30-Daagse: een zomerse en een gematigde variant
Hoe zeker het weerbeeld er op de lange termijn in de berekeningen soms ook uitziet, een verrassing zit altijd in een klein hoekje. Ook nu is dat het geval. Leken we steeds op een lange periode met noordwestelijke winden af te koersen, in werkelijkheid duurt die episode in eerste instantie maar kort en lijkt de wind halverwege volgende week alweer een tijdje in de zuidhoek terecht te komen. Voordat we het weten, kunnen dan ook – zeker in het zuiden van het land – alweer zomerse temperaturen worden aangetekend.Het gaat zo: een hogedrukgebied, afkomstig van de Golf van Biskaje, trekt ten westen van de Britse eilanden langs naar het noorden en maakt in het hoge noorden verbinding met een ander hogedrukgebied, dat in het poolgebied al een tijdje aanwezig is. Boven Scandinavië raakt een bel met bovenluchtkou hierdoor afgesnoerd. Tussen het hogedrukgebied ten westen van de Britse eilanden en een ander op de Oceaan ten oosten van Noord-Amerika, raakt ook een bel met bovenluchtkou afgesnoerd. Deze trekt naar de Azoren.
Uiteindelijk komen de bovenluchtstoringen boven Scandinavië en bij de Azoren met elkaar in verbinding te staan, vormen zo een bovenluchttrog en die bovenluchttrog kiest halverwege volgende week positie op zee, net ten westen van het Europese continent. Zo kan het gebeuren dat de wind bij ons niet noordwestelijk blijft, zoals eerst door de overgrote meerderheid van de berekeningen aangegeven, maar vanaf woensdag naar zuid draait. Geen eindeloze Europese moesson dus, zoals in deze tijd van het jaar weleens wil gebeuren, maar een snelle opwarming. En een toenemende kans op regen- en onweersbuien.
Week 1: van maandag 30 mei tot en met zondag 5 juni
- Kille start, halverwege de week opwarming
- Vanaf donderdag kans op een regen- of onweersbui
- Temperaturen in het zuiden halverwege de week tot 25 graden
Zo kan het dus gebeuren dat week 1 er ineens toch heel anders uitziet dan tot nu toe steeds gedacht. We beginnen maandag weliswaar nog kil met temperaturen tussen 14 en 17 graden en nog een enkele bui, vanaf dinsdag zoekt de wind enkele dagen lang de zuidoosthoek op en komen de temperaturen omhoog. In het zuiden kan het woensdag en donderdag plaatselijk 25 graden worden. Tegelijkertijd wordt de lucht door de zuidwestelijke bovenstroming onstabieler en kan het donderdag alweer tot een paar regen- of onweersbuien komen, als een storing vanuit het zuidwesten over het land trekt.
Tegen het einde van de week wordt de wind aan de grond dan wel weer aarzelend noordwestelijk en gaan de temperaturen weer iets omlaag. Maar met maxima van noord naar zuid tussen 17 en 22 graden is ook dan van een Europese moesson geen sprake.
Week 2: van maandag 6 juni tot en met zondag 12 juni
- Licht wisselvallig met sommige dagen een regen- of onweersbui
- Vaak gematigde temperaturen, maar enkele dagen mogelijk warmer
- Wind uit richtingen tussen west en noord of noordoost
Aan de grond zien we een hogedrukgebied boven de Oceaan, ten westen van de Britse eilanden. In de bovenlucht lijkt de trog, ten westen van het Europese vasteland, zich nog enige tijd te handhaven, al wordt hij later in de periode wel minder diep. Is het windpatroon op leefhoogte hierdoor niet erg duidelijk – we lijken op richtingen tussen west en noord en mogelijk ook noordoost uit te komen – in de bovenlucht lijkt de wind nog langere tijd zuidwestelijk te blijven. Het is hierdoor licht nog steeds wisselvallig.
De zon komt er vaak door, maar als de wind uit richtingen tussen west en noord waait, zijn de temperaturen gematigd. Zodra in de zuidwestelijke bovenstroming vanuit Frankrijk eens een storing onze kant komt opwaaien, kan de wind aan de noordflank daarvan ook een tijdje noordoostelijk zijn. En dan wordt het als vanzelf ook een stukje warmer.
Week 3: van maandag 13 juni tot en met zondag 19 juni
- Droog hogedrukweer
- Gematigde temperaturen, maar warmer met Scandinavische hogedruk
- Wind uit richtingen tussen west en noord of noordoost
Het signaal wordt een stuk minder duidelijk. Er zijn twee plekken die zich voor hogedrukinvloeden lenen. Het eerste is het gebied ten westen van de Britse eilanden, waar de komende tijd al vaker hogedrukgebieden lijken terecht te komen, het tweede is Scandinavië. In beide gevallen schakelen we op een relatief droog weertype over, maar zijn de temperaturen onzeker. In het geval dat de hogedruk voor Scandinavië kiest, wordt het warmer dan in het geval van een positie ten westen van de Britse eilanden. Ook voor de zonneschijn lijkt de Scandinavische oplossing beter. Voor wat eventuele regen betreft, wordt het waarschijnlijk een magere periode. De droogte kan weer wat verscherpen.
Week 4: van maandag 20 juni tot en met zondag 26 juni
- Mogelijk iets wisselvalliger met toenemende kans op regen en onweer
- Nog steeds een tweedeling in gematigde en hogere temperaturen
- Wind uit richtingen tussen west en noord of noordoost
Hoewel in de tweedeling in de berekeningen niet veel verandert, zien we de kernen van de hogedrukgebieden uit beide oplossingen wel wat opschuiven. Als het een Scandinavisch hogedrukgebied wordt, komt het meer bij Finland in de buurt te liggen. Wordt het de westelijke variant, dan ligt een positie boven de Britse eilanden voor de hand. Tegelijkertijd worden de neerslagkansen groter. Dat heeft mogelijk met de Scandinavische oplossing te maken die aan zijn zuidflank meer ruimte voor storingsinvloeden vanuit het zuiden open laat. De Britse oplossing biedt weinig ruimte voor neerslag.
Nog steeds is de Scandinavische oplossing de warmste en komen de temperaturen in de Britse oplossing in Nederland het gematigdst uit. Voor wat de hoeveelheid zonneschijn betreft, lijkt het allemaal net iets minder dan in voorgaande weken.
En daarna?
In de twee weken daarna zien we het hogedrukgebied boven Scandinavië naar het oosten wegtrekken en als mogelijk dominante factor in het weerbeeld verdwijnen, de hogedrukimpulsen op de Oceaan ten westen van Europa blijven terugkeren, met mogelijkheden tot uitbreidingen over onze omgeving. Tegen het einde van de periode lijken we, net als nu, aan de noordkant van de hogedruk-as in een meer westelijke stroming terecht te komen. Zwakke uitlopers van storingen op de noordelijkere delen van de Oceaan zouden dan, net als nu ook, weer tot onze omgeving door kunnen dringen.
Al met al
Al met al zien we dus vrijwel de hele periode een soort van tweedeling in de berekeningen. Er is een zomerse variant, met een hogedrukgebied boven Scandinavië. De wind waait bij ons dan vaak uit het noordoosten, het kan tot zomerse temperaturen komen. Verder is het vaak droog en vallen pas later in de periode ook een paar regen- en onweersbuien.
En er is de variant die we ook in de vorige berekeningen zagen, met het hogedrukgebied ten westen van het Europese continent en bij ons vaker een wind uit richtingen tussen west en noord. Eerst is die variant nog licht wisselvallig, omdat boven West-Europa een zuidwestelijke bovenstroming waait, later in de periode lijkt ook deze variant duidelijk droger te worden, als ook de bovenstroming weer de noordwesthoek opzoekt.