De kans op een koude winter lijkt verkeken
De eerste maand van de winter is bijna voorbij. Met gemiddeld om en nabij 5,4, tegen 4,2 graden normaal, graden wordt het de 11e opeenvolgende te warme decembermaand. En toch is december niet helemaal zonder winterweer verlopen. We hebben de eerste natuurijsmarathon van het nieuwe seizoen al achter de rug. Maar met de in onze winterverwachting in het vooruitzicht gestelde koude en droge winter had het allemaal niet veel te maken. De kans daarop lijkt ook verkeken.Als je de winter op aarde van heel ver weg bekijkt, dan komt het als je heel simpel kijkt hierop neer. Doordat de zon lager staat dan in het zomerhalfjaar en in het poolgebied zelfs lange tijd onder is, bouwt zich in het hoge noorden een gebied met koude lucht op. In de tropen en subtropen handhaaft zich (relatief) warme lucht. Ergens in het midden ontmoeten die twee elkaar en dat is de plaats waar de straalstroom zich bevindt, het voor ons weer belangrijkste weerfenomeen.
Straalstroom bepaalt waar het warm en koud is
Daar waar de grootte van dat koudegebied (er zijn zeker afwijkingen) min of meer vastligt, geldt dat voor de vorm ervan allerminst. Dat is het werk van onder meer de straalstroom. Die straalstroom is een dynamisch fenomeen dat versnelt en vertraagt, soms recht ligt en dan weer in allerlei kronkels. De warme lucht aan de zuidkant ervan en de koude lucht aan de noordkant bewegen lekker mee. Als je onder de straalstroom ligt, zoals Nederland vaak, word je er soms gek van.
Een tweede fenomeen dat invloed heeft op grootte en vorm van het koude gebied in de winter is de stratosferische poolwervel. Omdat de zon in het poolgebied in de wintermaanden onder is, koelt de stratosfeer (de luchtlaag op een hoogte tussen globaal 10 en 50 kilometer) daar heel sterk af, veel sterker dan in het gebied er omheen waar de zon wel schijnt.
De rol van de poolwervel
Op de grens van die twee zones ontstaat ook een straalstroom, maar die ligt veel hoger dan de straalstroom die voor ons weer zo van belang is en bovendien op een plaats waar er veel minder lucht is dan in de troposfeer eronder. Daardoor duurt het een tijdje voordat de poolwervel, die elk najaar weer tot leven komt, belangrijk wordt voor hetgeen zich in de luchtlagen eronder afspeelt.
Een belangrijke rol van de poolwervel is het verplaatsen van kou in de bovenlucht. Daar reageert de straalstroom in de troposfeer eronder dan weer op. Zo beïnvloeden ze elkaar. In de herfst en in het eerste deel van de winter doet de troposferische straalstroom, omdat de poolwervel nog goed op gang moet komen, dat omhoog. Daarna worden de rollen geleidelijk omgekeerd.
In Nederland is het van nature geen winter
Als alles recht zou zijn op aarde en het koudegebied rond de noordpool een vaste vorm zou hebben, zou het in Nederland nooit winter zijn. Winter is bij ons een afwijking van de (ook in de wintermaanden) normale situatie. Bij ons waait de wind van nature uit zuidwestelijke richtingen, onder invloed van een lagedrukgebied bij IJsland en het hogedrukgebied bij de Azoren. Die zuidwestelijke wind voert bij ons, ook in de winter, zachte lucht van de Oceaan aan. Daardoor horen wij in Nederland bij de gematigde klimaatzone thuis, met zachte winters dus.
De enige manier waarop wij koude lucht vanuit het noorden in onze omgeving kunnen krijgen, is als de vorm van het koudegebied verandert. Dat kan als de straalstroom gaat golven. Zo’n golvende straalstroom zien we de afgelopen jaren best vaak, zowel in de zomer als in de wintermaanden. Waar de warme lucht vanuit het zuiden ons in de zomer meestal maar al te goed weet te bereiken, als zo’n golf in de straalstroom trekt, blijkt dat met koude lucht vanuit het noorden in de winter tegenwoordig een stuk moelijker te zijn. Zeker in december, als het koudegebied in het hoge noorden nog in volle opbouw is, gaat het moeizaam. In 2010 lukte het voor het laatst nog een keer goed.
December leek interessant, maar was het niet
De huidige decembermaand leek op voorhand interessant, we hebben daar in de aanloop naar de winter op deze site veel over geschreven. De poolwervel, die in de aanloop naar de winter even een stuk minder sterk was dan normaal, maar in december alweer op volle kracht, had nog niet zijn maximale invloed. Verder leek het erop dat de productie van kou in het poolgebied weer eens wat eerder dan in andere jaren op gang was gekomen. Daarbij waren er signalen dat buien boven de Grote Oceaan, de heersende La Niña en een QBO-oost (een andere straalstroom in de stratosfeer, maar nu boven de evenaar) onze straalstroom (en dus de vorm van het koudegebied) zo zouden kunnen beïnvloeden dat het eindelijk weer eens vroeg koud zou kunnen worden.
Het mooie was dat we in de weerberekeningen in december twee keer een serieuze poging hebben gezien om het zover te laten komen, één keer begin december en een tweede, twee weken later. Beide pogingen brachten de voorste linies van de (echt) koude lucht vanuit Scandinavië (even) tot boven Nederland. Maar beide pogingen liepen verder op niets uit. Twee keer verscheen namelijk (bijna als vanuit het niets) een zuidelijke golf in de weerkaarten. Daar waar de noordelijke golf treuzelde, opschoof en weer verdween, stelde de zuidelijke snel orde op zaken. Een klein beetje winter was alles wat er inzat. Verder bleef het ook deze decembermaand zacht.
Klimaatverandering maakt het heel moeilijk
Bekijk je dit weer van wat verder dan kan de conclusie niet anders zijn dan dat het koudegebied in het noorden in december tegenwoordig niet meer groot genoeg is om Nederland nog te bereiken. Zelfs in situaties, die vooraf als kansrijk worden ingeschat, lukt het niet meer. Dat de drukpatronen, die nodig zijn om het hier koud te laten worden, vroeger vaker op de weerkaarten verschenen dan nu, had ook met de grotere druk achter de kou van toen te maken. Die is er nu niet meer.
Voor winterliefhebbers is dit een hard gelag en dat kun je in retrospectief ook van de afgelopen decembermaand zeggen. Er gebeurde dan nog wel iets, maar gezien de hooggespannen verwachtingen vooraf, was het toch een zeer ontnuchterende ervaring. We beleefden de 11e te zachte decembermaand op rij. Alleen dat al vertelt een heel verhaal op zich.
Poolwervel supersonisch sterk
En nu begint dan straks januari. Een belangrijk onderdeel van de winterverwachting voor die maand was een verzwakking van de poolwervel, die je vaak tegenkomt in winters met de combinatie van een La Niña en een QBO-oost. Meestal zou je die nu dan ook zien, in de berekeningen.
Maar niet dit jaar. Het ECMWF berekent voor de komende 6 weken een bijna supersonisch sterke poolwervel, juist in de periode waarin de invloed ervan op het weer bij ons ook een stuk groter wordt. Dat laat van de eerdere hoop op een koude winter helaas weinig meer over. We moeten daar, zelfs op dit moment al, gewoon reëel in zijn. Want als er iets in de kaarten voor de komende tijd opvalt, dan is het wel het enorme tempo dat er in het weer lijkt te komen.
Westcirculatie
Koude lucht bereikt ons nog wel af en toe, aan de achterzijde van een wegtrekkend lagedrukgebied, maar een dag later ligt een golf met zachte lucht, voorafgaand aan het volgende lagedrukgebied alweer op de loer. Het zijn omstandigheden die bij een gewone westcirculatie horen. Een westcirculatie die zich voorlopig waarschijnlijk niet meer laat temmen. Mogelijk wordt het in februari nog een tijdje wat rustiger, zoals in winters met een La Niña en een negatieve PDO-index wel vaker gebeurt. Maar dan is het in de winter opgebouwde warmte-overschot waarschijnlijk alweer dusdanig groot dat we ook deze winter weer als een zachte mogen wegschrijven.
De realisten hebben ook nu gelijk. Klimaatverandering laat helaas geen ruimte meer voor romantiek.