Foto gemaakt door Jannes Wiersema  - Roodeschool - Wordt het vanaf het weekend echt winter?
Foto gemaakt door Jannes Wiersema RoodeschoolWordt het vanaf het weekend echt winter?
Nu

Oei, oei, oei...! Wordt het echt zo koud?

Mensen die zelf de weerkaarten een beetje volgen, zullen het vast al gezien hebben: de kou-inval van misschien wel historische proporties die in sommige modelberekeningen, die van het Europese weermodel voorop, voor de periode vanaf het komende weekend ingetekend staat. Hier en daar is hij in het nieuws ook al opgedoken, maar bijna alle meteorologen zijn nog terughoudend.

Terughoudendheid is ook meer dan op zijn plaats in deze situatie. Juist aan het begin van de eventuele vorst, gedurende het komende weekend, ziet het allemaal heel fragiel uit en komt het akelig precies. Pas als dat gedeelte goed verloopt, kun je verder naar voren kijken.

Het is intussen wel een echte thriller aan het worden met voor winterliefhebbers dan weer hoop, vaak ook teleurstelling en soms zelfs berusting. En dat ook allemaal tegelijk. We leven in het internettijdperk en je kunt alles volgen. Vele weermodellen zijn beschikbaar en rekenen allemaal op hun eigen manier, op basis van allerlei verschillende datasets en met steeds weer andere modelresoluties.

Het Europese computermodel

De Rolls-Royce onder de weermodellen is nog altijd het Europese. Het gebruikt de sterkste computers, de meeste data, de meest verfijnde algoritmes en ook de meeste tijd om zijn berekeningen te doen. Ook zijn de mechanismen die zijn ingebouwd om rekening te houden met missende, niet correcte of veranderende data het meest verfijnd en het prominentst aanwezig. Als er één model is dat met zo’n situatie zou moeten kunnen omgaan, dan is dat het Europese.

En toch: het blijft het weer. Ook al denk je dat je het weet, het kan toch altijd weer anders gaan. Ook als je alleen de Europese berekeningen volgt, word je soms op het verkeerde been gezet.

De eerste keer dat we iets van echte kou, ver in de toekomst, in de weerkaarten zagen verschijnen was afgelopen vrijdag. Het Europese model liet richting het einde van deze week zien dat zich boven Scandinavië een poel van extreem koude lucht begon op te bouwen. Het spoorboekje hield ons voor dat na een koud weekend (het weekend dat we inmiddels achter de rug hebben) in de eerste helft van deze week verzachting zou volgen (die nu gaande is). Daarna volgde het interessante deel vanaf donderdag, met een wintergrens die naar het zuiden zou zakken, gevolgd door vorst.

Twijfel

Terwijl het Amerikaanse model het signaal ook oppikte, begon de Europese hoofdberekening in het weekend meteen weer te twijfelen. De eerstvolgende run, na die van het signaal, liet het pad dat was ingezet meteen ook alweer liggen. Er zouden in het weekend meerdere berekeningen volgen die datzelfde deden. Zo ingewikkeld ligt het allemaal. Op de achtergrond bleef het signaal echter zichtbaar, in al die andere berekeningen die nodig zijn om de kwaliteit van de hoofdberekening te testen. En ook het Amerikaanse model hield stug vol, eigenlijk in al zijn berekeningen.

Wat staat er nu precies op de weerkaarten? Na de inval van zachtere lucht, vandaag en de komende nacht, speelt winterweer zich een paar dagen lang alleen buiten Nederland af. Bij de Britse eilanden ligt een lagedrukgebied. Het houdt bij ons de wind in de zuidwesthoek. Een randstoring passeert morgen (woensdag) met veel regen. Het wordt dan tussen 7 en 12 graden en in het zuidoosten is er in actievere delen van de regen zelfs een kleine kans op een klap onweer.

Donderdag schijnt de zon af en toe en kan nog een lokale bui vallen. Het wordt na een nacht met minimumtemperaturen tussen 2 graden in het noorden en 6 graden in de rest van het land overdag tussen 7 en 11 graden. Dat zijn ook de temperaturen van vrijdag. We zien het lagedrukgebied boven de Britse eilanden dan dichterbij komen en in betekenis afnemen. Dat dichterbij komen, merken we aan de richting van de wind die in het noorden weer geleidelijk oostelijk lijkt te worden.

Wat doet de wintergrens in het weekend?

Vanaf dat moment wordt het interessant. De wintergrens, met aan de noordzijde die ijskoude Scandinavische lucht, ligt nog steeds dichtbij, niet ver van het noorden van Nederland. Tegelijkertijd komt in de warme lucht ten zuiden van ons een lagedrukgebied vanuit Spanje naar het noorden. Het neemt aan zijn oostflank nóg zachtere met zich mee. Terwijl de wintergrens op zaterdag en zondag over ons land naar het zuiden schuift, komt dat zuidelijke lagedrukgebied dichterbij. Er ontstaat in onze omgeving dan een botsing tussen Arctische en subtropische lucht. Dit zijn dingen die je in Europa vrijwel niet tegenkomt, in Amerika veel vaker. Op de grens van twee zulke verschillende luchtsoorten kan echt van alles gebeuren en dat maakt de berekeningen zo lastig.

Er zijn nu twee kampen. Ten eerste is er het Amerikaanse model. Was dat de afgelopen dagen nog helemaal op de hand van de koude optie, de laatste berekeningen kiest het ervoor om het Spaanse lagedrukgebied snel naar de Britse eilanden te laten bewegen. De koude lucht krijgt dan niet meer de kans om Nederland te veroveren. Het wordt een makkelijke overwinning voor de zachte lucht en in de dagen daarna houdt het zachte en wisselvallige weer vervolgens aan. De extra berekeningen laten zien dat ongeveer de helft ook voor dit pas kiest, de andere helft is nog wel koud.

Komt er sneeuw?

Het andere kamp, aangevoerd door het Europese computermodel (met ook enkele andere computermodellen van naam en faam erin), laat het Spaanse lagedrukgebied én langzamer, maar ook via een andere koers (Oost-Frankrijk naar het zuidwesten van Duitsland) naar het noorden komen. In dat geval begint koude vorstlucht het noorden van Nederland in de loop van zaterdag vanuit het noorden wel te veroveren om rond middernacht in het midden van het land aan te komen en zondagochtend ook het zuiden binnen te trekken. De wind draait dan naar het oosten tot noordoosten en neemt flink toe. Verder zorgt de botsing met de warme lucht boven het zuiden van Duitsland ervoor dat zich een sneeuwzone vormt, ook boven Nederland.

Waar precies dan de meeste sneeuw gaat vallen, hangt van de invulling van alle details af, die nog erg onzeker zijn. Maar er is potentie voor een dikke laag sneeuw. Zou die er komen, dan is de combinatie met de harde wind die wordt verwacht en de temperaturen onder het vriespunt, in open gebieden mogelijk ook verantwoordelijk voor sneeuwverwaaiingen en de vorming van duintjes.

Het vervolg is bizar

Wat de Europese berekening hierna laat zien, al meerdere keren op rij, hoort niet meer bij de Nederlandse winter. De aangevoerde lucht is dermate koud dat het vanaf zondag vervolgens dagenlang overdag licht tot matig en in de nachten matig tot streng gaat vriezen. Omdat in het grootste deel van het land uiteindelijk een sneeuwdek wordt berekend, kan het in de nachten tijdens opklaringen zelfs zeer streng vriezen (beneden -15 graden). Dit wordt nog eens versterkt door de koude bovenluchten. Op een hoogte van 1500 meter worden ook steeds temperaturen tussen -10 en -15 graden verwacht. Tegen het einde van volgende week, als de wind wat wegvalt, worden plaatselijk zelfs temperaturen tot -20 graden in de nacht berekend. Te gek voor woorden.

In de extra berekeningen van het Europese model zit die vorstinval er nu ook stevig in, al zijn die extra berekeningen veel minder extreem koud dan de hoofdberekening, die de hoogste modelresolutie heeft en de effecten van een sneeuwdek, opklaringen en een wegvallende wind het beste oppikt. De extra berekeningen hebben een lagere resolutie en zijn daar minder goed in. In die zin hoeven we de erg koude hoofdberekening dus niet meteen weg te gooien. Temeer niet omdat de bovenluchten ook in de andere berekeningen in de periode van zondag tot en met woensdag erg koud zijn. Pas tegen het einde van de week zien we ook weer (veel) zachtere opties binnensluipen.

Voorlopig nog afwachten

Dus: waarom dan toch al die slagen om de arm? Ten eerste omdat we deze winter al veel vaker op het verkeerde been zijn gezet en iets, dat er op termijn winters uitzag, in werkelijkheid niets of maar nauwelijks iets leek voor te stellen. Ten tweede omdat het allemaal nog vrij ver weg is. Ten derde omdat nog niet alle andere computermodellen meedoen (zie het Amerikaans die nieuwe trends ook regelmatig als eerste oppakt. De andere modellen kunnen dus weer naar zacht omslaan). De laatste reden om nog te wachten met het honoreren van deze berekeningen is dat het begin van de vorst er zo ingewikkeld uitziet en er daar nog zoveel fout kan gaan. Maar we blijven het natuurlijk nauwgezet volgen en over twee dagen weten we vast wel hoe het allemaal verder zal gaan.

Reinout van den BornChef Redactie