30-Daagse: het wordt wel warmer, maar is het genoeg?
Nu de in diverse opzichten historisch verlopen aprilmaand bijna voorbij is, dient de laatste van de drie lentemaanden zich aan. Het extreem koude weer in april heeft de lente voor wat de gemiddelde temperatuur betreft op een grote achterstand gezet en als er in mei niet snel iets verandert, is de kans groot dat de lente uiteindelijk ook als een koude de geschiedenis in zal gaan.De kans dat het tij in deze lente snel keert, lijkt niet groot. De drukverdeling boven Europa zit muurvast. Een hogedrukgebied in de regio IJsland/Groenland heeft de komende dagen nog geen plannen om te wijken. Wel ligt het iets verder noordelijk dan in de voorgaande weken. Tegelijkertijd is het hogedrukgebied bij de Azoren weer wat meer op krachten gekomen. Lagedrukgebieden van de Oceaan kunnen onze omgeving, onder het hogedrukgebied in het noorden door, dan ook weer bereiken. Het weerbeeld ziet er hierdoor weer wat wisselvalliger uit.
Gisteren, donderdag merkten we dat al toen in de omgeving van het IJsselmeer een grote hoeveelheid regen viel. De weersontwikkeling leek wel iets op de situatie van 6 en 7 februari die tot sneeuwstorm Darcy leidde. Opnieuw kwam vanuit het zuiden een lagedrukgebied opzetten dat in onze omgeving fuseerde met een ander lagedrukgebied vanuit het westen en met een bel met bovenluchtkou hogerop in de atmosfeer. Leverde de bovenluchtkou de voor de zware regen benodigde onstabiliteit, het vocht kwam met het lagedrukgebied vanuit het zuiden mee. De rest is geschiedenis. Lelystad schopte het gisteren net niet tot 55 millimeter.
Week 1: van maandag 3 tot en met zondag 9 mei
We zien iets van een zuidwestcirculatie ontstaan, met een eerste lagedrukgebied dat onze omgeving in de periode van dinsdag en woensdag aandoet en een tweede lagedrukgebied dat aan het einde van de week het Noordzeegebied binnentrekt. Daar vooruit lijkt op vrijdag ook nog eens een lagedrukgebied over Frankrijk en België onder Nederland door naar het oosten te trekken. De regen daarvan zou de zuidelijke helft van het land kunnen bereiken.
Valt het maandag met de buien nog mee, al is het zeker niet droog, dinsdag en woensdag lijken twee uitermate wisselvallige en ook onstuimige dagen te worden en ook donderdag vallen in het noorden nog buien. Na de regen wellicht in de zuidelijke helft van het land van vrijdag, brengt het volgende lagedrukgebied ook in het weekend een portie wisselvalligheid met zich mee.
Omdat warme lucht onze omgeving nog altijd niet weet te bereiken, de bovenluchttemperaturen aan de lage kant blijven en ook het zeewater om ons heen en het water van het IJsselmeer op dit moment kouder dan normaal zijn, blijft het duidelijk te koud voor de tijd van het jaar. Op de meeste dagen wordt het niet warmer dan tussen 10 en 15 graden en als het eens regent of er vallen buien kan het kwik gemakkelijk nog een paar graden lager uitvallen.
Week 2: van maandag 10 tot en met zondag 16 mei
Hier lijkt de grootschalige drukverdeling eindelijk wel te veranderen. Het grote hogedrukgebied in het noorden, dat onze omgeving zo lang parten heeft gespeeld, moet deze week van de weerkaarten verdwijnen, zo is de verwachting. En dat zou een echte ommezwaai zijn. Is dit hogedrukgebied er tegen die tijd echt niet meer, dan krijgt het hogedrukgebied bij de Azoren meer ruimte, maar kan ook naar het noorden opschuiven. Veel zal dan afhangen van de manier waarop dat gebeurt. Komt er ten westen van de Britse eilanden op deze manier een nieuw hogedrukgebied te liggen, zoals het Amerikaanse rekenmodel suggereert, dan schieten we er niet veel mee op. De wind wordt zo opnieuw noordwestelijk en een volgende fase met vrij koud lenteweer begint.
Krijgt het hogedrukgebied een uitbouw tot over het zuidwesten van Frankrijk en Centraal-Europa, zoals het Europese rekenmodel suggereert, dan ziet het er spannender uit. De wind waait dan vaker uit het zuidwesten en kan, als er op de Oceaan eens een lagedrukgebied opdoemt, ook zomaar een tijdje zuidelijk worden. Hetere lucht, die boven Spanje al aanwezig is, zou daarmee af en toe naar het noorden kunnen stromen en onze omgeving misschien wel even kunnen bereiken. In de pluimen voor die periode vind je dergelijke warme opties ook terug, al is het nog wel zo dat de koudere opties ook in die periode nog altijd in de meerderheid lijken te zijn.
Week 3: van maandag 17 tot en met zondag 23 mei
Hier zien we twee compleet tegengestelde bewegingen. Daar waar het Amerikaanse rekenmodel voor een langgerekte hogedrukzone ten noorden van onze omgeving kiest, van IJsland via Scandinavië maar het noordwesten van Rusland, houdt het Europese model de hogedrukzone juist ten zuiden van Nederland, van het gebied rond de Azoren, via Spanje en Frankrijk naar het zuidoosten van Europa. Ten noorden daarvan boven Scandinavië dan een grote depressieactiviteit en Nederland in het grensgebied van beide invloeden. Het kan bij ons dan bijna niet anders dan wisselvallig zijn met een stevige zuidwestenwind en temperaturen die nogal sterk schommelen en zo door elkaar mogelijk niet eens zo heel veel van de normaal zullen afwijken.
Krijgt de Amerikaanse berekening gelijk, ziet het er beter uit. In dat geval hebben we meer zon, waait er een oostelijke tot noordoostelijke wind en blijft het op de meeste plaatsen droog. Verder zullen de temperaturen dan waarschijnlijk ook een stukje hoger uitpakken.
Week 4: van maandag 24 tot en zondag 30 mei
De verwachtingen voor deze week zijn zeer onzeker. De verschillende modellen komen er niet goed uit, iets wat je in week 3 eigenlijk ook al ziet. Kijk je naar de belangrijkste invloeden op het weer van dit moment, en dan moet je aan het warme zeewater op de noordelijke helften van de Grote Oceaan en Atlantische Oceaan denken, dan maakt een hogedrukgebied op de Oceaan ten westen van het Europese continent nog steeds de grootste kans. In de lange termijnverwachting zien we dan ook dat er rond die tijd nog steeds temperaturen worden verwacht die hooguit normaal zijn voor de tijd van het jaar, maar waarschijnlijk iets onder het gebruikelijke gemiddelde liggen.
Verder wordt nog steeds een vorm van wisselvalligheid berekend. Sterker: de neerslaghoeveelheden die in de komende 4 weken worden berekend, zouden in totaal in de buurt van 90 millimeter kunnen uitkomen. Als deze verwachting wordt bewaarheid, laat het weer zich deze lente vergeleken met die van voorgaande jaren van wel een heel andere kant zien. De natuur zou zo, in de aanloop naar de zomer, weer eens voldoende water kunnen hebben. Dat zou een mooie bijvangst zijn.
Samenvattend:
Ook de komende 4 weken blijft het dus een lastig verhaal om het koude weer van de laatste maand echt om te keren. De komende week lukt het niet. De temperaturen blijven beneden normaal en het is bovendien wisselvallig. Vanaf week 2 worden de onzekerheden wat groter. Ongeveer een derde van de berekeningen laat het hogedrukgebied dan zo’n positie kiezen dat zuidwestelijke of zuidelijke winden wat meer kans maken, maar de rest zet het oude patroon door.
Omdat de diverse modelberekeningen het in de periode daarna niet meer weten, hebben we naar de belangrijkste invloeden op het weer gekeken. Bij afwezigheid van andere voortekenen, wijzen die nog steeds op een langer aanhouden van het patroon, dat in onze omgeving al tot zoveel koudere dan normale dagen heeft geleid, ook geurende het grootste deel van mei. Het wordt dan zeker warmer, maar het blijft wisselvallig en de temperaturen liggen nog steeds beneden normaal.