Foto gemaakt door Reinout van den Born - Nijmegen - De ijzige ochtend van de 4e februari 2012 in de Ooijpolder in Nijmegen.
Foto gemaakt door Reinout van den BornNijmegenDe ijzige ochtend van de 4e februari 2012 in de Ooijpolder in Nijmegen.
Nu

IJskoud, arctische zeerook, ijsmist en ruige rijp

Wie die woorden in de kop boven een weerverhaal ziet, zal niet snel aan een winterdag in deze eeuw denken. Toch slaan ze op de memorabele 4e februari van het jaar 2012; met afstand de koudste dag van deze eeuw, en in Lelystad zelfs de op 3 na koudste dag in Nederland ooit, sinds het begin van de metingen in 1901.

Met een gemiddelde temperatuur van -16,6 graden moet Lelystad alleen Volkel (-16,8 graden op 16 februari 1956), Eelde (-17,0 op 5 januari 1979) en als recordhouder ook Eelde (-17,4 graden, eveneens op 16 februari 1956) voor zich dulden. Het is een prachtig rijtje waarin die 4e februari 2012 zich een heel bijzonder plekje heeft weten te veroveren.

Bij extreem koude dagen, denk je niet meteen aan deze eeuw. Illustere jaren als 1979, 1963, 1956, de winters in de jaren 40 en 1929 dringen zich op. Van die monumentale winters vinden we 1979, 1963, 1956 en 1929 ook in de top 10 van koudste dagen ooit terug. Grappig genoeg ontbreken al die bijzondere winters uit de jaren 40.

Dat 4 februari 2012 erbij staat is verbazingwekkend

Dat de op 3 na koudste dag ooit van nog geen 8 jaar geleden stamt, is zeer verbazingwekkend. Het zag er in de winter van 2012 ook lange tijd niet naar uit dat we aan winterweer ook maar iets zouden krijgen. Er was lange tijd sprake van een westcirculatie, het was zeer wisselvallig en van de winter was eigenlijk geen spoor.

Zelf bezocht ik begin januari de 1141 meter hoge Brocken in de Harz in Duitsland, om toch nog iets van sneeuw te zien. Ik weet nog hoe ik daarna op Weer.nl schreef: ‘het is wel winter, maar boven 600 meter’. Vanaf die hoogte kwamen we namelijk in een dikke laag sneeuw terecht. Er was toen al iets aan het veranderen, want hoog in de atmosfeer boven de Noordpool speelde zich een plotselinge opwarming van de stratosfeer af (SSW), die vanaf het einde van januari in een prachtige vorstperiode zou ontaarden.

Vanaf 26 januari was het raak

Rond 15 januari probeerde een eerste hogedrukgebied het al met enkele nachten lichte tot matige vorst en temperaturen die overdag nog maar tot rond 4 graden opliepen. Dit hogedrukgebied hield geen stand. Een volgende poging, vanaf 26 januari en dit keer gesteund door een hogedrukgebied boven het noordwesten van Rusland, lukte wel. Het werd vlot koud en vanaf de 29e kwam de temperatuur nauwelijks meer boven nul.

Met een noordoostelijke wind ging een hoeveelheid echte kou vanuit Rusland op transport naar het westen. Die kou bereikte ons op 1 februari, een dag later bleef het op de meeste plaatsen ook overdag tussen 3 en 6 graden vriezen. In de nacht was er op verschillende plekken al sprake van strenge vorst met temperaturen tot -12 graden in het noordoosten en zuidoosten aan toe. De beer was los en dat zouden we weten.

Op 3 februari sneeuwde het

Op 3 februari trok, dwars door het hogedrukgebied heen, en aan de flank van de koudste lucht in het oosten, een kleine storing van noord naar zuid over Nederland. Ook al stelde het op de weerkaarten helemaal niets voor, sneeuwen deed het er wel op. De meeste sneeuw viel in een strook van de Waddeneilanden, via het IJsselmeergebied naar het zuiden. Vaak kwam 5 tot 10 centimeter omlaag, soms tegen 15 centimeter. Omdat het koud was (een graad of 6 onder nul, met uitzondering van de lichte dooi in de kuststrook) viel hele luchtige sneeuw. Het oosten van het land werd als enige gebied overgeslagen.

Terwijl het in de avond van vrijdag 3 februari nog urenlang licht sneeuwde, klaarde het op en scheen de maan. De nacht erop lag Nederland in de koude lucht en met een laag verse sneeuw onder een rug van hogedruk in een vrijwel windstille zone. De temperatuur ging als een baksteen onderuit en op veel plaatsen vroor het meer dan 20 graden.

De sneeuwgebieden waren het koudst

Boven de gebieden met de dikste sneeuwlaag werden de laagste temperaturen gemeten. Lelystad won de strijd met -22,9 graden, nog altijd de laagste van deze eeuw, net voor Marknesse, waar het -22,8 graden werd. Nog vijf andere stations tekenden een temperatuur beneden -20 graden aan. Op 20 stations werd het kouder dan -15 graden.

De mensen die de volgende ochtend vroeg naar buiten gingen, kregen de unieke kans om zelf te voelen wat échte winterkou in Nederland inhoudt. Zelf liep ik tijdens zonsopkomst door de Ooijpolder onder de rook van Nijmegen. Het moet daar op dat moment ook tegen 20 graden hebben gevroren. Het was in elk geval ijs- en ijskoud.

Poolsneeuw, ijsmist en arctische zeerook

Meteen vielen de kleine diamantjes van de poolsneeuw op, die overal in de lucht hingen. In de opkomende zon was dat een prachtig gezicht. De laag gelegen gebieden achter de dijk hadden zich met mistbanken gevuld. Maar dit waren geen gewone mistbanken. Ze bestonden niet uit waterdruppeltjes, zoals gewone mist, maar uit ijskristallen. Als je er doorheen liep, voelde je ze op je gezicht heel zachtjes wat prikkelen.

Boven de Waal hingen grote wolken van opstijgende mist die zo dicht waren dat je vaak de overkant van de rivier niet kon zien. Deze vorm van onstabiele mist wordt arctische zeerook genoemd. In de late zomer en in het najaar, als het ’s nachts al eens koud is en het water nog warm, zie je dit type mist wel vaker. Op 4 februari was het ook op uitgebreide schaal boven de Noordzee te zien. Dat is normaal alleen aan echte winters voorbehouden.

Ruige rijp

Om het plaatje compleet te maken, zaten de bomen onder een dikke laag ruige rijp. Het werd een fenomenale wandeling en gelukkig hebben we de foto’s nog, want door de kou kwam er die ochtend bijna niemand buiten. Vrijwel niemand heeft het dan ook gezien.

Uiteindelijk kwam de maximumtemperatuur die dag op veel plaatsen nog wel zo tussen -3 en -5 graden uit, maar in Lelystad bleef iets van mist boven de sneeuw hangen en werd het niet warmer dan -9 graden. Gecombineerd met de bijna -23 graden van de nacht leverde dit een gemiddelde temperatuur van -16,6 graden op en een plaats in de top vijf van de meest bijzondere lijst van koudste dagen die we in Nederland hebben. Tussen al die winters uit het verleden die een zoveel klinkendere naam hebben dan de winter van 2012.

Het zou nog een week vriezen

Toen dit spektakel achter de rug was, bleef het nog een week vriezen. Even droomden we van een Elfstedentocht, maar verder dan één vergadering van de rayonhoofden kwam het niet. De dooi was in zicht en het aantal knelpunten te groot. Op 12 en 13 februari viel de dooi in en daarna pakte de winter het wisselvallige spoor van voor die tijd gewoon weer op.

Reinout van den BornChef Redactie