September was wereldwijd warmste ooit gemeten
Volgens Copernicus - de klimaatveranderingsdienst van de Europese Unie – was september de warmste ooit gemeten voor de wereld en Europa, terwijl het Arctische zee-ijs het op één na laagste niveau heeft bereikt. September was wereldwijd 0,63°C warmer dan normaal en 0,05°C warmer dan september 2019 en 0,08°C warmer dan september 2016 , voorheen de warmste en op één na warmste september. Eerder dit jaar waren januari en mei wereldwijd ook al recordwarm. Elke maand hoorde wat betreft temperatuur tot de top-4. ExplainerIn Europa bereikten de gemiddelde temperaturen in september ook een recordhoogte, het was 0,2°C warmer dan het vorige zeer recente record uit 2018. In Zuidoost-Europa was het lokaal zelfs 6 graden te warm! In Nederland viel het wat dat betreft nog mee met in De Bilt gemiddeld 15,2 graden tegen 14,5 graden normaal. Toch hadden we op 15 september wel de heetste septemberdag ooit gemeten. Sinds 1706, het begin van de historische waarnemingen, verliep september 58 keer nog warmer. Sinds het begin van de betrouwbare metingen in 1901 staan we op een 21e plaats. In Nederland was augustus veel extremer, met in De Bilt 20,4 graden tegen 17,5 graden normaal. Daarmee was het de op één na heetste augustus in ruim 300 jaar.
Niet alleen in Europa was het veel te warm, ook voor de kust van Noord-Siberië, in het Midden-Oosten en in delen van Zuid-Amerika en Australië. Op IJsland en Groenland was het kouder dan gebruikelijk.
2020 wereldwijd ook het warmste jaar ooit?
Het warmste kalenderjaar ooit gemeten – 2016 – wijkt wat de temperatuur betreft over de eerste 9 maanden weinig af van dit jaar. Klimaatpatronen zoals La Niña zullen bepalen of 2020 ook daadwerkelijk het warmste jaar ooit wordt.
De warmte concentreert zich dit jaar vooral op het Siberische noordpoolgebied. Sinds het vroege voorjaar worden verschillende delen van deze uitgestrekte regio getroffen door aanhoudende warmte. Hoewel Siberië en het noordpoolgebied van jaar tot jaar grote temperatuurschommelingen vertonen, was de relatieve warmte die dit jaar werd waargenomen ongebruikelijk in omvang en hardnekkigheid.
Alleen in 2012 nóg minder ijs
Ondertussen blijven de temperaturen in het Siberische noordpoolgebied ver boven het gemiddelde en bevindt het Arctische zee-ijs zich op het op één na laagste niveau sinds het begin van satellietmetingen in 1979. Alleen in september 2012 was er minder ijs.
De ijsbedekking in het noordpoolgebied neemt vanaf het vroege voorjaar tot de late zomer af en het minimum wordt in september bereikt. Daarna begint het zee-ijs zich weer op te bouwen en het maximum wordt in maart bereikt. Sinds het begin van de satellietwaarnemingen in 1979 is de hoeveelheid ijs drastisch afgenomen. De trend is zichtbaar in alle maanden van het jaar, maar vooral in september.
De grootste afname werd dit jaar gezien in juni en juli, toen recordhoge temperaturen werden gemeten. De regio warmt 5 keer meer op dan de rest van de wereld. Zo werd afgelopen zomer op 25 juli het warmterecord op Spitsbergen verbroken. In Longyearbyen werd 21,7 graden gemeten. Het oude record was 21,3 graden, gemeten in 1979.
Bron: ECMWF Copernicus Climate Change Service/Weer.nl