Foto gemaakt door Willy Bonnink - Winterswijk - Nog staan de velden leeg, want de nachten zijn koud.
Foto gemaakt door Willy BonninkWinterswijkNog staan de velden leeg, want de nachten zijn koud.
Nu

Zomaar ineens de zomer in: hoe kan dat?

Weiteveen, zondag 2 mei 2021, ongeveer 2 uur ’s middags. Een koude noordwestenwind waait over het open Drentse land. Het is koud, maar een graad of 8, 9. De vele bezoekers op het terras van restaurant Wollegras houden manmoedig stand. Af en toe valt een drupje uit de dreigende wolken, maar de zwaarste buien trekken gelukkig net noord langs.

Ook al duurt het al weken, toch blijft het nog steeds een bizarre ervaring. Zo koud, zo laat in het seizoen. Ja, het lentegroen is er wel, maar veel bomen beginnen nog maar uit te lopen. Het is lang geleden dat we zelfs in mei nog een behoorlijk kale natuur zagen. Op het land moet veel nog uitlopen. De nu nog zwarte velden, in menig voorjaar het domein van stofstormen voordat het groeiseizoen begint, liggen er nu kalmpjes bij. De regen van de voorgaande dagen heeft de grond natgemaakt, zo nat dat de best stevige wind er nu even geen vat op kan krijgen.

Kou van nu is een blik terug naar 50 jaar geleden

Een blik terug op de lentes van 50 jaar geleden, zo mag je dit voorjaar gerust noemen. Met de koudste aprilmaand sinds 1986 achter de rug weten we weer wat het is om in mei met dikke jassen aan buiten te zitten. En het voelt niet eens vreemd; we doen het immers al weken. Als de zon even tussen de wolken door schijnt, is het ‘best wel lekker’. Dat we dat zo laat in de lente ooit nog eens zouden zeggen, zo gewend als we inmiddels zijn aan vroege zomers, warmte en zon.

Al maandenlang zit de drukverdeling boven Europa vast. Steeds weer is het de combinatie van een tegen elkaar aan liggende bovenluchtrug en bovenluchttrog, een golf in de straalstroom eigenlijk met een top en een dal, die het weer in onze omgeving beheerst. Het enige dat af en toe verandert, zijn de plekken van de top en de rug. Meestal komt de top eerst, boven de Oceaan. Aan de grond zien we daar dan een hogedrukgebied liggen. Daarna het dal, boven West-Europa. Met daar de lagedrukgebieden én de koude bovenluchten. Bij ons heeft de wind in deze combinatie vaak een noordcomponent, is de bovenlucht verkouden en wil de temperatuur niet omhoog, wat er ook gebeurt. Zie hier het verhaal van de voorbije vijf weken in een notendop. Maar ook dat van de eerste drie weken van maart, begin januari en de twee koude weken in februari.

De tweede, warme variant komt af en toe voor

Af en toe duikt de tweede variant op, die met het dal (met bijbehorende lagedrukgebieden) op de Oceaan en de top (met bijbehorende hogedrukgebieden) boven het Europese continent. In dat geval heeft de wind bij ons een zuidelijke component en wordt vanuit het (vaak verre) zuiden heel warme lucht naar onze omgeving geblazen. Zie hier het verhaal van de tweede helft van februari (toen het al bijna 20 graden werd, net na de vorstperiode) of de laatste week van maart. Die laatste dag van maart met zijn ruim 26 graden in het zuiden van Limburg is nog steeds een onvergetelijke.

Na zoveel weken de koude variant te hebben gehad, is iedereen er meer dan aan toe dat de warme variant weer eens doorbreekt. Dat moment komt steeds dichterbij. Nog niet meteen: want tot en met vrijdag blijft het koud en is het wisselvalig met morgen ook veel wind. Maar wel vanaf zaterdag. Dan namelijk klapt de stroming van het ene op het andere moment om.

Het is een lagedrukgebied, op een behoorlijk zuidelijke positie op de Oceaan, dat dit voor elkaar weet te boksen. Er vooruit ontwikkelt zich een zuidelijke wind die warme lucht, helemaal afkomstig uit het noorden van Afrika, naar het noorden laat stromen, ook in de hogere delen van de atmosfeer. En het is die warmte op hoogte die ervoor zorgt dat zich boven Europa een hogedrukgebied opbouwt. Top en dal van de straalstroom verwisselen van plek en wij schieten zomaar de zomer in.

Kou van nu is bijna niet vast te houden

Dat dit zo snel kan gaan, heeft alles met de tijd van het jaar te maken. De dagen zijn al zo lang dat de lage temperaturen van nu steeds moeilijker waar te maken zijn. De gemiddelde temperatuur bedroeg gisteren in De Bilt 6,8 graden, tegen ongeveer 12 graden normaal. Dat is een verschil van meer dan 5 graden. In Herwijnen in het westen van Gelderland was de gemiddelde temperatuur zelfs maar 5,4 graden, en dat op 2 mei. Daar was het verschil bijna 7 graden. Dergelijke verschillen met de normaal naar de koude kant zijn zeer extreem. Als er ook maar iets in de weerssituatie verandert, kan het bijna niet anders dan snel warmer worden.

Tegelijkertijd is het in het zuiden van Europa intussen al wel heel warm geworden. Op Kreta kwam de temperatuur in het weekend zelfs in de nachten hier en daar niet beneden 30 graden. Daar voerde een zuidelijke wind heel hete lucht vanuit de Sahara aan. De wind hoeft ook bij ons maar even zuidelijk te worden, of ook wij krijgen daar natuurlijk iets van mee.

Het gebeurt in het weekend en zal best even wennen zijn. Voor vrijdag staan nog temperaturen rond 11 graden op het programma bij flink wat zon, ook stapelwolken en in het oosten mogelijk een bui. In de nacht naar zaterdag kan de temperatuur in het binnenland tijdens opklaringen zelfs nog weer een keer dichtbij het vriespunt komen. Er passeert vanuit het westen dan een rug van hogedruk en de wind, die eerst nog westelijk tot noordwestelijk is, kan even helemaal wegvallen.

Zaterdag slaat het om

Zaterdag overdag komt de verandering. Terwijl de rug naar het oosten wegtrekt, draait de wind naar het zuiden. Tegelijkertijd dringt bewolking het land binnen die aan de vanuit het zuiden oprukkende warme lucht voorafgaat. Uit de bewolking kan een klein beetje regen vallen, later breekt in het zuiden mogelijk de zon alweer door. Gebeurt dat op tijd, dan kan het daar al 20 graden worden. In het noorden valt het maximum laat en wordt het waarschijnlijk zo rond 14 graden.

Zondag, maandag en mogelijk ook dinsdag bevindt het hele land zich dan in de warme lucht. Zeker zondag en maandag is de kans daarop groot, voor de dagen erna zit er onzekerheid in de verwachtingen. In die warme lucht kan het, als het allemaal een beetje goed valt, op veel plaatsen tussen 23 en lokaal wel 27 graden worden. Voluit zomerweer dus. Alleen op plaatsen waar de lucht over koud water strijkt, blijft het kwik duidelijk achter. Verder waait er een warme zuidelijke tot zuidoostelijke wind. Zoals gezegd: het zal allemaal best even wennen zijn.

Hoe lang het duurt, is nog onzeker

Hoe lang we eraan kunnen wennen, is onzeker. De kans bestaat dat het vanaf dinsdag koeler wordt, maar zeker niet meer zo koud als nu. Veel zal afhangen van wat de top en het dal in de straalstroom voor de periode daarna aan plannen hebben. Blijft het bij de nieuwe setting, dan gaan we een langere periode met hogere temperaturen tegemoet. Klapt de straalstroom toch weer terug baar zijn oude stand, dan zal het kwik weer omlaag gaan. Maar zo koud als nu kan het bijna niet meer worden.

Reinout van den BornChef Redactie