Kustbuien: nu geeft de zee
“Voor de langste dag neemt de zee, na de langste dag geeft de zee.” Dit is een gezegde uit de volksweerkunde dat vooral voor de kustprovincies geldt en ook klopt. Met het nemen wordt bedoeld dat er in de voorzomer boven het relatief koude zeewater niet zo makkelijk buien kunnen ontstaan. Maar zeker later in de zomer, zoals nu, “geeft de zee juist wel regen(buien)”. Kustbuien, waarbij in sommige situaties veel neerslag valt. Ook morgen, vrijdag, kunnen de buien vooral in de kustprovincies flink wat regen achterlaten. Ondertussen blijven het uiterste oosten en zuidoosten van ons land relatief droog.De temperatuur van het zeewater speelt een cruciale rol bij de ontwikkeling van (stapel)wolken en buien. Water heeft de eigenschap dat het maar langzaam opwarmt en vervolgens ook weer langzaam afkoelt. Over het algemeen is het zeewater voor de langste dag, rond 21 juni, relatief koud ten opzichte van het opwarmende of opgewarmde binnenland. De meeste buien ontstaan dan ook landinwaarts.
Na de langste dag worden de rollen geleidelijk omgedraaid en in het najaar ontwikkelen de meeste buien zich juist boven het relatief warme water. Het zeewater dat op moment van schrijven op veel plaatsen nog 20-21 graden is. Hoe groter het verschil is tussen de luchttemperatuur en de watertemperatuur, des te talrijker en zwaarder de buien zijn die kunnen ontstaan. Landinwaarts lossen deze buien dan meestal geleidelijk weer op.
Onstabiele lucht
Het proces van buienvorming komt vooral in de late zomer en eerste deel van de herfst goed op gang, wanneer het zeewater het warmst is en vooral ook als tegelijkertijd op hoogte koudere lucht binnenstroomt. Door het aanzienlijke temperatuurverschil tussen leefniveau en grote hoogte stijgt lucht snel op en worden makkelijk wolken en buien gevormd. De atmosfeer is dan onstabiel. Sommigen zeggen ook wel instabiel.
Extra effect: kustconvergentie
En dan is er het bijkomende effect van kustconvergentie. Kustconvergentie wordt veroorzaakt doordat de aangevoerde lucht boven land meer weerstand ondervindt dan boven zee. Deze toegenomen weerstand zorgt er in eerste instantie voor dat de luchtstroom zodra deze boven land komt, wordt afgeremd. Hierdoor neemt de windsnelheid wanneer de lucht verder landinwaarts stroomt snel af. De afname van de wind veroorzaakt een overschot aan lucht op de plek waar de windsnelheid afneemt. Het “te veel” aan lucht kan alleen maar naar boven. Stijgende lucht koelt boven in de atmosfeer waar het kouder wordt af, condenseert en vormt wolken en buien.
Door de grotere wrijving boven land neemt niet alleen de windsnelheid af, maar ook de Corioliskracht.
Dat is de kracht die wordt veroorzaakt door de draaiing van de aarde. Zuidwestelijke winden op zee draaien, zodra ze op het land komen, naar zuid tot zuidwest. Dit noemen we ook wel het krimpen van de wind: de wind draait tegen de wijzers van de klok in. Op de plek waar de grootste verandering van windrichting plaatsvindt, ontstaat een convergentielijn. Dit is een lijn waarop de lucht stijgt. Zowel het afnemen van de windsnelheid door de weerstand als het veranderen van de windrichting zodra de wind boven land komt, leiden tot sterke stijgende luchtbewegingen. En stijgende luchtbewegingen veroorzaken uiteindelijk buienvorming.
Morgen lokaal een tiental millimeter regen
Dit alles lijkt ook morgen, vrijdag, te gebeuren in de kustprovincies en misschien dat je er ook in het midden van het land iets van merkt. Een lagedrukgebied staat aan de basis van het wisselvallige weer en trekt heel langzaam via Engeland en de Noordzee oostwaarts. Op sommige plaatsen vallen stevige buien met onweer. Vooral in de middag neemt de activiteit van de buien toe en kan makkelijk 10 tot 30 millimeter regenwater vallen in het westen en noorden van het land. Lokaal komt het misschien wel tot meer neerslag. In het oosten en zuidoosten – met name Twente, de Achterhoek, het oosten van Brabant en Limburg – kan het daarentegen zo goed als droog blijven. Met hier ook iets meer zon dan elders.
Na het weekend droog
Zaterdag verandert hierin nog weinig. Het lagedrukgebiedje blijft “plakken”. Opnieuw zijn de kustprovincies het meest gevoelig voor (fikse) buien met onweer. Op zondag is de depressie weg en trekken ook de buien geleidelijk naar Duitsland weg. Ze lijken dan overigens minder actief te worden. En later, in de avond, zien we vanaf zee de luchtdruk stijgen en klaart het op. Dit is het startsein van een droge week met later ook iets hogere temperaturen. Wie weet krijgen we een septemberzomer of iets wat hier op lijkt…