Mogelijk koudste Tweede Paasdag sinds 1964
Pasen kent dit jaar twee gezichten. Zondag is het zo goed als droog met een mix van wolkenvelden en wat zon. Het is rustig voorjaarsweer met maxima tussen 8 en 11 graden. Maandag verloopt ronduit guur met winterse buien die gepaard gaan met hagel en smeltende sneeuw. In de avond kan het regionaal wit worden. Met 5 tot 7 graden wordt het mogelijk de koudste Tweede Paasdag sinds 1964. Tijdens winterse buien zakt het kwik soms richting het vriespunt.Met een noordelijke stroming stroomt maandag maritiem Arctische lucht vanuit de Noordpool naar ons land. Op 5 kilometer hoogte daalt de temperatuur van -20 naar -42 graden en dat is zeer koud voor april. In de ochtend valt enige tijd regen en daarna volgen talrijke winterse buien met hagel en smeltende sneeuw. In de avond wordt het kouder en kan de sneeuw blijven liggen, vooral in hogere gebieden. Er waait een koude noordwestenwind en er komen flinke windstoten voor. Tussen de buien door schijnt de zon af en toe, maar tijdens een winterse bui is het ronduit guur met temperaturen die dalen richting het vriespunt. De gevoelstemperatuur ligt soms zelfs onder nul. Vroeger kwamen dit soort situaties vaak voor in april, door klimaatverandering zijn ze inmiddels zeldzaam geworden.
De koudste Tweede Paasdag sinds 1901 vond plaats op 30 maart 1964 met in De Bilt maximaal 4,5 graden. Er viel regen en natte sneeuw en op de Wadden was het maar 1 graad boven nul. Op een tweede plek staat 9 april 1917 met hooguit 4,9 graden op het hoofdstation. Uit deze eeuw vinden we op een derde plek 24 maart 2008 met een maximum van 5,9 graden. Volgens de huidige verwachting van het Weer.nl-weermodel wordt het een graad of 6 in De Bilt. Daarmee zou het de koudste Tweede Paasdag sinds 1964 kunnen worden.
Gemiddeld één keer in de 6 jaar sneeuw tijdens Pasen
‘Aprilletje zoet, heeft nog wel eens een witte hoed’, luidt de weerspreuk. Deze kwam in de vorige eeuw regelmatig uit. Een normale aprilmaand telde gemiddeld over het land 2 sneeuwdagen en het werd elke 2 jaar wel ergens in ons land wit. Soms viel zelfs een dik pak sneeuw. Deze eeuw valt er gemiddeld nog maar één keer in de 5 jaar sneeuw in april (een factor 10 afname!) en is het in 21 jaar nog maar 3 keer wit geweest. Door het opwarmende klimaat neemt de kans op sneeuw in het voorjaar snel af.
Ook tijdens de paasdagen, die vaak pas in april voorkomen, is in het verleden regelmatig sneeuw gevallen. In maart is de kans natuurlijk nog wat groter. Dit gebeurde in 1937, 1951, 1964, 1970, 1975, 1977, 1982, 1986, 1994, 1998, 2001, 2008 en 2013. Waarschijnlijk mag dit jaar zich bij dit rijtje aansluiten. Gemiddeld valt elke 6 jaar sneeuw rond de paasdagen.
In 2008 lag er tijdens Pasen lokaal 12 centimeter sneeuw!
Tijdens de laatste witte Pasen in 2013, lag er in het noordoosten op Eerste Paasdag (31 maart) een paar centimeter. In 2008 viel er in de nacht van Tweede Paasdag op grote schaal een flinke laag sneeuw. In Vlissingen lag maar liefst 12 cm! Nooit eerder was Pasen zo wit. De dag daarvoor lag er plaatselijk ook al een beetje sneeuw.
Bijna tropisch in 1949
Dat het ook ontzettend warm kan zijn bewijst Pasen 1949. In het oosten en zuidoosten was het volop zomers tot bijna tropisch warm. Op 17 april werd het op de weerstations Buchten en Gemert 29,2 graden. Op Tweede Paasdag werd het nog wat heter met in Buchten 29,2 en in Venlo 29,5 graden! De Bilt haalde net geen zomerse waarden met 24,7 graden.
Op Eerste Paasdag 2011 haalde De Bilt zijn enige officiële zomerse paasdag met op 24 april 26,0 graden. In Gilze-Rijen werd het toen 27,2 graden en daarmee is dit de warmste paasdag van de huidige eeuw.