toch werd gemaakt. Tijdens de eerste hittegolf bereikte de temperatuur in De Bilt een maximum van 37,5 graden. Opnieuw waren de neerslagtekorten groot, nu vooral in de oostelijke helft van Nederland.
En nu?
Inmiddels doemt weer een hittegolf op aan de horizon. Vooral in de natuur hebben de twee voorgaande jaren hun sporen al meer dan nagelaten. Je hoeft geen bioloog te zijn om in de bossen te zien hoe moeilijk veel bomen het nu al hebben. Het landelijke neerslagtekort staat op rond 225 millimeter, maar ligt regionaal nog veel hoger. Een langdurige hittegolf is wat dit betreft wel het laatste waar de Nederlandse natuur op zit te wachten. De warmte zal ervoor zorgen dat dit neerslagtekort de komende tijd snel verder toeneemt.
Daar waar het de afgelopen tientallen jaren vooral het weer was dat in sprongetjes veranderde, lijken we nu in een fase te zijn terechtgekomen waarin onze natuur en landschappen de gevolgen van die verandering ook echt beginnen te ondervinden en de uitwerking daarvan steeds zichtbaarder wordt. Daarbij is het alleen maar te hopen dat de nu volgende hittegolf gaat meehelpen om dat besef voor het eerst breed te laten doordringen.