Slepende fronten door de jaren heen
Omdat het zomer is, zijn de gevolgen niet zo spectaculair. Maar was het winter geweest, dan had Nederland vandaag twee totaal verschillende weertypen kunnen hebben. En was het onderscheid tussen het noorden en het zuiden mogelijk zeer groot geweest.Er ligt een warmtefront boven het land met veel bewolking en perioden met regen. De meeste regen valt in het noorden van het land, de minste in het zuiden en vooral in het zuiden van Limburg kan ook de zon er even doorkomen. En daar zien we meteen al het eerste verschil tussen het noorden en zuiden van Nederland ontstaan, want in het zonnetje in Limburg kan de temperatuur vanmiddag tot 24 graden oplopen. Tegelijkertijd wordt het in de regen in het noorden hier en daar niet warmer dan ongeveer 15 graden.
Verschillende windrichtingen
Een ander verschil is de wind. In het noorden is de wind oostelijk tot noordoostelijk en matig, in het Waddengebied af en toe vrij krachtig. Die gebieden liggen aan de noordkant van de warmtefrontlijn. Aan de andere kant van het front, in het midden en zuiden van het land, waait een stevige zuidwestelijke wind die aan zee krachtig en in Zeeland misschien wel even hard is. De oostelijke wind in het noorden voert vrij koude lucht aan, de zuidwestelijke wind in de rest van het land is warmer. En zo hoort dat natuurlijk ook bij een warmtefront.
In de winter grotere verschillen
Nu bevinden we ons – het is 9 juli – in de zomer. Over het algemeen zijn de verschillen aan weerszijden van een front dan niet spectaculair groot, al hebben we het vandaag toch over bijna 10 graden en totaal andere windregimes. In de wintermaanden kunnen de verschillen aan weerszijden van zo’n warmtefront een stuk spectaculairder uitvallen. Het is alweer een tijdje geleden (bij voorbeeld de winter van 2014) dat we zo’n situatie hebben gehad. En voor echt spectaculaire voorbeelden moeten we nog een stukje verder terug.
Spectaculaire voorbeelden
Als je de mensen die nog echte winters hebben meegemaakt, vraagt wat hun favoriete weersituatie is, dan komen ze ongetwijfeld met één van de volgende perioden op de proppen: de laatste dagen van december 1978, de periode rond 14 februari 1979 of de eerste dagen van maart 1987. Als je nog verder terugkijkt, kun je er bijvoorbeeld de ijzelperiode van de winter van 1966 aan toevoegen en ook van recenter datum kennen we voorbeelden, zoals 3 en 4 februari 2001. Of zelfs 19 februari 1996.
De wereld veranderde
Als je één rode draad van al die voorbeelden zou mogen noemen, dan is het dat een front lange tijd over Nederland heen en weer zwabberde en dat de weersverschillen aan weerszijden van dat front bijzonder groot waren. En was je in die tijd weerliefhebber, dan reed je natuurlijk een keer door het front heen, van de ene naar de andere kant. En van het ene naar het andere weertype. Deed je dat, dan zag je de wereld veranderen.
Eind december 1978
Van al deze genoemde weerssituaties uit het verleden waren die van eind 1978 misschien wel het spectaculairst. Omdat de verschillen toen zo groot waren. IJskoude lucht drong vanuit het noordoosten het land binnen, maar dat ging tergend langzaam. Eerst had alleen het noordoosten van Groningen ermee te maken. Daar vroor het, steeds harder en vielen ijzel en sneeuw bij een koude noordoostenwind. De rest van het land lag nog in de zachte lucht met een straffe zuidwestenwind en temperaturen tussen 9 en 13 graden.
Stuifsneeuw
Richting de jaarwisseling schoof de kou steeds verder op naar het zuidwesten. Terwijl het in Noord-Nederland 5 tot 10 graden vroor, was het in het zuiden nog 10 tot 12 graden boven nul. In het noorden joeg de sterke noordooster stuifsneeuw door de straten, in het zuiden klonk het vertrouwde geluid van de regen en was het zacht. Op oudejaarsdag was het uiteindelijk overal winter en ijzig koud. De spektakelwinter van 1979 was begonnen.
Later die winter een herhaling
Later die winter rond 14 februari deed zich een herhaling van de situatie van vlak voor de jaarwisseling voor. Het kwam tot een unieke sneeuwstorm waarbij delen van Noord-Nederland dagenlang van de buitenwereld afgesloten raakten. Ook toen duurde het lang voordat het zuiden weer met de kou te maken kreeg en daar waren de gevolgen een stuk minder groot. Die winter lag de grens tussen kou en warmer weer sowieso steeds boven Nederland. Op diverse plaatsen kwam het op meer dan 20 dagen tot ijzel, iets dat in de jaren erna nooit meer is vertoond. We zijn zelfs niet meer in de buurt gekomen.
De ijzelramp van maart 1987
Begin maart 1987 leverde een slepend front in het noordoosten van het land langdurige ijzel op, terwijl in de rest van Nederland de dooi was ingevallen. Er zette zich zoveel ijs op alles af, dat van een heuse ijzelramp werd gesproken. Bomen bezweken onder de last van het ijs en er ontstond een ‘glazen’ landschap dat we in Nederland zelden zien. Het bleef ook een tijdje zo, want opnieuw won de kou en gingen we toch weer even de winter in.
Door het front in 1996
In februari 1996 trok een lagedrukgebied vanuit het noordwesten over het land naar het zuidoosten. Erachter werd de wind noordoostelijk en viel de winter in. Ook ging het bijzonder hard waaien. Die dag reed ik zelf van Garderen op de Veluwe, waar de temperaturen nog ruim boven nul waren bij een zuidwestelijke wind, naar Amsterdam, waar het al wel winter was bij een harde noordooster. Ergens bij Amersfoort reed ik door het front. De wind draaide van zuidwest naar noordoost en ineens zat ik ook in de stuifsneeuw.
Regen, sneeuw en ijzel in 2001
Als laatste voorbeeld noemen we de bijzondere situatie van 3 en 4 februari 2001, die op de één of andere manier in de vergetelheid is geraakt. Ook toen lag de wintergrens langere tijd boven Nederland. In de noordelijke helft viel veel sneeuw, de zuidelijke helft had vooral regen en rond het front (bij voorbeeld op de Veluwe) ijzelde het. Ik woonde in Nijmegen waar het na sneeuw op de zaterdagmorgen was gaan regenen bij temperaturen steeds boven nul. Maar in Arnhem, 20 kilometer noordelijker, bleef het vriezen en ijzelde het lange tijd. Dat gold ook voor de Veluwe, waar uiteindelijk veel bomen de ijslast niet meer konden dragen.
Nu zitten we veilig
Het zijn allemaal voorbeelden van hoe een drukverdeling zoals we die vandaag boven Nederland hebben, in een ander jaargetijde óók kan uitpakken. Vandaag loopt het wat dat betreft zo’n vaart niet, want we zitten veilig in de zomer. Nat is het hier en daar wel.
Door: Reinout van den Born / Weer.nl