Januari 2020 was ruim 3 graden te warm
Met een gemiddelde temperatuur van 6,2 graden tegen 3,1 graden normaal, was januari sinds het begin van de metingen slechts drie keer nog warmer. Recordwarm blijft januari 2007 met 7,1 graden. Verder was het in 1921 en 2008 nog een fractie warmer dan dit jaar. Ook in de historische waarnemingen tussen 1706 en 1900 was er geen warmere maand te vinden dan dit jaar. Het vroor nauwelijks en op veel plaatsen is nog geen vlok sneeuw gezien deze winter.Na een koude en mistige start van de maand, waarbij in de Nieuwjaarsnacht zelfs code oranje werd afgegeven voor zeer dichte mist, bleef het op Nieuwjaarsdag koud met in De Bilt een maximumtemperatuur van 1,8 graden. Dit was meteen de koudste dag van de maand. IJsdagen, waarbij het kwik de hele dag onder het vriespunt ligt, kwamen dus niet voor. Alleen in het Limburgse Ell bleef het op 21 januari nipt vriezen met maximaal -0,1 graden. Normaal blijft het van zuidwest naar noordoost 2 tot 5 dagen vriezen in januari.
Gemiddelde januaritemperatuur 1706-2020. Er is goed te zien dat koude januarimaanden eigenlijk niet meer voorkomen. De rode lijn, het doorlopend klimatologisch gemiddelde, is inmiddels al bijna 4 graden. In de jaren 70 was een 'normale' januari amper 2 graden. De winters warmen dus zeer snel op.
In De Bilt daalde de temperatuur slechts 6 keer onder nul tegen 13 keer normaal. Matige vorst, met minima onder -5 graden, kwam helemaal niet voor. Alleen op weerstation Maastricht lukte dit op 21 januari met een minimumtemperatuur van -5,4 graden. Normaal hebben we van west naar oost 2 tot 5 nachten met matige vorst in ons land.
Al 7 winters geen strenge vorst
Streng heeft het niet gevroren met temperaturen onder -10 graden. De laatste strenge vorst had De Bilt in de winter van 2013. Sinds het begin van de metingen is er nog nooit zo’n lange reeks winters geweest zonder strenge vorst.
De klimaatverandering laat dus ook in de winter zijn gezicht zien. Normaal telt een winter in De Bilt 2 dagen strenge vorst, waarvan 1 in januari. In het oosten vriest het nog wat vaker streng, aan zee is strenge vorst zeldzaam en inmiddels begint dit ook landinwaarts een zeldzaamheid te worden. Voor goed schaatsijs is strenge vorst een vereiste.
Somber en extreem hoge luchtdruk
Met gemiddeld over het land 49 uur zon tegen 62 uur normaal was het vrij somber. Vooral in het oosten en noorden was het somber en regelmatig kwam hardnekkige mist voor. Op Terschelling scheen de zon maar 33 uur, terwijl de zon in het Zeeuwse Vlissingen toch nog 69 uur tevoorschijn kwam.
Het sombere weer hadden we te danken aan hogedrukinvloeden. Daardoor was het soms rustig en kon gemakkelijk mist en lage bewolking ontstaan in de lange nachten. Overdag lost dit ochtendgrijs moeizaam op. De luchtdruk was op 20 januari zeer hoog, in Maastricht 1049 hPa. Alleen in 1907, 1932 en 1962 was de luchtdruk nog iets hoger in ons land.
Eerste sneeuw recordlaat
Door deze hoge luchtdruk bleef het vaak droog, al viel uit de bewolking soms wel wat motregen. Op 21 januari sneeuwde de mist in Zuid-Limburg uit en werd het lokaal een beetje wit. Niet eerder kwam de eerste sneeuw die bleef liggen zo laat als dit jaar. Eind januari werd het iets frisser en trokken winterse buien over het land. Op 28 januari viel in het noordoosten wat smeltende sneeuw die even bleef liggen. Toch heeft 90% van het land deze winter nog geen vlok gezien en dat is nog nooit gebeurd. Ook in De Bilt moet de eerste sneeuwvlok nog vallen.
Er viel gemiddeld over het land in januari 53 mm tegen 73 mm normaal. Het Friese Sint Annaparochie was het natst met 90 mm. In het Limburgse Schinveld viel slechts 28 mm.