In 10 dagen van de schaats naar eerste rokjesdag
Van schaatsen op uitgebreide schaal naar de eerste rokjesdag. En dat in slechts 10 dagen tijd. Het kan allemaal in Nederland. Stonden we op zondag 14 februari nog met z’n allen op het ijs, morgen, woensdag 24 februari worden in grote delen van Zuid-Nederland temperaturen van rond 20 graden verwacht. En is de eerste rokjesdag een feit.Hoewel geen officieel moment is de ‘rokjesdag’ een fenomeen dat in de jaren negentig in Nederland in zwang is gekomen, vooral onder invloed van de schrijver Martin Bril die toen vaak op televisie verscheen en het erover had. Het is het moment waarop de winterslaap ten einde komt en je voor het eerst weer je zomers kloffie naar buiten kunt. Later is daarbij bedacht dat dat op de dag is waarop het voor het eerst in het nieuwe jaar weer op meerdere plaatsen 20 graden of warmer wordt.
Eerste rokjesdag is vroeg
Normaal valt de eerste rokjesdag ergens laat in maart of in de eerste week van april en het is dan ook nog niet eerder gebeurd dat we in de laatste week van februari al over een rokjesdag kunnen spreken. Lenteweer in februari komt wel vaker voor, maar dagen waarop de temperaturen tot boven 20 graden oplopen, zijn zeldzaam.
Tot nu toe viel de vroegste lokale warme dag op 24 februari 1990. Het werd deze dag 20,4 graden in het Limburgse Oost-Maarland en 20,0 graden in Epen. Gemiddeld, over de huidige klimaatperiode 1991 tot en met 2020, wordt de eerste 20 graden pas op 6 april gemeten. Tegenwoordig meten we de eerste warme dagen eerder dan vroeger. Dertig jaar geleden was deze gemiddelde datum nog 11 april
Warme dagen in februari uitzonderlijk
Warme dagen zijn sowieso zeer uitzonderlijk in de maand februari. Op 26 februari 1900 werd in het Achterhoekse Winterswijk een warme dag genoteerd met 20,3 graden. De volgende keer zou pas in 1990 zijn, al kwamen we in 1960 wel dichtbij met 19,5 graden op 29 februari in het Limburgse Epen. De laatste warme februaridag dateert uit 2019. Weerstation Arcen, in Noord-Limburg, haalde op 27 februari een maximumtemperatuur van 20,5 graden. Daarmee was het tevens de warmste winterdag uit de geschiedenis.
Het langst moest worden gewacht op een lokale warme dag in 1941. Pas op 18 mei kwam het kwik voor het eerst ergens in ons land boven 20 graden uit. In het noordwestelijk kustgebied duurde het in het verleden soms nog langer. Zo werd het in 1956 in Den Helder pas op 1 juli voor het eerst 20 graden. Zoiets is in het huidige klimaat ondenkbaar.
Voor vroege warmte is veel nodig
Om het in Nederland zo vroeg in het jaar zo warm te laten worden, is een bijzondere combinatie van factoren nodig. Zo moeten we een zuidenwind hebben die warme lucht vanuit het noorden van Afrika in een vrij hoog tempo naar het noorden transporteert. Verder moet de zon vrijwel onafgebroken schijnen. Op dit moment wordt aan beide voorwaarden voldaan.
De lucht waarin we ons bevinden, is helemaal vanuit de West-Sahara via de Canarische Eilanden, Spanje, Frankrijk en België naar ons toegekomen. Op grote hoogte werd zelfs Saharastof meegevoerd, wat voor mooie zonsopkomsten en zonsondergangen garant stond. De combinatie van een sterk hogedrukgebied boven het Europese continent en een groot lagedrukgebied op de Oceaan brengt de zuidelijke wind, niet alleen vandaag, maar ook de komende dagen.