30-Daagse: eerste aanzet richting de winter
We zijn onderweg naar een koude en droge winter, zo zegt de eerste versie van de winterverwachting, die zich tot de maand januari uitstrekt. We zullen ook al snel weten of het ook echt gebeurt. Om het mooi te laten zijn, zou er in deze aflevering van de 30-daagse verwachting al iets van een aanzet tot koud weer, later in november of in december in de kaarten te vinden moeten zijn. Ook het gedrag van de poolwervel is meteen al interessant. Meer dan genoeg redenen dus om snel de kaarten in te duiken om uit te vinden wat er deze week allemaal uitkomt.Bij het maken van de eerste versie van de winterverwachting kwam het jaar 1962 als beste vergelijkingsjaar uit de bus. Daarom hebben we ook eens even gekeken hoe het weer toen in oktober was. Het grappige is dat oktober 2021 en oktober 1962 tot vandaag precies gelijk staan voor wat de gemiddelde temperatuur betreft: 12,1 graden.
In oktober 1962 hogedrukgebieden
Toch zijn er verschillen. In 1962 waren hogedrukgebieden de eerste drie weken van de maand dominant. In de Bilt was er tot en met 21 oktober nog maar 25 millimeter aan regen gevallen en over de Nederlandse hoofdstations gemiddeld niet meer dan 17 millimeter. Dit jaar is het tot nu toe beduidend natter geweest, met in De Bilt 93 millimeter en gemiddeld over de hoofdstations ongeveer 60 millimeter regen. In 1962 volgde een zeer wisselvallige week met lagere temperaturen. In De Bilt liep het neerslagtotaal nog tot 83 millimeter op, gemiddeld over de hoofdstations kwamen we op 64 millimeter uit. De gemiddelde oktobertemperatuur daalde tot 10,8 graden, maar met de toen geldende normalen in het achterhoofd was het wel een bijzonder zachte maand.
In november zagen we daarna een steeds meer golvende straalstroom met in Europa voornamelijk nog winden vanuit het zuiden óf vanuit het noorden. Ze wisselden elkaar met enige regelmaat af. Hogedrukgebieden, die nog wel bewogen en niet vast op hun plaats bleven liggen, begonnen een steeds prominentere rol te spelen. Af en toe zag je ook al iets van de drukpatronen op de weerkaarten verschijnen die de winter van 1963 later zo zouden domineren.
Ook dit jaar zien we dat hogedrukgebieden steeds een belangrijke rol spelen. Daarbij krijgt het stromingspatroon ook nu een steeds meridionaler patroon. Hoe dat er precies uitziet, gaan we nu bekijken als we de verwachting week voor week doorlopen.
Week 1: van maandag 25 tot en met zondag 31 oktober
- Zacht weer met af en toe zon, sommige dagen ook wat regen
- Temperaturen vaak tussen 15 en 18 graden met zachte nachten
- Een vaak stevige zuidelijke tot zuidwestelijke wind
Hogedrukgebieden zijn boven het Europese continent actief, met het zwaartepunt in een zone van het zuiden van Frankrijk via de Alpen naar Hongarije en de Zwarte Zee. Lagedrukgebieden hebben hun baan van IJsland naar het midden van Scandinavië. Aan de andere kant van de Oceaan zien we ook hogedruk boven Newfoundland in Canada.
Omdat het hogedrukgebied bij ons dominant is, dringen de storingen, horend bij de lagedrukgebieden in het noorden, maar af en toe tot onze omgeving door en dan voornamelijk tot het noorden van het land. Het zuiden heeft de meeste ruimte voor de zon en de aangevoerde lucht is zacht. Op verschillende dagen kan het tussen 15 en 18 graden worden. Ook de nachten zijn zacht.
Week 2: van maandag 1 tot en met zondag 7 november
- Sterk wisselvallig weer met vooral de eerste dagen nog hoge temperaturen
- Het wordt 13-16 graden, in de tweede helft van de week waarschijnlijk lager
- Het regent vaak en nog steeds waait er een straffe zuidwestelijke wind
Het hele patroon lijkt wat naar het oosten op te schuiven. De hogedruk, die eerst boven Newfoundland lag, komt in het zeegebied van Groenland en IJsland terecht, de hogedruk boven het Europese continent schuift naar het zuidoosten en wordt minder sterk. De tussenliggende depressiebaan komt over onze omgeving te liggen en strekt zich uit van de Golf van Biskaje via de Britse eilanden en onze omgeving naar Scandinavië en Finland.
De eerste dagen liggen we nog aan de warme kant van de depressies in een sterke zuidelijke tot zuidwestelijke stroming, met temperaturen van 14 of 15 graden, warme nachten en sterk wisselvallig weer, omdat storingen Nederland nu wel makkelijk kunnen bereiken. In de tweede helft van de week lijken de bovenluchttemperaturen te dalen en gaan ook de grondtemperaturen omlaag, al blijft er nog steeds een cluster aanwezig die het zeer zachte weer nog laat aanhouden.
Week 3 van maandag 8 tot en met zondag 14 november
- Het wisselvallige weer eindigt in de loop van de week
- De temperaturen komen steeds dichterbij normaal en schommelen rond 10 graden
- De nog steeds meest zuidwestelijke wind neemt geleidelijk af.
De depressiebaan in onze omgeving breekt in tweeën, als gevolg van luchtdrukstijgingen. De hogedruk bij Groenland en IJsland is er nog steeds, datzelfde geldt voor het hogedrukgebied in het zuidoosten, waarvan de kern boven de Zwarte Zee ligt.
De lagedruk breekt op en komt bij de Azoren en boven Scandinavië uit. In Nederland lijkt in deze week geleidelijk een einde te komen aan het sterk wisselvallige weer. Vooral later in de week wordt het rustiger, met wat vaker opklaringen, in de nachten mogelijk mist en temperaturen die overdag nog steeds iets boven normaal blijven. De wind is nog steeds meest zuidwestelijk.
Week 4: van maandag 15 tot en met zondag 21 november
- In de overgangszone opnieuw wisselvallig
- Temperaturen geleidelijk dalend als vanuit het noorden koudere lucht binnendringt
- De wind kan in de loop van de week uit richtingen tussen noord en oost gaan waaien
Het hogedrukgebied in de regio Groenland/IJsland wordt sterker en breidt zijn invloed verder naar het zuiden uit, in de richting van Schotland. Ook boven Scandinavië zien we de luchtdruk stijgen. Het hogedrukgebied bij de Zwarte Zee trekt naar het oosten en komt boven Kazachstan uit.
Lagedrukgebieden lijken vooral actief te worden in het gebied van de Azoren richting het westen en midden van de Middellandse Zee, tot zo’n beetje het noorden van Frankrijk en het midden van Duitsland aan toe. Nederland komt zo in het grensgebied van zachte lucht vanuit het zuiden en veel koudere lucht vanuit het noordoosten terecht. Dat levert een wisselvallig weerbeeld op, maar ook temperaturen die vanuit het noordoosten geleidelijk (iets) onder normaal komen te liggen.
En dan de twee weken daarna
In de laatste week van november wordt het hogedrukgebied op de Oceaan nog sterker. Het strekt zich dan uit van Groenland in de richting van de Golf van Biskaje. Aan de oostflank ervan komt koude lucht via de Noordzee naar het zuiden. Het levert bij ons wellicht een periode met noordwestelijke winden op, relatief lage temperaturen voor de tijd van het jaar en buien, vanaf de Noordzee.
In de eerste week van december schuift het hogedrukgebied verder naar het oosten op en komt boven de Britse eilanden te liggen, met een uitloper over Nederland, maar ook over de Noordzee naar het noorden. Ook dan is de lucht koud en worden duidelijk beneden normale temperaturen verwacht. Ook legt het hogedrukgebied de buien aan banden. Dit zou een eerste week kunnen zijn waarin het weer in onze omgeving winterse trekjes krijgt.
Ontwikkeling past in de winterverwachting
Al met al zien we een ontwikkeling die bij het spoor past, zoals dat in de winterverwachting is uitgezet. Is het volgende week nog zacht en licht wisselvallig met zuidelijke tot zuidwestelijke winden, in de weken daarna wordt het steeds ietsje kouder en wordt de atmosfeer drastisch verbouwd. Totdat we aan het einde van de periode hogedruk dichtbij hebben, met een stevige uitbouw naar het noorden, koude lucht binnen de grenzen en temperaturen die duidelijk beneden normaal zijn. In 1962 begon december ook met hogedruk en op 5 december met extreme mist.
De poolwervel ten slotte komt de komende week (en dat is heel erg vroeg) al vrijwel tot stilstand, om in november snel te herstellen en dan duidelijk sterker dan normaal te worden. Dat gebeurde vorig jaar ook. Een volgende aanval op de poolwervel lijkt voor eind november en begin december (ook mooi vroeg) op het programma te staan, al is er voor die periode nu nog veel onzeker.