Hogedrukgebieden voor dummies
Weermensen hebben het er vaak over: hoge- en lagedrukgebieden. Wat heb je daar nou aan?Bij ons kruipt de lente voorzichtig het land in. Het is vooral te merken aan rustiger weer de komende dagen, waarbij de temperaturen ook langzaam omhoog gaan. Een 'hogedrukweertje'. Over hoge- en lagedrukgebieden hoor je regelmatig in weerberichten. Als lezer, kijker of luisteraar kun je misschien niet 1-2-3 iets met die begrippen. Toch kan het al een hele goeie indicatie geven van wat jij de komende tijd over je heen krijgt.
Luchtdruk – en de verschillen daarin – is namelijk zeer bepalend voor ons weer. Stijgende of hoge druk betekent in de regel ‘mooier’ weer, lagere druk veroorzaakt vaak een verslechtering. Dat wist je misschien al wel, maar hoe zit dat nou eigenlijk?
Grote jongens
Hoge- en lagedrukgebieden zijn vaak gigantische systemen die hoog boven ons hoofd rondtollen en van alles veroorzaken. Dat gaat uiteraard veel verder dan onze landsgrenzen. Pas als je op Europese schaal (of nog groter!) naar de weersystemen kijkt, zie je de hoge- of lagedrukgebieden echt in volle glorie. Neem nou dat hogedrukgebied waar we nu mee te maken hebben. De kern ligt ruim duizend kilometer ten westen van ons boven de Atlantische Oceaan, maar bepaalt vandaag het weer van Noorwegen tot Zuid-Spanje.
Druk
Wat een hogedrukgebied nu eigenlijk is, zegt het woord eigenlijk al. Net als al het andere in onze atmosfeer, staat ook de lucht onder invloed van zwaartekracht. Als de luchtdruk ergens hoog is, betekent dat daar in feite meer lucht is, en dus dat het op die plek zwaar op de aarde weegt. Op een hete zomerdag spreek je wel eens van 'drukkende' warmte; dat kan heel letterlijk het geval zijn.
Vol is vol
Een hogedrukgebied kun je je daarmee ook voorstellen als een zone waarin de luchtdeeltjes veel meer op elkaar worden geperst; het is er als het ware voller. In een lagedrukgebied is juist meer ruimte, en ontstaat een soort aanzuigende werking. Tel daarbij op dat alles op aarde de neiging heeft om zich te stabiliseren, dan kun je je voorstellen dat de lucht gaat bewegen van de plek waar het vol is, naar plaatsen waar meer ruimte is. Van hogedruk naar lagedruk dus.
Minder wolken, weinig wind
Een hogedrukgebied kun zo ook een beetje vergelijken met berg, en een lagedrukgebied met een dal. Je hebt vast wel eens een landkaart met hoogtelijnen gezien. Zo kun je hoge- en lagedrukgebieden ook bekijken. In een hogedrukgebied beweegt de lucht dan ook van boven naar beneden. Onderweg warmt de lucht op en kan daardoor meer waterdamp bevatten. Dat betekent minder bewolking en minder neerslag. In een lagedrukgebied werkt dat uiteraard precies andersom.
De kern is de plek waar de luchtdruk het hoogst is. De top van de berg. In die kern is het altijd heel rustig: de lucht heeft nauwelijks aanleiding om zich in een bepaalde richting te verplaatsen. Ligt zo’n kern dus precies boven ons land, dan staat er meestal nauwelijks wind. Uiteraard is dat in een lagedrukgebied precies andersom. Naarmate je dichter bij de kern komt, wordt het alleen maar onstuimiger.
Hoge druk = mooi weer?
De kans op mooi weer – waarmee we vooral zonnig en rustig weer bedoelen – is dus het grootst in een hogedrukgebied, en de kans op regen of veel wind juist in een lagedrukgebied. De praktijk is natuurlijk niet zo rechtlijnig, en bovendien bevinden we ons meestal natuurlijk ergens tussen die kernen in. Ook is de locatie van zo’n hogedrukgebied heel belangrijk voor ons weer.
Want er is ook nog het feit dat hoge- en lagedrukgebieden altijd een draaiende beweging maken. Een hogedrukgebied draait met de klok mee, een lagedrukgebied tegen de klok in (op ons halfrond althans). Waar jij je bevindt ten opzichte van die kern, bepaalt dus waar jouw ‘weer’ vandaan komt.
Zee of land
Nederland ligt op een plek waar de verschillende aanvoerrichting van de lucht heel verschillende weertypen kan opleveren. Aan de ene kant hebben we vooral zee, aan de andere kant juist vooral land. Vandaag ligt de kern zoals gezegd ten westen van ons. Omdat het hogedrukgebied daar met de klok mee ligt te draaien, komt bij ons de wind uit noordelijke richting. Daarom is het deze dagen wat kouder, en is er vrij veel vocht en dus bewolking aanwezig.
De kern van een hogedrukgebied verplaatst zich in de regel maar langzaam, vandaar dat hogedrukweer vaak wat langer aanhoudt. De komende dagen gaat de kern wat verschuiven richting Noord-Frankrijk. Daarom gaat bij ons de windrichting veranderen. Vanaf dinsdag waait het vanuit het zuidwesten. Daarmee wordt nog steeds vrij vochtige lucht aangevoerd, maar het is al een stuk warmere lucht. We gaan de temperaturen dus zien stijgen, maar echt stralend zonnig wordt het nog niet.
Wanneer zonnig en warm?
Echt stralend blauwe luchten komen vaker voor als een hogedrukkern ten oosten of zuidoosten van ons ligt. Dan komt de aangevoerde lucht van boven land, én uit warmere zuidelijke richtingen. Daarmee is het vaak een stuk drogere lucht, krijgen wolken minder kans. En hoe minder wolken, hoe meer de zon kans heeft om de boel lekker op te warmen. Zoiets lijkt na komende week te gaan gebeuren. In dat geval zou de lente wel eens flink kunnen losbarsten.