Foto gemaakt door Reinout van den Born - Nijmegen - De koude ochtend van 4 februari 2012 in de Nijmeegse Ooijpolder.
Foto gemaakt door Reinout van den BornNijmegenDe koude ochtend van 4 februari 2012 in de Nijmeegse Ooijpolder.
Nu

Een mogelijk langere koudeperiode ligt op de loer

Na een lange periode met vooral zuidelijke winden, even onderbroken door het afgelopen weekend toen koude lucht vanuit het noordoosten ons land al kort wist te bereiken, lijkt het erop dat de drukverdeling boven Europa in de loop van volgende week voor een wat langere tijd op de schop gaat. Een hogedrukgebied, afkomstig vanuit Rusland, lijkt zijn invloed vanaf dinsdag tot over Scandinavië uit te breiden. Koudere lucht komt dan met een naar oost- tot noordoost draaiende wind onze kant op. Winterweer wordt het nog niet meteen. Daarvoor is het Europese vasteland nu nog niet koud genoeg. Maar wat niet is, kan wel komen.

Het is een tijdje geleden dat we binnen de drie wintermaanden, volgende week begint de eerste wintermaand december immers, naar het noordoosten moeten kijken. De laatste keer was waarschijnlijk aan het eind van februari 2018, toen we op de valreep nog even met de Russische Beer te maken kregen. Vanuit het oosten bereikte een portie zeer koude lucht ons land en bracht ons, op het randje van maart, toch nog even (kleinschalig) op de schaats. Toen was de luchtdruk boven Scandinavië en het noordwesten van Rusland ook hoog. In de erop volgende jaren wilde het in de winter niet meer lukken. In februari 2021 was het weliswaar ook een week lang koud, maar toen lag de hogedruk in de buurt van Groenland.

Mooie vorstperiodes

Hogedrukgebieden boven het noorden van Europa hebben in Nederland in het verleden mooie vorstperiodes opgeleverd. In het recente verleden zagen we dat onder meer in februari 2012, toen een hogedrukgebied boven Scandinavië, ontstaan vanuit een Russisch hogedrukgebied dat naar het westen trok, zeer koude lucht naar onze omgeving bracht. Onder invloed van lagedrukgebieden op het westelijke deel van de Oceaan werd het hogedrukgebied door warmte-impulsen in de bovenlucht meerdere keren versterkt. Alleen halverwege de periode wist een storing er met sneeuw doorheen te breken, gevolgd door een historisch koude nacht. In de vroege ochtend van zaterdag 4 februari daalde het kwik in Lelystad tot -22,9 graden, nog altijd de laagste temperatuur van deze eeuw.

In de aanloop naar de vorst van toen lag, terwijl we in ons deel van Europa nog met een wisselvallige westcirculatie te maken hadden, het Russische hogedrukgebied in de hoek van de weerkaart al steeds op de loer. Het had een mooie portie kou ingevangen, die eigenlijk alleen nog maar naar het westen hoefde af te stromen. Dat gebeurde toen, aan de achterzijde (de westflank) van een naar Zuidoost-Europa wegtrekkend lagedrukgebied, en aan de voorzijde (de oostflank) van nieuwe lagedrukgebieden boven het westelijke deel van de Oceaan, in de bovenlucht een hoeveelheid warmte in de richting van Scandinavië kon opstomen. Daar steeg de luchtdruk, leidend tot de vorming van een hogedrukgebied. Het maakte meteen contact met het Russische hoog. Dat trok naar het westen. En datzelfde gold voor de koude lucht die was ingevangen. En zo kon bij ons een vorstperiode beginnen.

Er loert een hogedrukgebied

Ook de komende dagen ligt boven het noordwesten van Rusland een hogedrukgebied te loeren. Het is al wat naar het westen opgestoomd, maar ligt nog niet dichtbij genoeg om het weer bij ons al in de greep te krijgen. Wij krijgen nog enkele storingen te verwerken, de komende nacht en ook zondag. Het lagedrukgebied dat – over of langs – onze omgeving naar het zuidoosten trekt, volgt maandag en dinsdag. Erachter zien we, aan de voorzijde van nieuwe lagedrukgebieden op het westen van de Oceaan in de bovenlucht warme lucht naar Scandinavië stromen. De luchtdruk stijgt, er ontstaat een hogedrukgebied, er komt contact met het hoog boven Noordwest-Rusland en dat komt naar het westen. Daarna lijken we ook nu op te gaan voor een langere periode met oostelijke tot noordoostelijke winden.

Een verschil met 2012 is wel dat het nu nog vroeg in de winter is en dat we niet meteen met heel koude lucht te maken krijgen. Daarvoor is tijd nodig. Hoewel de temperaturen vanaf dinsdag/woensdag al wel duidelijk omlaag gaan, is het dan nog geen winter. Daarvoor is de bovenlucht nog te warm. Toch is de tendens duidelijk dalend. Verder zien we tegen het einde van volgende week wel veel koudere lucht boven Rusland opdoemen.

Het zou weleens langer kunnen duren

Het interessante aan de situatie van de komende week is dat het hogedrukgebied, dat boven het noodoosten van Europa ontstaat, er dermate groot en sterk uitziet dat het weleens wat langer zou kunnen meegaan. De berekeningen voor de langere termijn hinten daar ook (al een tijdje) op. En ook in de pluim van vandaag zien we dat de oostelijke tot noordoostelijke winden niet alleen einde volgende week en het weekend daarna, maar ook tot diep in de daar weer op volgende week kunnen aanhouden. En hoe langer het duurt, hoe groter de kans dat het winterweer uiteindelijk ook West-Europa weet te veroveren.

We blijven het volgen. Zaterdag wordt onze winterverwachting bekend gemaakt, tijdens de wintermeeting die tussen 14 en 17 uur wordt gehouden. Alle informatie vind je hier.

Reinout van den BornChef Redactie