Waar was Ellen nou?
Eerst kwam Ciara, toen kwam Dennis, en afgelopen weekend zetten we ons schrap voor Ellen. Het hele weekend was #StormEllen zo’n beetje trending topic op Twitter. En jawel, het stormde. Maar: het was Ellen helemaal niet. Huh?Het was volop in het nieuws de laatste tijd: sinds dit seizoen krijgen stormen ook bij ons een naam. We doen dat in samenwerking met Met Office en Met Eireann, de Britse en Ierse meteorologische dienst. Zo kwamen Atiyah en Brendan al voorbij, maar kregen wij daar niet veel van mee. Met Ciara en Dennis hebben wél innig kennisgemaakt. De bedoeling van dat namensysteem is om meer duidelijkheid en consistentie te scheppen, zodat mensen beter weten waar ze aan toe zijn. Dit weekend was dat duidelijk niet het geval. Hoe zit dat nou?
Terminologie
Laten we beginnen bij het begin. In ons land gaat het KNMI over de precieze definities van allerlei weerfenomenen. Er is een eindeloze hoeveelheid onverbiddelijke regels over wanneer je kunt spreken van bijvoorbeeld een ‘warme dag’, ‘matige vorst’ of een ‘tropennacht’. Daar is enerzijds veel voor te zeggen, want zonder dit soort definities is er geen enkele wetenschappelijke vergelijking te maken. Je hebt dit nodig om de ontwikkelingen te zien op de langere termijn. Ook als een normaal mens niets met deze terminologie kan, wat nogal eens het geval is. (Breek me de bek niet open over de tropennacht…)
Verboden woorden
Als nieuwbakken weervrouw liep ik zo in mijn begintijd al snel tegen taalproblemen aan. “Het gaat hard waaien” kon ik nooit meer zeggen, behalve bij windkracht 7. Windkracht 6 is ‘krachtig’, windkracht 8 is ‘stormachtig’, en alleen windkracht 7 heet ‘hard’. Ook als een willekeurige luisteraar bij windkracht 6 best kan denken “goh, wat waait het hard”. Een woord als ‘warm’ mocht ik in de winter eigenlijk ook niet uitspreken, want pas bij 20 graden is het officieel warm en in de winter zeggen we ‘zacht’. Zo zijn er nog talloze woorden waar het weerwereldje een monopolie op lijkt te hebben. En waar wij de weersverwachting moeten vertalen naar een bericht waar een kijker of luisteraar iets mee kan, zitten dit soort officiële termen vaak in de weg.
Een uur windkracht 9
Ook dit weekend heeft dat waarschijnlijk bijgedragen aan de verwarring. Er kwam dus storm. Het KNMI hanteert al sinds jaar en dag als definitie van storm: een gemiddelde windkracht 9 op de schaal van Beaufort, gedurende een uurvak. Ja, een uurVAK: dus niet van tien voor 10 tot tien voor 11, nee, het moet allemaal op het hele uur. Prima, want dat gebeurde zondag ook. De storm was officieel en we hadden zelfs eventjes windkracht 10 in Zeeland.
De niet-Ellen
Tegelijkertijd was het geven van namen aan stormen dit jaar dus nieuw, en dit weekend hing er dus een potentiële Ellen in de lucht. Maar de storm die wij hadden, gedroeg zich anders dan de voorgaande stormen. Was dat misschien de reden? Zowel Ciara als Dennis kwamen via de Ierse en Schotse kust bij ons langs, en trokken dus met hun kernen noordelijk van ons land voorbij. Deze stormen hadden hun naam al gekregen voordat ze bij ons op stoom kwamen. De storm van afgelopen zondag kwam juist ten zuiden van de Britse eilanden tot ontwikkeling en kwam onze kant op. Op die Britse eilanden viel het relatief mee met de wind, maar bij ons kwam het dus wel degelijk tot storm. Keurig volgens de definitie van het KNMI. Maar toch: geen Ellen.
Wanneer een naam?
Bij onze buren krijgt een storm pas een naam als er code oranje wordt uitgegeven. Of code rood natuurlijk. Zo’n code is een waarschuwing die gebaseerd op de combinatie van de verwachte impact van de storm, en de kans dat die impact daadwerkelijk gaat plaatsvinden. Daarbij gaat het niet alleen om wind, maar ook regen- of sneeuwval wordt soms in de overweging meegenomen. Een storm met een naam is voor de Britten eigenlijk een voldoende hevige verzameling van lage druk, wind en neerslag.
Taalbarrière
at brengt ons bij een volgende taalkundig probleem. Terwijl bij ons het woord ‘storm’ alleen over wind gaat, en wel om 9 Beaufort volgens de keurige definitie van het KNMI, wordt het Engelse woord ‘storm’ anders gebruikt. ‘Storm’ is in het Engels ook gewoon een fikse bui. Een ‘thunderstorm’ is een onweersbui. Bovendien: de Engelse schaal van Beaufort gebruikt voor windkracht 9 de term ‘strong gale’, en pas bij kracht 10 ‘storm’. Handig.
Hollandse code oranje
En hoewel het KNMI qua naamgeving min of meer op dezelfde manier te werk gaat als de Britten – ook hier krijgt een storm krijgt pas een naam als er code oranje uitgeven wordt – is er toch iets vreemds. Een gewone storm, volgens de eigen definitie van het KNMI, is namelijk niet storm genoeg om een naam te krijgen. Er moet veel meer gebeuren dan een uurtje windkracht 9. Code oranje wordt überhaupt niet op basis van windkracht alleen uitgegeven; het gaat om de windstoten.
Het criterium: er moeten óf windstoten van boven 120 km per uur verwacht worden op twee weerstations aan de kust, óf windstoten van 100 km per uur of meer in een gebied (op land) van 2500 vierkante kilometer. Dat is ongeveer de oppervlakte van de provincie Drenthe. Als dat de verwachting was geweest, had het KNMI de storm een naam kunnen (of moeten) geven, ook zonder dat onze westerburen dat hadden gedaan.
Geen Ellen
Maar dat was dus afgelopen zondag nét niet het geval. Hoewel er op vier stations in Zeeland windstoten van (ruim) boven die 100 km per uur zijn geweest (met 112 km/u als hoogtepunt), en ook bij Rotterdam, en ook boven het IJsselmeer, was het kennelijk niet genoeg. De schamele’ windstoten van 90 tot 97 km/u bij de stations eromheen waren te lafjes. Zo kan het dat er geen code oranje was, en dus geen Ellen, en wél storm.
Wie snapt dit?
Goed, nu we dat boven water hebben, krijg je toch de neiging om je eens goed achter de oren te krabben. In principe was het allemaal volgens het boekje. Maar als de caravans links en rechts door de lucht vliegen, is dat boekje misschien toch niet zo'n praktisch aanknopingspunt voor het publiek. Voor wie is dit nog te begrijpen?
Het klinkt bovendien wat krom om je eigen waarschuwing – voor iets dat nog niet is gebeurd – als criterium te gebruiken. En tegelijkertijd een storm is pas officieel een storm noemen als het al een uur gaande is. In theorie kan het dan voorkomen dat een storm op voorhand een naam krijgt, en uiteindelijk helemaal geen storm wordt. En wat als zo’n storm bij Ierland al een naam heeft gekregen, maar het bij ons slechts windkracht 7 of 8 oplevert? Spreken wij dan toch nog van ‘storm Brendan’, en is de verwarring dan compleet?
Tja. Er is helemaal niets mis met namen voor stormen, of met vastgestelde weerterminologie voor wetenschappelijke doeleinden. Maar tegelijkertijd is de tijd misschien rijp om hier eens wat vaker voorzichtig van af te stappen, als je mensen écht duidelijk wil maken wat er gaat gebeuren. Want dat was toch de bedoeling?
Komende zomer zal ik nog wel eens over de ‘tropennacht’ beginnen.