Aantal smeltdagen op Zuidpool dit jaar beneden normaal
Net zoals het zeeijs in het Noordpoolgebied en de ijskap op Groenland, wordt ook het ijs in het Zuidpoolgebied voortdurend met behulp van satellieten in de gaten gehouden. Omdat de meetmotheden steeds beter worden, krijgen we ook voor het zuidpoolgebied steeds meer inzicht in de manier waarop weer, water en ijs met elkaar interacteren en kunnen we steeds nauwkeuriger volgen hoe de ijshoeveelheid in het gebied zich ontwikkelt.Nu heeft de ijsontwikkeling rond het Antarctische continent niet alleen met het weer te maken. Omdat een deel van het ijs als grote ijsplaten in en op het zeewater ligt, spelen watertemperaturen en zeestromingen ook een rol. Niettemin blijft het opvallend dat het aantal smeltdagen van het ijs in Antarctica als geheel en ook in een aantal deelgebieden al tientallen jaren geleidelijk lijkt te dalen. Dat terwijl gemiddelde temperaturen er in de laatste eeuw juist alleen maar zijn gestegen. Omdat het leeuwendeel van die stijging voor rekening van de in het zuidpoolgebied nog altijd ijskoude winters komt, ziet het smeltseizoen er in de zomer er dus best verrassend uit.
Aantal smeltdagen beneden normaal
Ook in de nu bijna voorbije zuidpoolzomer van dit jaar is het aantal dagen met ijssmelt in veel van de de meest gevoelige gebieden beneden normaal geweest, zo meldt het Amerikaanse National Snow and Ice Data Center (NSIDC). Alleen in delen van het noordelijke en in een gebied in het uiterst zuidelijke deel van het Antarctische schiereiland is het smeltseizoen intens geweest. Op de Larsen-ijsplaten dooide het tussen 15 en soms 45 dagen meer dan normaal, evenals in het warme deel aan de zuidkant van het schiereiland. Ook wat verder naar het oosten op de Filchner ijsplaat kwam de temperatuur een dag boven nul uit, iets wat daar bijna nooit gebeurt. Maar verder was het aantal smeltdagen op de meeste plaatsen normaal of zelfs afwezig. Daarbij moet je bedenken dat smelt in Antarctica voornamelijk aan de randen van ijscontinent optreedt.
De ijssmelt van de afgelopen zomer. Onder het percentage van het oppervlak van de zuidpool dat ermee te maken had. Boven links het aantal smeltdagen en rechts de afwijkingen ten opzichte van normaal. Bron: NSIDC.
Vergelijk je de situatie van Antarctica met die van de Groenlandse ijskap tijdens het smeltseizoen daar, dan gaat het procentueel op Antarctica om heel kleine gebieden waar de temperaturen boven nul uitkomen. Dooit het tijdens een extreem warme dag op Groenland in uitzonderlijke gevallen op meer dan 90 procent van de ijskap, op de Zuidpool komt het niet verder dan maximaal ongeveer 3 procent van het continent. Daarbij moet gezegd worden dat Antarctica wel veel groter is dan Groenland en dat er ook veel meer ijs ligt.
Wind speelt in de zomer een belangrijke rol
Gedurende het smeltseizoen is de wind boven het zuidpoolcontinent heel belangrijk. Over het hooggelegen binnenland waait in de zomer vaak een noordwestelijke wind die relatief warme lucht helemaal naar het oosten van het ijscontinent kan transporteren. Daar stort die wind van de ijskap af richting zee en lopen de temperaturen aan de randen door föhneffecten zover laten oplopen dat het ijs er kan gaan smelten.
Gedurende een normale zomer ontstaan op de ijsplaten in het oosten dan meren, gevuld met smeltwater. Die zijn dit jaar in de zomer achterwege gebleven. Op de Larsen-ijsplaten aan het Antarctische schiereiland waren ze er juist wel. De Wilkens- en de George VI-ijsplaten, ook aan het Antarctische schiereiland en waar in een normaal smetseizoen de hoogste aantallen smeltdagen worden gemeten, deden dit jaar veel minder dan anders mee.
Sterk lagedrukgebied had grote invloed
Oorzaak van het relatief geringe aantal ijssmeltdagen in de Antarctische zomer was een sterk lagedrukgebied boven de Amundsenzee. Het hield de föhnwinden in het oosten tegen. De gemiddelde zomertemperaturen lagen er over uitgestrekt gebieden 1 tot 1,5 graden lager dan normaal, wat past bij het vrijwel ontbreken van smelt in deze regio’s. Aan de zuidkant van het schiereiland was het een graad boven normaal en dat gold ook voor de kusten waar de Larsen-ijsplaten liggen. Voor het overgrote deel van de Zuidpool waren de temperaturen rond normaal.
Zoals al aangegeven, hangt het smelten van ijs in de poolgebieden ook af van de watertemperaturen in het gebied (van belang voor het ijs dat in het water ligt), de zeestromingen en van de hoeveelheid sneeuw die er valt. Neem je al die gegevens in een berekening mee, dan kun je voor ieder jaar een massabalans van het ijs maken. Die berekening moet voor dit jaar nog worden uitgevoerd. Pas dan kunnen we echt zeggen wat er met het ijs in het zuidpoolgebied is gebeurd.
