Zee-ijsmaximum noordpool op 7 na laagste
Het zeeijs in het noordpoolgebied heeft zijn maximum van dit jaar op 21 maart bereikt. De oppervlakte bedroeg toen 14,77 miljoen vierkante kilometer en daarmee was het maximum het op 7 na laagste sinds het begin van de metingen in 1979, samen met het jaar 2007.Vergeleken met de normaal uit de jaren 1981 tot en met 2010 lag het maximum dit jaar ongeveer 870.000 vierkante kilometer lager. Vergeleken met het laagste maximum, gemeten op 7 maart 2017, was het maximum van dit jaar 360.000 vierkante kilometer hoger. Daarbij viel het maximum van dit jaar op 21 maart en daarmee 9 dagen later dan normaal in de klimaatperiode.
Omdat het ijsseizoen in het noordpoolgebied dit jaar een uitermate slappe start kende, valt het eindresultaat eigenlijk nog mee. Daar waar het zuidpoolgebied een groot continent is, bestaat de noordpool voornamelijk uit zeeën die tot voor een aantal jaren eigenlijk het hele jaar door met zeeijs bedekt waren. Doordat het in het noordpoolgebied veel warmer is geworden, is dat ijs tegenwoordig veel dunner dan vroeger. Tijdens de zomermaanden raakt een steeds groter deel van het arctische gebied zijn zeeijs kwijt. In de herfst en in de winter moet dit dan weer terugvriezen.
Eerst waren er laagterecords
Dat terugvriezen, kost steeds meer tijd. In het afgelopen najaar tot in de vroege winter aan toe werden nieuwe laagterecords gemeten. Later in de winter werd de situatie beter, mede door de kou van de dat moment in Siberië, het Verre Oosten en in het gebied van de Barentszzee. Op die plaatsen is er toen flink wat zeeijs bijgekomen, al ging het hierbij zoals ieder jaar wel om dun eerstejaars ijs dat in de veel warmere zomermaanden over het algemeen weer makkelijk wegsmelt.
Grote delen van Canada hebben deze winter juist een erg warme periode achter de rug. Op een gegeven moment viel zelfs in het uiterste noorden van Canada regen op de sneeuw. Dat is voor die gebieden heel erg uitzonderlijk. De warmte in Canada was er de oorzaak van dat in de wateren ten oosten van het land een groot tekort aan zeeijs werd opgebouwd, dat pas in de laatste weken weer een klein beetje (maar niet volledig) is ingelopen. Hetzelfde geldt voor het gebied ten westen van Groenland. Ook op andere plaatsen in het noodpoolgebied zijn er nog wel tekorten, maar die zijn relatief klein vergeleken met wat er in andere jaren af en toe is gemeten.
Botnische Golf en Oostzee nu weer onder normaal
In Europa was er in het gebied van de Oostzee en de Botnische Golf, door de lange en zachte aanloop van deze winter, steeds een groot tekort aan zeeijs. De uitbraak van kou in februari heeft in die situatie een sterke verbetering gebracht. Inmiddels is de ijssituatie op de Oostzee en de Botnische Golf weer onder normaal, door het zachte weer waarmee de winter ook daar eindigde.
Vanaf nu is het smeltseizoen dus weer begonnen en wordt het spannend om te zien hoe de situatie zich in de komende zomermaanden zal ontwikkelen. Het nu geldende laagterecord voor de bedekking aan zeeijs in het noordpoolgebied stamt al een tijdje uit het jaar 2012. Sindsdien zijn we daar niet meer bij in de buurt gekomen. Op dit moment ligt er aan zeeijs minder dan toen, in de aanloop naar de recordzomer van 2012. Dat zegt echter maar weinig. In het algemeen hebben de weersomstandigheden gedurende de noordpoolzomer weinig te maken met het weer in de winter ervoor. Daarom is nu ook nog niet te zeggen hoe de ijsbedekking zich in de zomer zal ontwikkelen.