Lenteverwachting: relatief warm en droog
De lente komt eraan! Voor meteorologen is het vanaf 1 maart zover. Op 1 juni begint dan de zomer. Nu het nieuwe seizoen alweer op komst is, is het natuurlijk ook weer tijd om vooruit te kijken. Hoe wordt de lente van 2020? Als de voortekenen niet bedriegen relatief warm en droog.Zet de tuinstoelen dus maar klaar. In maart al kan het tot perioden met ongebruikelijk warm lenteweer komen, niet alleen bij ons, maar ook in de landen om ons heen. Daarbij waait er nog vaak een straffe zuidwestelijke wind en is het de vraag in hoeverre storingen ons nog kunnen bereiken, zoals de laatste weken steeds wel gebeurde. Vanaf de tweede helft van april zou de baan van die storingen dan langzaam noordelijker moeten komen te liggen. En als dat echt zo is, kunnen we op termijn ook de zonnebrandcrème er wel bij pakken. Dan is er eindelijk ook weer eens kans op langere perioden met droog weer, veel zon en ruimte voor allerlei buitenactiviteiten.
Hoe scoorde de winterverwachting?
Handtekening eronder, zou iedereen nu zeggen. Nou, zo simpel is het in het weer natuurlijk niet. We doen elke keer goed ons best om de trend van het nieuwe seizoen alvast in een paar woorden neer te zetten, maar dat betekent nog niet dat zo’n verhaal ook altijd klopt. Kijk maar naar de winter. Het zachte weerbeeld dat we steeds hebben gehad, was een van de twee opties in de winterverwachting die we eind november presenteerden. Er was ook nog een andere, koudere optie. Die is het niet geworden, de zachte optie kwam wel uit. En de drukverdeling die er volgens de verwachting achter moest zitten, kwam er ook. Een klein succesje voor de winterverwachting dus.
Overgangsseizoenen lastig
Het vooruitkijken naar een seizoen als de lente is veel moeilijker. Dat komt omdat de lente een overgangsseizoen is. De zon komt snel hoger en overal op het noordelijk halfrond wordt het warmer. Door die opwarming, die in de lente heel normaal is, gaat alles op de weerkaarten schuiven. Zo wordt de straalstroom, die in maart meestal nog wel aanwezig is, in april en in mei een stuk zwakker. Daarmee komt geleidelijk ook een einde aan de continue stroom van storingen vanaf de oceaan. Hogedrukgebieden krijgen ineens weer de kans. Maar waar die omslag precies zit, is lastig te voorzien. Het is wel heel; belangrijk voor hoe de lente uiteindelijk de boeken in gaat.
Poolwervel
Van de afgelopen maanden weten we behoorlijk goed welke factoren de grootste invloed hadden op het winterloze en vaak natte weer. Het allerbelangrijkste was de sterke wind die op ongeveer 20 kilometer hoogte rond de Noordpool waaide. Deze band met hoge windsnelheden in de stratosfeer wordt ook wel de poolwervel genoemd. Die poolwervel is in de wintermaanden het ene jaar sterker dan het andere en soms ook wel enige tijd min of meer afwezig. Dit jaar leek de poolwervel sterker dan ooit en omdat hij de ‘gewone’ straalstroom, lager in de atmosfeer die zo belangrijk voor ons winterweer is, de afgelopen maanden alleen maar aanwakkerde, maakte kou geen kans.
Meestal zagen we hogedrukgebieden boven Spanje, Portugal en Frankrijk die dan over de Alpen verder naar het oosten trokken. En lagedrukgebieden in het zeegebied tussen IJsland en Noorwegen die elke keer weer wolken. regen en wind onze kant uit stuurden. Daarbij waaide de wind eigenlijk alleen maar uit het zuidwesten en bleven de temperaturen bij ons voortdurend hoog.
Eerst nog wisselvallig, maar daarna?
Die sterke poolwervel is er ook aan het begin van de lente nog, dus ligt het voor de hand dat het wisselvallige weer van nu eerst ook in maart nog aanhoudt. Toch zijn er aanwijzingen dat de baan van de lagedrukgebieden in de loop van maart noordelijker komt te liggen. Dan komen de hogedrukgebieden in het zuiden mogelijk dichterbij. En daar omheen kan superzachte lucht onze omgeving via Engeland bereiken. Daarom wordt in maart af en toe ongebruikelijk zacht weer verwacht. En dan mag je zelfs denken aan temperaturen die al richting 20 graden gaan.
Wordt het echt warm?
In april en mei verdwijnt de poolwervel meestal snel, ook onze straalstroom wordt dan zwakker. Hogedrukgebieden maken zo ineens veel meer kans en het weer kan een stuk stabieler worden. Dit gebeurt elk jaar en daarom zijn april en mei klimatologisch gezien de droogste maanden, met relatief ook de meeste zon. Het zou dan zomaar ook eens warm kunnen worden, zeker gezien de voorgeschiedenis. De zee is bij voorbeeld nog relatief warm en er hoeft op het Europese continent maar weinig sneeuw te smelten. En de zon wordt natuurlijk snel sterker.
Onweersbuien
Als het in april en zeker mei warm wordt, liggen zomerse onweersbuien op een goed moment wel op de loer. Er gaat recent bijna geen jaar voorbij of we hebben al onweerssituaties in mei, en soms zelfs al in april. Dus dat kan er de komende lente ook zomaar van komen.