Foto gemaakt door Kuno Lechner - Antarctica - De geografische zuidpool.
Foto gemaakt door Kuno LechnerAntarcticaDe geografische zuidpool.
Nu

Zuidpool op dit moment bijzonder koud

Terwijl we in Nederland een paar warme, misschien zelfs hete dagen tegemoet gaan en we tegelijkertijd op bijna alle continenten van de aarde op dit moment wel andere gebieden aantreffen die veel warmer dan normaal zijn, is er één regio die er op een andere manier echt uitspringt: Antarctica. En nu eens niet omdat het er zo warm is, maar omdat de temperaturen er al een tijdje bijzonder ver onder normaal liggen. Afgelopen vrijdag zelfs even 8 graden.

Dat is toch helemaal niet bijzonder, zullen veel mensen zeggen. De zuidpoolregio is een gebied waar het altijd erg koud is, zeker in de wintermaanden die daar nu aan de gang zijn. En dat klopt natuurlijk ook. Maar het feit dat het er tijdens de wintermaanden erg koud is, neem je in je overwegingen mee. Daar hoort niet bij dat het er nu nog een stuk kouder is, dan het anders toch al is.

Temperatuurafwijkingen van tussen 5,5 en 8 graden beneden de normaal, zoals die op Antarctica de afgelopen dagen zijn gemeten, zijn ook voor deze regio opvallend groot. Helemaal als je bedenkt dat het hier om een gemiddelde gaat en er op het ijscontinent ook nu plekken zijn waar de temperaturen wel duidelijk boven normaal liggen. Het betekent dat het in de koude gebieden, om bij die grote afwijking naar beneden uit te komen, op dit moment gewoon ijs- en ijskoud moet zijn.

Zuidpool klimatologisch een bijzondere regio

Klimatologisch gezien is Antarctica een bijzondere regio. Omdat er precies op de plek van de zuidpool een groot continent ligt, is de evenknie van onze noordpool, die uit een uitgestrekt zeegebied bestaat, stukken kouder. Ook al zijn de zeeën in het noordpoolgebied een groot deel van het jaar met zeeijs bedekt, toch komt er via het water een grote hoeveelheid warmte het gebied binnen die ervoor zorgt dat het aan onze kant van de wereld lang zo koud niet wordt als in het zuidpoolgebied, waar dat grote continent die aanvoer van warmte via het water tegenhoudt.

Er is nog een ander verschil. Liggen bij ons om het noordpoolgebied heen allemaal grote continenten, de zuidpool wordt in zijn geheel door zeeën omsloten. Bieden de continenten aan onze kant van de aarde warme lucht in alle seizoenen de kans om tot het noordpoolgebied door te dringen, bij de zuidpool is dat een stuk lastiger, omdat daar een brede en koude zee moet worden overgestoken. Daarbij komt dat het koude water aan de kusten van Antarctica goed vastgehouden wordt door de zeestromingen die om het zuidpoolcontinent heen krullen. In de lucht doet de poolwervel rond de zuidpool hetzelfde, een sterke straalstroom op stratosfeerniveau die om het continent heen gekruld ligt. En die poolwervel treffen we er meestal ook tijdens de zomermaanden aan.

In het noordpoolgebied kan de kou veel makkelijker ontsnappen, zeker in de zomermaanden, maar niet zelden ook tijdens de wintermaanden. Zeestromingen, om het koude water in het gebied te beschermen, zijn er niet. Sterker nog: de zee voert juist veel warm water het noordpoolgebied in. De poolwervel is er hoog in de atmosfeer alleen tijdens het winterhalfjaar en niet eens altijd, zo zagen we de afgelopen wintermaanden ook. En alleen een sterke poolwervel slaagt er, ook in het noordpoolgebied in om de kou, die daar wordt aangemaakt, beter vast te houden.

De zuidpool is dus veel kouder dan de noordpool

De moraal van het verhaal is dat de zuidpool stukken kouder is dan de noordpool. Maar waarom is het er nu ineens dan nóg een stukje kouder? Net als in andere delen van de wereld is het klimaat ook op en rond Antarctica aan grote veranderingen onderhevig. Vooral het weer boven de relatief laag en deels in zee gelegen westelijke ijskap (die ongeveer een derde van het totale oppervlak van Antarctica uitmaakt) is een stuk warmer geworden, evenals het Antarctische schiereiland dat een heel eind bij de zuidpool vandaan ligt en naar het noordwesten in warmere zeeën uitsteekt.

Over het klimaat van het oostelijke deel is meer discussie. Het maak ongeveer twee derde van de totale oppervlakte, ligt geheel op land ligt en kent et dikste ijs. Hier lijkt het erop dat de klimaatverandering zich voornamelijk aan de randen voltrekt. Volgens de meeste onderzoeken van de laatste jaren verandert het klimaat in de kern van dit gebied nauwelijks, of koelt zelfs lichtjes af. Op en rond het ijscontinent wordt veel onderzoek naar de veranderingen van het klimaat gedaan. Voor de rest van de wereld is dit gebied van groot belang, omdat het grootste deel van de zoetwatervoorraad op aarde er in de vorm van ijs ligt opgeslagen. Zou al dit ijs in de loop van de eeuwen smelten, dan kan de zeespiegel met gemiddeld 60 meter stijgen. Zo ver is het gelukkig nog lang niet.

Gat in de ozonlaag

Zoals al aangegeven, wordt de kou van het zuidpoolgebied goed vastgehouden door zeestromingen om het continent heen en luchtstromingen in de atmosfeer. Het gebied is bekend van het gat in de ozonlaag, dat jaarlijks aan het einde van de zuidpoolwinter ontstaat door de extreem lage temperaturen die er dan in de stratosfeer worden gemeten en de werking van cfk’s, die op de hoogte van de ozonlaag in de lucht hangen. Door maatregelen op mondiaal niveau is de uitstoot van cfk’s sterk teruggedrongen. Inmiddels begint het ozongat dan ook geleidelijk kleiner te worden.

Die kou op hoogte is er ieder jaar wel en zorgt rond de zuidpool in de winter voor een bijzonder sterke poolwervel, met daaronder een evenzo sterke straalstroom. In die straalstroom trekken lagedrukgebieden mee en net als bij ons zijn er plekken waar de luchtdruk gemiddeld laag en waar de luchtdruk gemiddeld hoog is. In de winter liggen de hogedrukgebieden boven het continent, waar het dan helder, donker (poolnacht) en extreem koud is. Lagedrukgebieden liggen aan de randen van het continent en kunnen warmere lucht van buiten naar binnen blazen. Hoe meer de straalstroom in het gebied golft, hoe makkelijker dat gaat. Golft de straalstroom weinig, dan maakt warme lucht van buiten ook nauwelijks kans. En kan het in het zuidpoolgebied verder afkoelen.

AAO-index is een maat voor kracht straalstroom

Een maat voor de kracht van de straalstroom rond de zuidpool is de AAO-index, de Antarctische Oscillatie. Geeft die index een positieve waarde aan, dan is de straalstroom sterk en liggen de lagedrukgebieden zo dat de kou op Antarctica goed vastligt. Het kan er dan erg koud worden. Is de AAO-index negatief, dan golft de straalstroom veel sterker en kan warme lucht Antarctica ook gemakkelijker bereiken. Dan is het er nog steeds koud, maar komen de gemiddelde temperaturen wel hoger uit. Zeker aan de randen van het ijscontinent.

Foto gemaakt door NOAA - De positieve AAO-index (rood) is in de laatste tientallen jaren steeds dominanter geworden. Dat wijst op een toenemende kracht van de straalstroom rond de zuidpool.
Foto gemaakt door NOAADe positieve AAO-index (rood) is in de laatste tientallen jaren steeds dominanter geworden. Dat wijst op een toenemende kracht van de straalstroom rond de zuidpool.

Op dit moment is de AAO-index sterk positief. De straalstroom is sterk en de lagedrukgebieden liggen op zo’n manier om de zuidpool heen gedrapeerd dat koude lucht er grote moeite heeft om te ontsnappen. Omdat dit al een tijdje zo is, hebben de temperaturen in het gebied de kans gekregen om een stuk verder te dalen dan in deze tijd van het jaar gebruikelijk is. De la Niña van de afgelopen maanden heeft hieraan waarschijnlijk een bijdrage geleverd, want die zorgt er niet alleen voor dat het lagedrukgebied boven de Amundsenzee (dat er altijd al ligt) nu een stuk sterker is dan normaal, maar ook dat de straalstroom als geheel nog dichter tegen het continent aangedrukt ligt dan anders. Beide fenomenen werken een verdere verscherping van de kou in de hand.

Straalstroom lijkt steeds sterker te worden

Er zijn meer dingen die meehelpen. Het versterkte broeikaseffect op leefniveau betekent dat er op grote hoogte in de atmosfeer juist minder warmte doordringt. Daardoor wordt de stratosfeer kouder, ook boven de zuidpool, en dit heeft een versterkend effect op de poolwervel. Dat de poolwervel en de bijbehorende straalstroom sterker worden, blijkt ook op andere manieren. Kijk je bij voorbeeld naar de manier waarop positieve fases in de AAO-index (wijzend op een sterke straalstroom) en negatieve fases (wijzend op een zwakkere straalstroom met grotere golven) elkaar afwisselen, dan zie je dat de positieve fases de laatste tientallen jaren dominanter zijn geworden.

Ook aan het aardoppervlak merk je de effecten daarvan terug. Zo is het drukverschil tussen grofweg 45 graden zuid en 60 graden zuid, de plek waar de straalstroom rond Antarctica vaak ligt, in de laatste 30 jaar van de vorige eeuw gestegen van gemiddeld 20 tot zo’n 28 hPa, zo hebben onderzoeken laten zien. De muur, die Antarctica tegen het binnenvallen van warmere lucht beschermt, lijkt door klimaatverandering dus alleen maar sterker te zijn geworden. En zo kan het er zelfs als alles meezit, in een wereld die snel opwarmt, ook in de wintermaanden nog steeds heel erg koud worden.

Reinout van den BornChef Redactie