De start van de meteorologische herfst komt steeds dichterbij
De dagen worden inmiddels snel korter, de zon neemt in kracht af en het Noordpoolgebied begint langzamerhand duidelijk af te koelen. Volgende week dinsdag, op 1 september, begint de meteorologische herfst. Na een gematigde zomer zonder veel warme en stralend zonnige dagen gaat het overgangsseizoen tussen de zomer en de winter dan van start. Het is een seizoen waarin van alles kan gebeuren. Zo werd het vorig jaar in september lokaal nog 35 graden, maar zeker in november valt er soms ook al wat winterse neerslag. Wat mogen we de komende weken en maanden verwachten?De laatste dag met op grote schaal zomerse temperaturen is inmiddels alweer meer dan een week geleden, dat was namelijk op 15 augustus. Sindsdien lagen de temperaturen vrijwel iedere dag (iets) onder normaal, met uitzondering van afgelopen zaterdag. Verder is de zon vorige week slechts weinig te zien geweest en viel vooral op zondag lokaal een flinke plens regen. Vandaag is het met veel zon en 20 tot 23 graden heerlijk zomerweer, maar niet warmer dan normaal. Vanaf woensdag neemt de kans op buien weer wat toe en gaan ook de temperaturen wederom wat naar beneden.
Gedurende grote delen van het jaar hebben we te maken gehad met overwegend koel en (licht) wisselvallig weer. Alleen de eerste helft van juni was over de gehele linie veel warmer, droger en zonniger dan normaal. De komende één à twee weken lijkt het hardnekkige weerpatroon dat zorgt voor een koele noordelijke stroming in stand te blijven. Bijna alle weermodellen tonen namelijk een grote kans op een hogedrukgebied op de Atlantische Oceaan en lagedrukgebieden boven Scandinavië.
Nog geen warm nazomerweer in zicht begin september
De huidige weermodellen lopen door tot ongeveer 7 september en tonen gedurende de hele periode eigenlijk een constant beeld. Hoewel de details uiteraard van dag tot dag zullen verschillen, blijven er twee constanten op de weerkaart staan. Hogedrukgebieden bevinden zich vrijwel continu ten (noord)westen van ons, terwijl lagedrukgebieden zich juist ten (noord)oosten van ons bevinden. Dat is in lijn met de het patroon dat we al een groot deel van het jaar hebben gezien. Daarmee is de kans op een noordelijke windcomponent erg groot. Volgens de laatste uitvoer van het Europese weermodel is deze kans voor begin september zo rond de 70%.
Voor warm nazomerweer, zoals vorig jaar half september ook het geval was (toen werd het lokaal zelfs 35 graden), hebben we een zuidelijke windcomponent nodig. Maar die kans is voor de periode van 1 – 6 september niet groter dan zo’n 20% en bovendien gaat het lang niet in alle gevallen om een 'diepe' zuidstroming vanuit bijvoorbeeld Spanje. Ook (restanten van) orkanen op de Atlantische Oceaan lijken voorlopig niet voor warm nazomerweer te gaan zorgen. De kans op zomerse temperaturen van 25 graden of meer tussen vandaag en 6 september is dan ook hooguit 5% volgens het Europese weermodel. Bovendien neemt de kans op temperaturen van 20 graden of hoger vanaf halverwege deze week af naar zo’n 40%.
Brongebieden koelen snel af
Het hoeft niet zo te zijn dat voor warm nazomerweer altijd een zuidelijke windcomponent nodig is. Sterker nog, de extreem warme zomer van 2018 werd gekenmerkt door een overheersende oost- tot noordoostelijke wind. Had de wind eerder deze zomer (vooral in juni en juli) uit het oosten of noordoosten gewaaid, dan had het gemakkelijk 25 tot 30 graden kunnen worden. Scandinavië en Oost-Europa hadden toen namelijk te maken met langdurig hoge temperaturen. Nu is dat echter een ander verhaal.
De gebieden ten noorden en noordoosten van ons koelen namelijk snel af, veel sneller dan in andere jaren. Vorig jaar liep de temperatuur op 1.500 meter in Scandinavië nog regelmatig op naar 10 graden of meer, nu is dat maximaal 0 tot 5 graden. Eind deze week warmen de temperaturen hogerop in de atmosfeer daar wellicht weer wat op, maar blijft het aan de grond behoorlijk fris in vergelijking met voorgaande jaren doordat de wind uit het noorden tot westen blijft waaien. Om warm zomerweer te krijgen in ons land zal de wind dus voor een langere tijd uit het zuidwesten tot zuidoosten moeten komen en dat lijkt voorlopig nog niet te gebeuren.
Zeeijs, sneeuw en verder verloop van de herfst
Niet alleen in Scandinavië lijkt de afkoeling ingezet, zeker ook in het Noordpoolgebied en later ook grote delen van Rusland. Een aantal dagen geleden schreven we al over het maar langzaam afsmelten van het zeeijs op de Noordpool. Tot augustus ging het afsmelten van het zeeijs in het Noordpoolgebied ongeveer net zo snel als in het recordjaar 2012, maar de afgelopen maand is de afsmelt duidelijk vertraagd. Het zou best kunnen zijn dat de minimum omvang van dit jaar zelfs het grootste is sinds (ten minste) 2014.
Ook in Siberië lijkt het de komende één à twee weken duidelijk te gaan afkoelen. Sterker nog, een vrij groot deel van de verschillende berekeningen van het Europese weermodel tonen begin september daar al een serieus gebied met een sneeuwdek. Ook dat zou een trendbreuk zijn met de voorgaande jaren toen er vaak pas vanaf begin oktober een serieus sneeuwdek ontstond in Siberië.
Al met al ziet het ernaar uit dat onze 'brongebieden' ten noorden en oosten van ons de komende weken snel zullen afkoelen, zeker in vergelijking met voorgaande jaren. Bovendien lijkt het grootschalige patroon in onze omgeving nog altijd hetzelfde te blijven met hogedrukgebieden ten (noord)westen van ons en lagedrukgebieden ten (noord)oosten. Die combinatie zou ervoor kunnen zorgen dat de komende weken en maanden frisse – en later koude – lucht ons een stuk gemakkelijker kan bereiken dan voorgaande jaren, in lijn met de herfstverwachting.