Gletsjers Pyreneeën strijden hun laatste doodsstrijd
Ook al is het op dit moment bijzonder koud in Spanje, de laatst overgebleven 19 gletsjerrestanten in de Pyreneeën strijden het laatste deel van hun doodsstrijd. Ieder jaar gaat er weer een stukje vanaf en als het in dit tempo doorgaat, is alles binnen 30 jaar weggesmolten.De gletsjers in de Pyreneeën zijn de laatst overgebleven ‘rivieren van ijs’ in het zuiden van Europa. In het jaar 1850 waren er nog 52 gletsjers in het berggebied op de grens van Spanje en Frankrijk, nu zijn er nog 19 over, de meeste daarvan bijzonder klein. Sinds 2011 is er 63 hectare aan ijs verloren gegaan, goed voor 19 miljoen ton ijs. Het water dat erbij vrijkwam, past in een klein stuwmeer. Sinds 1850 is 90 procent van het oude gletsjervolume in de Pyreneeën verdwenen.
Drie gletsjers nog van enig volume
Op drie plekken komen nu nog gletsjers met enig volume voor. Op de Pico de Aneto (met iets meer dan 3400 meter de hoogste berg van de Pyreneeën) en de Monte Perdido (beide ketens aan de Spaanse kant van de Pyreneeën) liggen nog gletsjers. Aan de Franse kant heeft de gletsjer van Ossoue nog enig volume. Voor de rest gaat het om (vaak gefragmenteerde) ijsrestanten op andere plekken in de bergen die je eigenlijk nauwelijks meer gletsjers kunt noemen.
De laatste stuiptrekkingen van de Pyreneeëngletsjers worden jaarlijks nauwkeurig in beeld gebracht. Iedere keer weer maken onderzoeksteams de zware tocht naar boven, vaak met volledige bepakking. De meeste gletsjerrestanten zijn, omdat ze zich op grote hoogte en op steile (rots)hellingen bevinden uiterst moeilijk bereikbaar. De onderzoek duren vaak dagen en worden met de modernste apparatuur uitgevoerd, zoals drones en laserapparatuur die de ijsdikte gemakkelijk kunnen meten.
Rivieren van ijs
Een gletsjer is eigenlijk een rivier van ijs. Omdat de beweging ervan vaak niet meer dan een paar centimeter per dag is, moet je het beeld sterk versnellen om de verplaatsingen van het ijs goed te kunnen zien. Gletsjers in hun laatste fase bewegen niet meer. Het zijn ijsklompen die als restant van wat ooit was op hun plek blijven, niet of nauwelijks meer gevoed worden door eventuele sneeuw van de winter en dan vervolgens in een aantal jaren tijd geleidelijk wegsmelten. Gletsjers die niet meer bewegen, zijn feitelijk al dood, maar moeten nog overlijden. Voor veel gletsjerrestanten in de Pyreneeën is die laatste fase in hun doodsstrijd nu nabij of zelfs al aangebroken.
De snelle smelt van de laatste Pyreneeëngletsjers heeft vooral met de stijging van de temperaturen in het hooggebergte te maken, die stukken sneller verloopt dan de temperatuurstijging in het laagland. In de Pyreneeën komt daar nog bij dat er steeds minder neerslag valt en er dus minder sneeuw vanuit de winter overblijft om de gletsjers weer te voeden. Verder schijnt de zon meer en meer en de instraling daarvan is funest voor het overgebleven ijs. De teruggang van dit moment lijkt dan ook niet meer te stuiten. Om het proces terug te draaien, zijn minimaal tien aaneengesloten jaren met bovennormale neerslag en beneden normale temperaturen nodig. De kans daarop is nihil. Waarschijnlijk stijgen de temperaturen alleen maar verder en wordt het nog droger.
Gletsjers afdekken met folie
In de Alpen, waar dezelfde problemen voor veel gletsjers spelen, wordt op sommige plaatsen tijdens de zomermaanden geprobeerd ijs en sneeuw te sparen door grote delen van gletsjers met wit folie af te dekken, zodat de zon er minder goed bij kan. In de Pyreneeën wordt dit niet meer gedaan, omdat er echt geen redden meer aan is. Een grote ramp voor de omgeving is het smelten van de gletsjers niet, zeggen de leden van de onderzoeksteams tegen de Spaanse krant El Pais. Daarvoor zijn ze al te klein en spelen ze feitelijk geen rol van betekenis meer in de omgeving van nu. Wel is het doodzonde dat een uniek natuurverschijnsel als zo’n gletsjer er op het punt van verdwijnen staat.
Op de plekken waar nu de laatste ijsveldjes liggen te smelten, komt wel een ander landschapstype terug. Er ontstaan op zeer hooggelegen plekken bergmeren. Je krijgt er de combinatie van een kaal, met stenen bedekt, rotsachtig landschap en daar doorheen als blauwe lapjes de bergmeertjes. Mensen die weleens hoog in de Pyreneeën hebben geklommen, zullen het beeld kennen. Ondertussen gaan de teams door met hun onderzoek. ‘De zieken moet je blijven bezoeken’, zeggen ze daarover. ‘Zeker als het zo slecht met ze gaat zoals nu. We blijven tot het einde om ook te documenteren wat er in die laatste fase gebeurt. En eigenlijk lopen we daarmee vooruit op dat wat er straks op heel veel andere plaatsen in de hooggebergten op aarde staat te gebeuren’.