Steeds langer wachten op ijsdagen en matige vorst
De meteorologische winter is 10 dagen aan de gang en de gemiddelde temperatuur ligt in De Bilt tot nu toe zowaar een half graadje onder de nieuwe norm. Toch is het nog steeds niet tot matige vorst gekomen in ons land (minima <-5 graden) en ijsdagen, waarbij het de hele dag blijft vriezen, laten tegenwoordig al helemaal lang op zich wachten. Door klimaatverandering wachten we steeds langer op winterweer.Het heeft in het binnenland wel degelijk gevroren in de afgelopen weken. Zo telt het Limburgse Ell dit najaar 12 nachten met lichte vorst en dat is ook heel normaal voor het binnenland. Toch ging het elke keer om een beetje vorst. Verder naar het westen heeft het amper gevroren. In De Bilt staat de teller op 3 keer vorst tegen 9 keer normaal. Rotterdam heeft nog helemaal geen vorst gehad, iets wat sinds het begin van de metingen alleen in 1970, 2000 en 2006 is voorgekomen! In 1970 moest daar worden gewacht tot 22 december. Mocht het daar komende nacht niet lukken, dan is de kans groot dat het record uit 1970 wordt verbroken. We gaan vanaf het weekend namelijk een zachte periode in.
Prikjes, maar geen winter
Hier en daar wat vorst en de eerste (smeltende) sneeuw. We hebben wel degelijk wat eerste winterprikken gehad. Ook vandaag weer, want in Zeeland en in de Limburgse heuvels valt naast regen ook smeltende sneeuw. Maar op het echte werk moeten we nog wachten en dat duurt tegenwoordig steeds langer.
Het wintergevoel wordt pas echt aangewakkerd als het in de nachten steviger gaat vriezen met minima die richting -10 graden zakken. Bij een temperatuur lager dan -5 graden spreken we van matige vorst. In de vorige eeuw gebeurde dit meestal in november en soms al in oktober. Zo vroor het begin vorige eeuw gemiddeld genomen op 13 november voor het eerst matig in ons land. In het huidige klimaat (1991-2020) valt de eerste matige vorst pas op 1 december, een flinke verschuiving dus. En ook dit winterseizoen wachten we nog op de eerste matige vorst. Afgelopen jaren gebeurde het regelmatig pas in januari.
IJsdagen zijn pas echt winter
Het echte wintergevoel krijgen we pas als sprake is van ijsdagen. De temperatuur komt dan niet meer boven het vriespunt uit en een verse laag sneeuw blijft dan ook nog eens liggen. Ook vroege ijsdagen komen bijna niet meer voor. In de eerste helft van de vorige eeuw kwam het gemiddeld rond Sinterklaas tot de eerste ijsdag van de winter. Vaak gebeurde het ook al in november en in 1940 zelfs al op 30 oktober! In het huidige klimaat is de grens van Sinterklaas naar 19 december verschoven en afgelopen jaren gebeurde het meestal pas in januari. Deze eeuw kwam het alleen in 2004 en 2010 tot één of meerdere ijsdagen in november, iets wat vroeger nog best normaal was.
Dit jaar wel in december?
IJsdagen hoeven we voorlopig niet te verwachten. De temperatuur gaat alleen maar omhoog, vanaf zondag komen we weer in de dubbele cijfers uit. Pas in het weekend vóór de kerstdagen neemt de kans op een kouder weertype toe met een toenemende kans op vorst in de nachten. De kans is zeer groot dat de eerste ijsdag pas na 19 december valt en dat we ook dit jaar dus laat zijn.
Voor wat betreft de matige vorst zijn de kansen iets groter. Komende nacht zijn er in het binnenland opklaringen en daardoor kan het goed afkoelen. Volgens het Weer.nl-weermodel koelt het in het oosten en noordoosten af tot -3 of -4 graden. Het is niet uitgesloten dat het kwik op een weerstation onder -5 graden zakt, maar dan moet wel lang genoeg opgeklaard blijven.