Dikke kans op dikke mist morgenochtend
In het noordoosten van het land hadden we vandaag al een voorproefje van morgen: er is dan een grote kans op grootschalige, hardnekkige mist. Typisch voor het najaar en de winter, en dat kan gevaarlijke situaties opleveren.Mist is een geniepig fenomeen. Een op zich prima dag kan ineens flink tegenvallen, doordat je plotseling in een kleine grijze wereld terecht komt. Een eindje verderop kan het zicht prima zijn, en ook een paar meter boven je hoofd kan het er prachtig uit zien. Vanochtend gebeurde dat dus in Groningen, Drenthe, Overijssel, Flevoland en delen van Gelderland. De zichtwaarden – dus het aantal meters dat je nog voor je uit kunt kijken – kwam op verschillende plaatsen tot onder de 100 meter. Ter vergelijking: op een heldere ochtend, zoals we die nu inmiddels hebben, kun je tientallen kilometers van je af kijken. Zichtwaarden van 40 of 50 kilometer zijn heel normaal.
Bij een zicht van minder dan een kilometer spreken we van mist. Als het minder dan 200 meter is, hebben we het over dichte mist. Wordt het zelfs minder dan 50 meter, dan gaat het om zeer dichte mist. Vooral in het verkeer is dat heel gevaarlijk.
Wolk op de grond
Mist is in feite niets anders dan een wolk, maar dan tot op je schoenen. Kleine waterdeeltjes, die door afkoeling gecondenseerd zijn en druppeltjes vormen. Koudere lucht kan minder vocht bevatten dan warme lucht. Dus als de lucht zo koud wordt dat hij verzadigd raakt, ontstaan die kleine druppeltjes. Als die omslagtemperatuur bereikt wordt, kan het soms ineens helemaal dichtslaan.
Hoe verder het dan nog afkoelt, hoe meer mist er ontstaan. Vaak zie je ’s ochtends vroeg wat van die slierten hangen, bijvoorbeeld boven weilanden. Maar als de omstandigheden ernaar zijn, kan er ook zo’n enorm mistveld ontstaan dat het hele land dichtloopt.
(Artikel gaat verder onder de video)
Benodigdheden
Die omstandigheden bestaan uit een paar ingrediënten. Voldoende afkoeling bijvoorbeeld , zoals we hierboven al vertelden. In een heldere nacht kan het sneller afkoelen dan wanneer er bewolking is: vaak ontstaan mist dus op plaatsen waar het in de nacht goed is opgeklaard. Ook is er uiteraard voldoende vocht nodig. Komt de aangevoerde lucht vanaf zee, dan is de lucht vrijwel altijd vochtiger dan wanneer het vanaf land komt. Maar bovendien: met al die regen van de laatste dagen kunnen we wel stellen dat er op het moment voldoende vocht voorradig is.
Als derde is het belangrijk dat er niet of nauwelijks wind staat. Waait het te hard, dan worden de mistdruppeltjes gewoonweg meegenomen door de wind en ontstaan er dus niet van die dikke plaklagen. Datzelfde effect zie je nog wel eens op snelwegen: doordat de auto’s de lucht in beweging brengen, zie je daar de mist vaak al iets eerder verdwijnen.
Pas op morgenochtend
Zeker als je nog wel eens vroeg op pad bent, weet je dat het met mist heel moeilijk autorijden kan zijn. Net als in een dikke regen- of sneeuwbui: je ziet gewoon te weinig om prettig en veilig te rijden. Het ziet er naar uit dat we morgenochtend in een heel groot deel van het land te maken krijgen met (dichte) mist. Het klaart vanavond flink op, het koelt hard af en de luchtvochtigheid is hoog. Zeker in het noorden en midden van het land is er een mistkans van maar liefst 90%. In de vroege ochtend is de mist het dichtst. Het kan nog wel eens een moeilijke ochtendspits worden.
Hele ochtend grijs?
Zodra de zon opkomt – morgen is dat om 7.37 uur – begint normaalgesproken het oplossen van de mist. Maar wat je ook vaak ziet, is dat de mist overgaat in lage bewolking, waardoor de grijzigheid daaronder wat gevangen raakt. Als de wind bovendien blijft liggen – en ook dat lijkt morgenochtend het geval – krijg je op die manier dus een heel hardnekkige grijze laag. In het zuiden zal de mist het snelst verdwenen zijn, maar op andere plaatsen zal het morgen nog tot het eind van de ochtend, begin van de middag kunnen duren voor alle grijzigheid goed en wel verdwenen is.
Autorijden in de mist
Als het echt nodig is om de weg op te gaan, zijn er een paar dingen die je kunt doen. Allereerst heeft een auto natuurlijk mistlampen, maar veel mensen weten niet precies hoe ze die moeten gebruiken. Het zit zo: de mistlamp aan de voorkant gebruik je naar eigen inzicht. Als je zicht door regen, sneeuw, of dus mist, 'ernstig belemmerd' wordt, dan mag dat. Bij mist wordt meestal een zichtwaarde van minder dan 200 meter gehanteerd om de mistlamp voor aan te zetten, maar dat is niet per se een regel. Die is er wel voor de mistlamp achter. Die is zo fel, dat andere bestuurders er last van kunnen hebben. Daarom mag je die pas aanzetten als het zicht onder de 50 meter komt. Overigens mag je die niet gebruiken bij zware regen- of sneeuwval.
Verder is het ook goed om je verlichting handmatig in te stellen. Heb je automatische verlichting, dan wordt mist vaak niet 'herkend'. Zo kun je zonder dat je het weet compleet onzichtbaar zijn voor andere weggebruikers.
Halve snelheid, dubbele afstand
Verder heeft de ANWB nog een goed advies bij slecht zicht: halveer je snelheid, en verdubbel je afstand. Mist kan je reactievermogen enorm beperken, dus rijden zoals je normaal zou doen is vragen om problemen.