Foto gemaakt door Jannes Wiersema - Roodeschool - Met name het Amerikaanse weermodel strooit op de heel lange termijn al even met soms bizar warme weerkaarten. Zo gek wordt het niet. Maar er broeit wel iets.
Foto gemaakt door Jannes WiersemaRoodeschoolMet name het Amerikaanse weermodel strooit op de heel lange termijn al even met soms bizar warme weerkaarten. Zo gek wordt het niet. Maar er broeit wel iets.
Nu

Er broeit iets op de weerkaarten voor de lange termijn

Je zou het nu nog niet zeggen – het is de komende dagen eerder koel zomerweer in Nederland – maar voor de periode na het komende weekend en zeker ook in de week (of weken) daarna broeit er al wel een tijdje wat op de weerkaarten.

Onder de volgers van het weer gaat het al een tijdje over de bizarre weerkaarten waarmee met name het Amerikaanse model af en toe strooit, steeds wel voor de ultralange termijn. De afgelopen nacht nog schudde het rekenmodel er voor maandag 18 juli een ronduit ongelooflijke weerkaart uit. Met in Nederland veel zon en ongehoord hoge temperaturen van 43 of 44 graden. Zelfs in het noorden zou het kwik tot boven 40 graden kunnen stijgen. Het zou een adembenemende uitkomst zijn. Het zijn weerkaarten die we, zelfs op de tekentafel, vroeger gewoon nooit te zien kregen. Het wordt wat dat betreft steeds gekker.

Nee, het is geen verwachting

We zeggen er meteen bij – om te voorkomen dat iedereen nu gaat roepen dat Weer.nl voor 18 juli ruim 40 graden verwacht – dat we er geenszins van uitgaan dat we op die termijn op dergelijk extreme temperaturen zullen uitkomen. Daarvoor is de berekening voor 18 juli natuurlijk nog veel te ver weg. Verder corrigeert het model zichzelf. In de nieuwste run is de verwachting voor die extreme hitte op 18 juli alweer verdwenen. Verder zijn er nog de extra berekeningen. Ze worden gemaakt om de betrouwbaarheid te checken. Ook die komen een stuk gematigder uit de bus. Kijk je naar de mediaan van het hele spul voor dat moment, dan mogen we al blij zijn als we ergens op 30 graden uitkomen.

Veel belangrijker is het signaal dat gegeven wordt. Er zijn aanwijzingen voor een duidelijke temperastuurstijging, vanaf het komende weekend al, maar zeker ook in de periode daarna. En dat is iets wat we op dit moment eigenlijk in alle berekeningen van computermodellen, die ver vooruit rekenen, tegenkomen. Ook in bijvoorbeeld de nieuwste 30-daagse verwachting van het Europese model. En dat is natuurlijk wel interessant.

Azorenhogedrukgebied

Opvallend op de weerkaarten van vandaag is dat het Azorenhogedrukgebied, dat – zo zegt zijn naam al – normaal in de buurt van de Azoren ligt, een duidelijk noordelijkere positie inneemt, nu op de Oceaan ten westen van Ierland. Het heeft een uitloper in onze richting, maar die is niet zo sterk dat hij de noordwestelijke wind, die aan de oostflank van een hogedrukgebied bij ons nu eenmaal altijd waait, kan tegenhouden. Met zo’n noordwestelijke wind stroomt van oorsprong koele lucht, via het relatief koude wateroppervlak van de Noordzee, in onze richting en houdt de temperaturen gematigd.

Vooral morgen en donderdag hebben we ermee te maken. Morgen wordt het 18 tot 22 graden en passeren twee zwakke storingen. Daardoor is er duidelijk meer bewolking dan we van de laatste tijd gewend waren. Verder kan morgen in het noorden en oosten en donderdag in het hele land een beetje regen of een buitje vallen. Vanaf vrijdag begint de uitloper van het hogedrukgebied zich beter te ontwikkelen. Hoewel de wind ook dan nog steeds uit richtingen tussen west en noord waait, komt de zon er beter door en stijgt het kwik, door het warmer worden van de bovenlucht, alweer wat verder.

In het weekend al warmer

In het weekend kan het in het zuiden 24, lokaal 25 graden worden, in de rest van het land komt het kwik dan in elk geval (ruim) boven 20 graden uit. En daarmee zijn we terug op het niveau van vandaag en zit het dipje in het zomerweer erop.

Wat daarna lijkt te gebeuren, is dat het hogedrukgebied zich naar onze omgeving verplaatst, al blijft een deel ook nog steeds ook ten westen van de Britse eilanden achter. De noordwestelijke aanvoer bij ons wordt daarmee de pas afgesneden en de zon krijgt de overhand. Verder zet de stijging van de temperaturen door en kan het kwik in het zuiden tot ruim boven 25 graden oplopen (tot een graad of 28 aan toe).

Verder vooruit kijken

Hiermee hebben we de ontwikkeling te pakken zoals die nu vrij zeker lijkt. Vervolgens hebben we andere hulpmiddelen ter beschikking waarmee we een voorzichtige poging kunnen doen om nog niet iets verder door de tijd heen vooruit te kijken. We noemden die extra berekeningen al, gedaan vanuit een opzettelijk steeds iets aangepaste uitgangssituatie. Fouten spelen nu eenmaal een rol in het berekenen van het weer en door ze zelf aan het model mee te geven, krijg je een indruk van hoe gevoelig de uitkomst van de verwachting voor zulke fouten is. Die berekeningen worden in de pluimen neergezet.

In de pluim van het Europese model zie je de mediaan (de middelste waarde) van alle berekeningen vooral vanaf komende maandag op een duidelijk hoger niveau uitkomen. Verder neemt de onzekerheid toe, zowel voor wat de temperaturen aan de grond als die op een wat grotere hoogte in de atmosfeer betreft. Op 1500 meter stijgt de mediaan naar 12 of 13 graden en er zitten lijntjes bij die nog aanmerkelijk hoger uitkomen. Met flink wat zon en niet al teveel wind erbij kan het dan makkelijk 25 tot 30 graden worden.

Amerikaanse model

Ook het Amerikaanse model laat het volgende week warmer worden, maar komt met zijn piek wat later, niet vanaf het komende weekend al, maar eigenlijk in en na het weekend daarna. Dan stijgt de mediaan op een hoogte 1500 meter tot temperaturen rond 15 graden en zou het met veel zon en niet al teveel wind dus ruim 30 graden kunnen worden. Maar nu kijken we wel heel ver vooruit en is de onzekerheid navenant groot.

De dynamiek die er volgens de 30-daage (of eigenlijk 46-daagse verwachting) van het Europese model achter zit, is dat het hogedrukgebied – na volgende week een tijdje boven onze omgeving te hebben gelegen – in de week daarna het Europese continent op trekt. Dan zou de echt warme lucht vanuit het zuiden ons wel kunnen bereiken.

Er broeit iets op de lange termijn

In de weken daarna zou het via de Baltische staten en Scandinavië verder naar het hoge noorden kunnen bewegen. Tenminste, dat zegt het gemiddelde van de berekeningen. Als dit bewaarheid zou worden, zou het in onze omgeving nog veel langer warm en ook relatief droog kunnen blijven. Veel hangt dan af van of onweerstoringen ons al dan niet weten te bereiken. En of we – zoals eerder steeds – aan de rand van het hete gebied blijven, of er middenin uitkomen. Als we de lange termijnberekening van het Europese model serieus nemen, zijn beide uitkomsten denkbaar. Er broeit dus iets. We blijven het volgen.

Reinout van den BornChef Redactie