Foto gemaakt door Ton de Brabander - Renkum - Ook woensdag ontstonden boven land al een paar flinke buien.
Foto gemaakt door Ton de BrabanderRenkumOok woensdag ontstonden boven land al een paar flinke buien.
Nu

In het weekend dreigt kustconvergentie

Ook al zitten we nog in de zomer, door de afnemende daglengte kan het kwik in de nachten wat verder dalen. De minimumtemperaturen kwamen de afgelopen dagen alweer vaker onder 10 graden uit. Het zeewater heeft een temperatuur van 18 of 19 graden en, nu er een nieuwe fase met buien aan zit te komen, ligt een typisch herfstfenomeen op de loer: kustconvergentie. In het weekend kan het aan de west- en noordwestkust gebeuren, met bijbehorende zuidwestenwinden en buienstraten. En op de plek waar die buien het land op komen ook erg veel regen.

We gaan geleidelijk de periode in waarin de lucht boven zee kouder kan zijn dan het zeewater daaronder. Eerst is dat alleen in koudere nachten zo. Op het moment dat de lucht boven het zeewater kouder is dan het zeewater zelf wordt de luchtmassa aan de onderkant daar een beetje opgewarmd, in plaats van afgekoeld en krijg je boven zee stijgbewegingen in de lucht. Als de omstandigheden in de rest van de atmosfeer er geschikt voor zijn, kunnen zo buien ontstaan. Boven zee, maar vooral ook in de kustregio. Zeker als er langs de kust een zuidwestenwind waait. De vorm die onze kust heeft, de nabijheid van het Kanaal en de temperatuurverschillen tussen land en zee maken dan dat zich een kustfront kan vormen, ook wel kustconvergentie genoemd. Een plek waar de wind draait en waar veel buien (kunnen) overtrekken.

Bewegende lucht is gevoelig voor wrijving

Dat gaat zo. Als je naar de wind kijkt, dan is de richting daarvan gevoelig voor de wrijving die de bewegende lucht ondervindt. De wrijving op zee is minder groot dan op het land. Op zee staan immers geen bomen en huizen. Alleen golfslag kan een beetje extra wrijving opleveren. Hoe meer wrijving de wind ondervindt, hoe meer de richting ervan tegen de wijzers van de klok in bijgesteld zal worden. Of in meteorologentaal: hoe meer de wind zal krimpen.

Zie ook deze explainer over kustbuien, gemaakt vorig jaar herfst.

De kust is een bijzondere plek. Direct aan zee heb je een snelle overgang van een situatie met weinig wrijving (een wind die over zee waait en weinig wrijving ondervindt) naar een situatie boven land waarin de bewegende lucht veel meer last heeft van wrijving. Je ziet de wind daardoor, zodra die van zee boven land aankomt, 10 tot 20 graden (en soms meer) tegen de wijzers van klok in draaien. En tegelijkertijd door de toegenomen wrijving ook een beetje afnemen. Zo waait bijvoorbeeld op zee een vrij krachtige westenwind en boven land een matige zuidwestenwind.

Stijgbewegingen

Hiermee ontstaat een evenwijdig aan de kust liggende lijn, waarop de wind draait en afneemt. Maar ook een lijn waarop de sneller bewegende lucht vanaf zee botst op de trager bewegende lucht boven het land die ook uit een iets andere richting komt. We noemen dit convergentie (samenkomen). Zo’n lijn wordt een kustfront genoemd, helemaal als de stijgbewegingen die langs zo’n lijn ontstaan in de juiste atmosferische omstandigheden ervoor zorgen dat zich buien vormen.

Buien dus, die zich in een zuidwestelijke wind evenwijdig langs de kust gaan trekken. En misschien ook wel ergens het land op komen. In de uitwerking van een verwachting komt het er dan op aan. Waar en hoe komen die buien het land op? Want dat zijn de plekken waar in een dergelijke situatie erg veel regen kan vallen. Kleine draaiingen van de wind kunnen daarbij grote gevolgen hebben, lokaal en regionaal. Als een buienlijn uren lang over een bepaalde stad trekt, kan meer dan 50 mm vallen, terwijl iets verderop maar een paar millimeter valt.

Binnenland een stuk droger

Voor het diepere binnenland ziet het er een stukje overzichtelijker uit. Wolken zijn er wel, de zon laat zich ook af en toe zien, maar je krijgt pas echt last van buien – een enkele losse bui daargelaten – als zo’n lijn met buien die als het ware aan de kust vastgeplakt ligt in beweging komt en het land optrekt. In veel gevallen gaat dan de fut er wel uit (het warme zeewater, de voedingsbron van de buien, heeft geen invloed meer), waardoor landinwaarts steeds minder neerslag valt.

Vanaf vrijdag is de situatie vooral in de nacht en vroege ochtend mogelijk geschikt voor het optreden van kustconvergentie. Overdag is het er net te warm voor. Dan krijg je een weersverloop waarin er in de nacht en vroege ochtend evenwijdig aan de kust een buienlijn kan komen te liggen, die ergens in Noord-Holland en in het Waddengebied het land op komt. Dat zijn de plekken op land waar het erg nat kan worden. Overdag valt het kustfront weg en worden de buien dieper het land in geduwd. Daar kunnen ze dan nog wat verder activeren, omdat de zon het er eerst heeft opgewarmd.

En zo zijn het de kleine dingen die de spanning er nog een beetje in houden. Want eigenlijk zit het weer natuurlijk hartstikke vast en is het komende weekend voor wat het weer betreft bijna een kopie van het afgelopen weekend. Mogelijk wordt het volgende week wel even beter.

Jordi HuirneMeteoroloog en presentator
Reinout van den BornChef Redactie