Foto gemaakt door Willem van Nunen
Foto gemaakt door Willem van Nunen
Nu

Warmer weer kan verspreiding coronavirus flink remmen

Ongeveer heel de wereld heeft nu met de verspreiding van het coronavirus te maken dat de longaandoening covid-19 veroorzaakt. Alle mogelijke middelen worden in stelling gebracht om de verspreiding van het virus zoveel mogelijk te vertragen. Gehoopt wordt nog steeds dat in elk geval op het noordelijke halfrond, waar we nu richting de zomer gaan, ook het opwarmende weer een bondgenoot wordt in de strijd tegen het virus. Een Amerikaans onderzoek, dat eind vorige week is verschenen, biedt wat dit betreft enige hoop.

Onderzoekers van de Universiteit van Chicago én van de Universiteit van Californië in Santa Barbara hebben een wereldwijde dataset, met daarin 166.686 bevestigde covid-19 gevallen uit 134 verschillende landen onderzocht op de relatie tussen de verspreiding van het virus en de lokale temperatuur waarbij de verspreiding optrad. Om hierover een gefundeerde uitspraak te kunnen doen, moesten andere invloeden (bij voorbeeld de invloed van hoe de lokale gezondheidsautoriteiten met de uitbraak omgaan – en dat verschilt per land, maar ook de bevolkingsdichtheid in onderzochte landen) worden geïsoleerd.

Er lijkt een verband met het weer te zijn

Toen dat gelukt was, kon de invloed van de plaatselijke temperatuur op de verspreiding van het virus worden bepaald. Eerder in dit verhaal beschreven we al hoe een groep van Amerikaanse onderzoekers uitvond dat het erop lijkt dat het weer in een smalle band (het gebied tussen 30 en 50 graden noord) rond het noordelijk halfrond de afgelopen maanden het meest geschikt bleek voor de verspreiding van het virus. Ten zuiden van deze band leek de hogere temperatuur de verspreiding te remmen, ten noorden de lagere temperatuur. Ook vermoedden zij een relatie met luchtvochtigheid en de hoeveelheid UV-straling van de zon.

‘Robuust bewijs’

Op basis van de resultaten van het nieuwe onderzoek geven de onderzoekers aan dat ze een ‘robuust statistisch bewijs’ hebben gevonden voor hun idee dat de verspreiding van het coronavirus voor elke graad stijging van de temperatuur gemiddeld met 13 procent wordt afgeremd. Voor de temperatuurverandering die tussen maart 2020 en juli 2020 in de landen op het noordelijk halfrond wordt verwacht, zou het effect gemiddeld een vermindering van de verspreiding van het virus met 43 procent kunnen zijn, denken ze.

Zuidelijk halfrond méér besmettingen

In de landen op het zuidelijk halfrond, waar nu de winter begint en de gemiddelde temperaturen juist omlaag gaan, verwachten de onderzoekers het tegenovergestelde. Daar zou de verspreiding van het virus juist kunnen gaan versnellen, en wel met gemiddeld 71 procent in de periode van maart 2020 tot juli 2020. Zodra de winter op het noordelijk halfrond dan weer aan de beurt is, zou de verspreiding van het virus hier weer kunnen versnellen, met gemiddeld 59 procent in januari 2021 ten opzichte van maart 2020. Een relatie met de luchtvochtigheid hebben de onderzoekers niet kunnen aantonen.

Unieke kans

De verwachting van de onderzoekers is dan ook dat de verspreiding van het coronavirus in de landen op het zuidelijk halfrond de komende maanden gaat versnellen, door het koudere weer daar. Voor de landen in het noordelijk halfrond denken ze dat er een unieke mogelijkheid ligt om het virus in de zomermaanden, met de huidige draconische maatregelen om de verspreiding ervan te remmen én de hulp van het warmere weer zover terug te dringen, dat een tweede golf na de zomermaanden misschien wel voorkomen kan worden.

De tijd zal het de komende maanden leren. We blijven het hier natuurlijk volgen.

Reinout van den BornChef Redactie