Zandstormen door koude lente
Nog een weekje, dan zit de lente van 2021 erop. We koersen af op een gemiddelde temperatuur van 8,1 graden, 1,8 graden beneden het normale gemiddelde van 9,9 graden. Verder zitten we qua neerslag rond normaal en komen we tot nu toe nog zonuren tekort.Vooral de maanden april en mei zijn erg koud verlopen. April was met een gemiddelde temperatuur van 6,7 graden 3,2 graden kouder dan normaal en de meimaand is onderweg naar een gemiddelde temperatuur van 11,2 of 11,3 graden, 2,2 of 2,1 graden beneden de normaal van 13,4 graden. In het verleden is het maar 2 (of 3) keer eerder voorgekomen dat die combinatie van maanden zo koud was. Het jaar 1941 is hier de koploper met 8,17 graden, 1902 pakt de tweede plaats 8,86 graden. Dit jaar is met 1938 in de strijd om de 3e plaats, met een temperatuur van 8,94 graden, te pakken.
Natuur kwam maar langzaam uit
Het koude weer van de laatste 2 maanden heeft ervoor gezorgd dat de natuur maar heel langzaam is uitgelopen, veel langzamer dan in voorgaande jaren. Sommige eiken staan nog steeds niet volledig in blad en dat terwijl de meimaand al ten einde loopt. Ook de eikenprocessierupsen zijn hierdoor veel later actief dan in andere jaren. Het kan zijn dat de overlast van de diertjes nog vele weken op zich laat wachten. Een heel verschil met voorgaande jaren, toen we al volop op weg waren.
Opvallend is verder dat veel van de gewassen op de velden nog tot ontplooiing moeten komen, niet alleen in het noorden van het land dat altijd als laatste aan de beurt is, maar zelfs in het zuiden van Nederland en in delen van België. En als het dan een keer hard waait, zoals afgelopen vrijdag het geval was, dan kan het op allerlei plaatsen tot kleine zandstormen komen. En dat gebeurde dan ook volop, niet alleen in het noorden waar ze dat iedere lente wel gewend zijn, maar ook in Brabant en in delen van België. Hier en daar kwam er zoveel zand in de lucht dat de zon er een klein beetje door afgeschermd werd en dat is in de Nederlandse situatie toch erg bijzonder.
Stuifzand en Nederland zijn een bekende combinatie
Nu zijn stuifzand en Nederland geen onbekende combinatie. Ons land wordt voor een belangrijk deel bedekt door dekzanden, die in de periode na de laatste ijstijd door wind en rivieren naar Nederland zijn gevoerd. Als het eens hard waaide, kreeg de wind daar vat op, en zo zijn er in Nederland altijd zandverstuivingen geweest. In de loop van de 19e eeuw breidden die zich in onder andere Gelderland en Drenthe zo ver uit dat hele dorpen onder het zand dreigden te verdwijnen.
Om aan het oprukkende zand een halt toe te roepen, werd een speciale commissie in het leven geroepen die maatregelen moest voorbereiden. Besloten werd om in Gelderland en in Drenthe op grote schaal bossen aan te planten die het zand moesten vastleggen. Daaruit is toen het nu wijd en zijd bekende Staatsbosbeheer ontstaan. De opzet slaagde. Het zand werd voor goed vastgelegd en mocht alleen in kleine gebiedjes op een gecontroleerde manier nog stuiven. Wie nog wil zien hoe het er toen uitzag, moet eens over het Kootwijkerzand lopen, het grootste nog levende stuifzandgebied van Noordwest-Europa. Op bepaalde momenten waan je je er middenin de Sahara.
Later deze week beter weer, gewassen groeien door
Gewassen spelen dus een essentiële rol in het vasthouden van zand, veel meer dan regen die in de zandgebieden heel snel in de bodem wegzakt. En als die gewassen er even niet zijn, of later dan normaal zoals in dit voorjaar, dan kan het zand bij veel wind dus zomaar ineens op meer plekken gaan stuiven, vrijwel meteen nadat de regen is weggetrokken en de wind is gaan blazen. De twee filmpjes bij dit verhaal, gemaakt door Karin Broekhuijsen in Drenthe, later dit prachtig zien.
Nu het weer later deze week eindelijk lijkt om te slaan, zullen ook de gewassen op het land snel verder groeien. En is het met deze bijzondere vorm van stuifzand voorlopig weer even gedaan.