De laatste keer grootschalig ijzel was in 2016
De laatste keer dat het in Nederland op zo’n grote schaal tot ijzel kwam als vanochtend, was in de periode van 3 tot en met 7 januari 2016. Vooral de drie noordelijke provincies (Friesland, Drenthe en Groningen) kwamen toen in een langdurige ijzelsituatie terecht, leidend tot een code rood die meerdere dagen aanhield en grote overlast op de wegen en een ijslandschap bracht. De beelden van toen zien er ook tegenwoordig nog altijd een beetje surrealistisch uit.Eigenlijk leek de weerssituatie van toen op die van nu. Scandinavië was diep winters doordat aan de zuidflank van een Siberisch hogedrukgebied erg koude lucht het noorden van Europa was binnengestroomd. De voorste begrenzing van die kou drong ook het noordoosten van Nederland binnen. Zachte lucht van de Oceaan stoomde tegelijkertijd naar het noordoosten op, onder invloed van een lagedrukgebied ten westen van Ierland. Boven Nederland botste de twee luchtsoorten op elkaar. De wintergrens kwam dagenlang boven onze hoofden te liggen.
Schaatsen op straat. Het kon begin januari 2016. Foto: Jannes Wiersema.
Eerst viel het met de overlast nog wel mee. Drong de koude lucht op 3 januari het noordoosten al binnen, pas in de nacht naar 4 januari viel er op diverse plaatsen ook sneeuw en werd het voor de eerste keer glad. Overdag drong de vorstgrens langzaam verder op om in de avond van 4 januari op de lijn Texel-Haaksbergen tot stilstand te komen.
Bovenlucht werd warmer en ijzel begon
Omdat de bovenlucht in het koude gebeid op dat moment warmer begon te worden, ging de sneeuw over in ijzel. Behalve de drie noordelijke provincies kregen ook het noorden van Flevoland en Overijssel met de ijzel te maken. Terwijl het in het noordoosten een paar graden vroor bij een oostelijke tot zuidoostelijke wind, werd het in Zeeland bij een zuidwestenwind 8 graden. In de avond van 4 januari en in de nacht naar de 5e ijzelde het flink door. Dit was de nacht met de meeste regen. Er viel meer dan 10 millimeter, goed voor een centimeter aan ijs. De overlast nam ondertussen toe en was voor KNMI reden om in de ochtend van de 5e een weeralarm af te geven.
Na meerdere dagen ijzel, werd de ijslaag behoorlijk dik. Foto: Jannes Wiersema.
Een nieuw gebied met neerslag trok in de avond van 5 januari over het noorden. Hier kregen vooral Drenthe en het noorden van Overijssel mee te maken. Op 6 januari in de ochtend stak de neerslag opnieuw de kop op, eerst boven Friesland en Drenthe, later ook boven Groningen. Ook de Kop van Noord-Holland kreeg er toen even mee te maken.
De dooi kwam op 7 januari
Een nieuw lagedrukgebied, dat vanuit het westen Europa naderde, gaf de zachte lucht hierna een beslissende duw. In de nacht naar 7 januari begon de vorstgrens naar het noordoosten te bewegen, om het uiterste noordoosten uiteindelijk in de avond te verlaten. Daarbij kwam het in Groningen opnieuw tot ijzel en ook nog even sneeuw.
Temperaturen dik onder nul en regen. Dan krijg je dit. Foto: Jannes Wiersema.
De overlast tijdens de ijzelperiode was groot. Omdat er op de wegen vaak geen beginnen aan was, bleven veel mensen enkele dagen thuis. Het verkeer was dan ook een stuk rustiger dan in een normale periode. Verder waren er problemen met de stroomvoorziening door de grote ijsafzetting op hoogspanningsleidingen. De combinatie van de wind, ijzel en de luchtvochtigheid maakte dat het ijs op de hoogspanningskabels in een ‘vleugelvorm’ werd afgezet. De wind kreeg hierdoor vat op de kabels die vervolgens vervaarlijk heen en weer begonnen te zwabberen. Kwamen de kabels dan te dichtbij elkaar, dan kon er kortsluiting of overslag ontstaan. De stroomdips die ontstonden, waren er ook in andere delen van het land de oorzaak van dat het licht af en toe knipperde.
Scholen dagenlang gesloten
Vanwege de gladheid waren veel scholen in Drenthe, Friesland en Groningen drie dagen achter elkaar gesloten. Op de wegen kon geschaatst worden, wat tot het nieuwe woord ‘straatsen’ leidde. Winkels waren gesloten en het bedrijfsleven liep grote schade op, deels omdat mensen thuis bleven en niet naar het werk konden komen, maar ook door een tijdelijk teruglopende omzet. FrieslandCampina kon bij veel boeren de melk een dag lang niet ophalen en er vielen treinen uit. Op de wegen ontstonden vele kleine ongevallen. Ook vielen veel mensen op straat. Uiteindelijk raakten 600 mensen (licht) gewond. Het was de grootste ijzelsituatie in het noorden sinds begin maart 1987.