De zomer is begonnen en het vriest nog steeds in de duinpannen
De zomer is begonnen, maar de vorst is nog steeds niet uit de lucht. Tenminste niet in de duinpannen waarin vrieskoujagers Pieter Bliek en Karel Holvoet dit jaar op 11 verschillende plaatsen hun metingen doen. In een duinpan bij Castricum aan Zee vroor het de afgelopen nacht 1,7 en gisternacht 1,8 graden. Eerder deze maand daalde de temperatuur in een duinpan bij Egmond aan den Hoef / Wimmenum ook al tot -1,7 graden.Het zijn opmerkelijke waarden die veel lager liggen dan de officieel in deze tijd van het jaar gemeten temperaturen. Ter vergelijking: gisteren was de vliegbasis Twenthe van de KNMI-stations het koudste met een minimumtemperatuur van 2,9 graden. Aan de grond koelde het er tot 0,1 graden af en kwam het dus net niet tot vorst. De afgelopen nacht was Eelde met 4,7 graden het koudst. Aan de grond koelde het daar af tot 0,7 graden.
Tijdens de Hondsdagen nog nooit vorst
Nu heeft het – ook op de officiële stations – in juni nog weleens gevroren, zowel op een hoogte van 1,5 meter als aan de grond. Ook in juli is nog weleens vorst aan de grond gemeten. Een interessante periode is die tussen 20 juli en 21 augustus (in de meteorologie ook wel bekend als de periode van de Hondsdagen). Zowel op een hoogte van 1,5 meter als aan de grond is daarin in de moderne tijd nog nooit vorst gemeten. Vooral dan is het interessant om te zien of het in de duinpannen misschien wel gaat vriezen.
Er zijn meerdere redenen waarom duinpannen snel afkoelen, zeker als er geen wind is en de lucht helder. Zand houdt warmte slecht vast en straalt daardoor maximaal uit. Het gevolg is dat de lucht erboven overdag snel opwarmt en in de nachten juist sterk afkoelt. Daarbij draagt de vorm van een duinpan ertoe bij dat de (relatief zware) koude lucht in stilstand niet kan ontsnappen. Verder treedt in windstille nachten geen menging met de warmere lucht op wat grotere hoogte op. De temperaturen gaan dan ook als een baksteen omlaag. In duinpannen kan het hierdoor veel kouder worden dan op andere plekken in de buurt. Soms lopen de temperatuurverschillen wel tot tussen 10 en 15 graden op.
Microklimaatjes
Holvoet en Bliek willen het gedrag van deze microklimaatjes in beeld brengen. Het zal de komende weken interessant zijn om uit te vinden of het ook gedurende de hoogzomer in de duinpannen tijdens heldere nachten tot vorst zal komen. Erg belangrijk hiervoor is dat de lucht droog genoeg is. Ontstaat tijdens de afkoeling namelijk mist, dan komt er condensatiewarmte vrij. En die houdt verdere afkoeling tegen.
Een daarmee is meteen ook het grootste probleem van de hoogzomer aangestipt. In de loop van de zomer neemt de luchtvochtigheid in Nederland toe, doordat de vele wateroppervlakken door de hoge temperaturen warmer worden en meer vocht verdampen. Als het in een nacht dan eens helder is, in een van oorsprong koele luchtsoort, ontstaat tijdens afkoeling gemakkelijk mist. En zodra die mist zich vormt, houdt de warmte die bij de condensatie van waterdamp vrijkomt een verdere afkoeling grotendeels tegen. Dit is ook de reden waarom het tussen 20 juli en 21 augustus nog niet eerder tot vorst is gekomen.