Foto gemaakt door Reinout van den Born - Terletseveld - Wat waren de luchten in de lente blauw!
Foto gemaakt door Reinout van den BornTerletseveldWat waren de luchten in de lente blauw!
Nu

Terugkijken: de felblauwe luchten in de lente

Het jaar 2020 zal voor iedereen anders in het geheugen worden weggeschreven. Wij allen hebben onze eigen belevenissen, hoogte- en dieptepunten die dit jaar typeren. Voor wat weersomstandigheden betreft, heeft 2020 op het eerste oog niet heel speciaal uitgepakt. Maar toch zijn er echt wel bijzonderheden aan te wijzen en veel daarvan hebben we in gezamenlijkheid meegekregen. Immers, we hebben dit jaar veel tijd in eigen land doorgebracht. Wat zijn we veel buiten geweest. We wandelden wat af met ons allen. De natuurgebieden waren nog nooit zo druk en de noodzaak om er even uit te zijn, werd op grote schaal gevoeld.

Nadat we half maart een paar weken vooral thuis verbleven en niet goed wisten hoe we met de nieuwe corona-situatie moesten omgaan, trokken we er in de loop van het voorjaar geleidelijk vaker op uit. Maar dat kon alleen met een dikke jas. Weet je het nog? De luchten waren een paar weken strakblauw en nog fraaier; zonder vliegtuigstrepen. We konden amper geloven dat een contrailloze lucht (contrail = condensatiespoor van een vliegtuig) zo blauw kon uitpakken. De lucht was die weken sowieso mateloos transparant. En de lucht was koud.

Hogedrukweer

Wat in de winter almaar niet gebeurde, ontwikkelde zich wel in de loop van april. Boven de Noorse zee kwam een hogedrukgebied tot stand en de wind ging naar oost tot noordoost. Daarmee werd zeer droge lucht aangevoerd en kon de zon werkelijk uitbundig schijnen. Zonnepanelen draaiden op volle toeren en menigeen keek met grote ogen naar de recordopbrengst die ineens tevoorschijn kwam. Maar wat was het koud. De middagtemperaturen waren ondermaats, en dat niet alleen. De wind veroorzaakte een gevoelstemperatuur die danig onder de observatiewaarde van de thermometer lag. Wie een frisse wandeling maakte door het open veld deed er goed aan om ook diep in april nog de winterjas aan te houden, inclusief muts en sjaal.

Foto gemaakt door Reinout van den Born - Terlet - Jonge beukjes verloren in het voorjaar door de droogte hun blad al vroeg.
Foto gemaakt door Reinout van den BornTerletJonge beukjes verloren in het voorjaar door de droogte hun blad al vroeg.

En ondertussen keken we naar de prachtige egale blauwe kleur van de lucht. Normaliter hadden vliegtuigstrepen het zwerk doorkruist en er (kort- of langdurig) sluierbewolking in achtergelaten. Die strepen ontstaan door de uitstoot van waterdamp en roetdeeltjes. Van sluierbewolking is inmiddels bekend dat deze vooral een opwarmend effect hebben. Dit is mede ontdekt doordat er na de aanslag op de twin towers in New York, dagenlang geen vliegverkeer boven de VS mogelijk was en wetenschappers daar gelijk onderzoek op los lieten. Sluierbewolking zorgt voor minder zoninstraling én voor minder nachtelijke uitstraling. Het netto-effect is dat er daardoor meer warmte wordt vastgehouden. Contrails hebben dus een opwarmend effect. Het uitblijven van deze strepen zorgt juist voor een netto-afkoeling.

Opdrogend

Niet alleen was er een aantal koude en zeer heldere voorjaarsweken, ook bleef in de lente de neerslag ineens weg. Het overschot aan nattigheid dat de winter typeerde, verdween daardoor snel. Wie begin maart door de bossen of over de velden struinde, stampte door zompig land. Amper twee maanden later was er van de drassigheid weinig meer te merken. Het land droogde op waar je bij stond. Dit opdrogen kwam door het gebrek aan regen, de felheid van de zon, de transparante lucht en de lage luchtvochtigheid.

Op 11 april kwam weerstation Deelen bij Arnhem op een relatieve luchtvochtigheid van 14 procent uit. Dit was de laagste luchtvochtigheid in een aprilmaand voor Deelen. Met een dergelijk droge lucht en voluit zoninstraling, droogde de bovengrond heel snel uit. Vandaar ook dat de gemiddelde wandelaar in het late voorjaar en de vroege zomer alweer bomen zag die hun blad lieten vallen. Menige (jonge) beuk stond begin mei fier in blad, om begin juni gekreukelde en verfrommelde blaadjes te laten zien. Gelukkig kwam er een tweede bladgroei voor de meeste beuken, maar het geeft wel aan dat er toch weer meerdere extremen zijn geweest in 2020. De vele regens van de winter, waren snel verleden tijd door de felle zonneschijn en de droogte in het voorjaar. Overigens leidde die voorjaarsdroogte en de lage luchtvochtigheid tot meer vorstdagen dan in de winter. Ook opvallend.

Met dank aan Grieta Spannenburg.

Reinout van den BornChef Redactie