Steeds die koude noordelijke wind
We zijn voor wat betreft het lenteseizoen al ruim over de helft, maar echt lenteweer met zon en middagtemperaturen (ruim) boven 15 graden hebben we tot nu toe nog nauwelijks gehad. Op de twee zonnige en warme laatste dagen van maart na, is het verder steeds relatief koud geweest. Opvallend was de steeds terugkerende, straffe en koude noordelijke wind waarmee lucht vanuit de poolstreek onze omgeving wist te bereiken. De hele maartmaand kwam daarmee al een fractie kouder uit dan normaal en april verloopt tot nu toe al zo’n 3,5 graden kouder dan gemiddeld.Waar komt die koude noordelijke wind toch steeds vandaan? Op de weerkaarten zien we eigenlijk al sinds december grofweg dezelfde patronen. Of er ligt een hogedrukgebied ten noordwesten van ons, met daar omheen vanuit de poolstreek een straffe noordelijke wind over de Noorse Zee, de Noordzee tot boven onze omgeving. Of het hogedrukgebied ligt boven Centraal Europa, waardoor bij ons juist ineens een strakke zuidelijke wind opsteekt, met bij gevolg lenteachtig weer en hogere temperaturen. Deze laatste variant zagen we dit voorjaar echter een stuk minder vaak dan de koudere variant.
Of straffe noordenwind, of langgerekte zuidenwind
De lentegrens voor wat betreft de temperatuur ligt meteorologisch gezien op 15 graden en daar zijn we dit seizoen landelijk nog niet heel vaak overheen gekomen. Eind maart stak er na een eerst hele koude week gevoelsmatig uit het niets ineens een straffe zuidelijke wind op. De winterkleding en schaatsen konden weer opgeborgen worden en de T-shirts weer uit de kast. Een bizarre overgang. De warme grens van 20 graden werd op grote schaal overschreden en in het zuidoosten en oosten werd het zelfs zomers warm, met in Limburg lokaal ruim 26 graden. Dit duurde maar liefst 2 dagen, daarna zette de koude noordelijke wind weer in en waren de dikkere jassen toch weer nodig. In het zuiden en oosten van het land kwam de temperatuur af en toe nog net boven de 15 graden uit, maar vooral in de kustprovincies was het steeds een stuk kouder en helemaal in combinatie met die soms straffe en kille wind vanuit het noorden. In de nachten dook het kwik geregeld onder het vriespunt.
Lage luchtdruk boven de Azoren
Het hogedrukgebied ten noordwesten van ons was en is nog steeds dominant en houdt storingen en lagedrukgebieden vaak bij ons uit de buurt. Deze nestelen zich hierdoor steeds veel zuidelijker en boven de Atlantische Oceaan. Ook nu zien we boven de eilandengroep de Azoren in de Atlantische Oceaan een lagedrukgebied liggen, terwijl die omgeving juist bekent staat om zijn hogedrukgebieden, denk maar aan het bekende ‘Azorenhoog’.
Hogere luchtdruk boven Noorse Zee en Noordzee
Dit voorjaar lag en ligt het hogedrukgebied dus vaak niet boven de Azoren, maar meestal veel noordelijker, boven de Noorse Zee en de noordelijke Noordzee, in de buurt van de Britse Eilanden en IJsland. En het is een hardnekkig hogedrukgebied, dat in stand wordt gehouden door onder andere de vrijwel constante aanvoer van warmere lucht vanaf de centrale delen van de Atlantische Oceaan. Rondom de lagedrukgebieden bij de Azoren wordt met een zuidelijke wind namelijk steeds warme lucht richting het noorden geblazen. Dit gebeurt aan de westflank van het hogedrukgebied. Aan de oostflank stroomt met een noordelijke wind vervolgens de koudere lucht juist onze kant op.
Hoger in de atmosfeer
Die straffe zuidelijke en noordelijke winden hebben alles te maken met de huidige, relatief zwakke straalstroom; een kronkelende rivier van hele harde wind op ongeveer 10 kilometer hoogte in de atmosfeer, welke de begrenzing markeert van de koude lucht in het noorden en de warme lucht in het zuiden. Is het temperatuurverschil tussen de poolstreek en de evenaar groot, dan zien we de straalstroom als een strakke, westelijke wind die vanaf de Atlantische Oceaan via het westen over Europa trekt. Koude lucht vanuit het noorden krijgt nauwelijks de kans om uit te zakken naar het zuiden en andersom blijft ook de warmere lucht veelal boven het zuiden van Europa hangen. Wordt het temperatuurverschil tussen noord en zuid echter kleiner, zoals nu, zal de straalstroom minder sterk worden en dus enorm gaan kronkelen. Bellen met warme lucht krijgen de kans om naar het noorden door te breken en een koude uitbraak vanuit het noorden komt ook makkelijker tot stand.
Bellen met koude lucht
En dit laatste zagen we de laatste tijd regelmatig gebeuren. Bellen met hele koude lucht wisten in de hogere luchtlagen in de atmosfeer vanuit de poolstreek geregeld diep Europa in te trekken, waardoor we dit jaar al te maken hebben gehad met een heuse winterse week en daarna ook nog lange tijd relatief koud weer. We hebben op het 500 hPa vlak, ongeveer 5 kilometer hoogte, meerdere keren te maken gehad met temperaturen rond -40 graden en dat is bijzonder voor onze omgeving. De buien die vielen, hadden daardoor dan ook vaak een winters karakter, met hagel en natte sneeuw. En dat tot diep in de aprilmaand.
Geen tussenweg
Maar als de warme lucht vanuit het zuiden de kans kreeg, wist dit ons ook wel degelijk te bereiken en dan was het ineens ook echt warm, zoals eind maart. Hele warme lucht en een flinke hoeveelheid Saharazand wisten toen helemaal vanuit Noord-Afrika onze omgeving te bereiken. Enorme verschillen dus, in relatief korte tijd. Of er wordt met een straffe zuidelijke wind warme lucht aangevoerd, of er wordt met een uitgerekte noordelijke wind juist koude lucht aangevoerd. Iets ertussen is er bijna niet.
Patroon doorbreken
En waarom ligt het hogedrukgebied aan de grond dan steeds op diezelfde plek, grofweg ten noordwesten van ons? En blijft de winterkou zo hardnekkig boven Scandinavië aanwezig? Met daar tussendoor bij ons steeds de aanvoer van koude lucht vanuit het noorden? Een duidelijk antwoord is er vooralsnog niet. Blijkbaar is de invloed van het wereldwijde weer zo, dat dit bij ons momenteel de enige opties zijn. Een reden kan bijvoorbeeld het relatief warme water in de buurt van Groenland zijn, mede door de aanhoudende La Nina. Hogedrukgebieden gedijen vaak goed boven warmer zeewater, terwijl dit meteorologisch gezien juist tegenstrijdig lijkt. Hier omheen wordt vervolgens aanhoudend koudere lucht vanaf de Noordpool Scandinavië ingeblazen, waardoor de kou er blijft hangen. En dit resulteert bij ons vervolgens ook steeds in relatief koudere lucht, of we nou met een noordwesten-, noorden-, of noordoostenwind te maken hebben. Alleen een mokerslag zou dit geblokkeerde patroon kunnen doorbreken, zo lijkt het, maar wanneer dat gaat gebeuren? Dat blijft vooralsnog de vraag. Wellicht brengt de meimaand verzachting?