Het wordt koud: moeten we al aan schaatsen denken?
Het wordt de komende dagen koud in Nederland. In de nachten gaat het op uitgebreide schaal licht vriezen, overdag komt het kwik – zeker als laaghangende wolken en mist uit de nacht blijven hangen – nauwelijks boven nul. Daarbij blijft het op de meeste plaatsen droog en lijkt het erop dat deze koude periode weleens langer zou kunnen aanhouden. Dan volgt onvermijdelijk de vraag: wordt het koud genoeg om te schaatsen?Na de lange, warme aanloop naar de winter van dit jaar, durf je er bijna nog niet aan te denken. Toch hebben we dit seizoen de eerste mensen al op natuurijs gehad en wel op de baan in Winterswijk, in de vroege ochtend van zondag 20 november. Eén nachtje vorst (het koelde af tot 7 graden onder nul) was voldoende. Doordat vrijwilligers van de ijsclub de hele nacht actief waren, kon een ijslaagje met een dikte van 1 centimeter worden gemaakt. Het was genoeg om schaatsers enkele uren aan ijsplezier te brengen.
Uitgangssituatie nog niet best
Dat het dus al op zeer kleine schaal gelukt is om op natuurijs te schaatsen, laat onverlet dat de uitgangssituatie nog niet best is. We komen uit een zeer warme en zonnige herfst en halverwege de novembermand waren de weersomstandigheden in Nederland nog bijna nazomers te noemen. Met veel zon en in het Limburgse Ell een temperatuur die tot bijna 19 graden opliep. De zeewatertemperatuur bedroeg, toen we in december aan het koudere dan normale weer begonnen, over een uitgestrekt gebied rond 13 graden. Daarmee was het een stuk warmer dan normaal. In 2010, de laatste keer dat we een koude decembermaand beleefden, was dat tussen 8 en 10 graden. Een heel verschil kortom.
Mocht het de komende tijd flink gaan vriezen, dan hoeven we ons van grotere plassen en dergelijke dus nog helemaal niets voor te stellen. Daar moet het water eerst nog flink afkoelen. Ondiep water, slootjes en ijsbanen komen op tijd van duur mogelijk wel in beeld. Maar ook daarvoor moet het eerst echt wel flinke tijd gaan vriezen.
IJspluim
Er zijn her en der hulpmiddelen om te bepalen wat we aan ijsgroei kunnen verwachten, op basis van de temperaturen zoals die voor de komende tijd uitstaan. Zo heeft het KNMI een ijsgroeimodel. Dat model, dat aan de basis van de ijspluim staat zoals die op de site van het KNMI is te bekijken, laat op basis van de huidige verwachting zien dat op water van 2 meter dik vanaf grofweg aanstaande woensdag de vorming van het eerste ijs te zien kan zijn. Tot die tijd ligt het water, ondanks de vorst in de nachten, dus alleen af te koelen.
Uiteindelijk zouden we aan het einde van volgende week op ongeveer 5 centimeter moeten kunnen uitkomen. Dat is dus een dag of 9 na vandaag. Er is echt veel voor nodig. Nu zal het op ondiep water, als deze verwachting precies zo uitkomt als hij nu uitstaat, wel sneller gaan. Schaatsen op ijsbaantjes komt dan ook wel in zicht, in de loop van volgende week. Dit weer mits de verwachting van nu uitkomt, we kunnen dat niet genoeg benadrukken. Daar zou de ijsdikte wel op 6 en in het noordoosten 7 centimeter moeten kunnen uitkomen.
Te weinig opklaringen
Het gaat natuurlijk allemaal het snelste als het in de nachten behoorlijk opklaart. Dan kan het de komende dagen op de koudste plekken zomaar matig, dat is meer dan 5 graden vriezen. Het is alleen niet gezegd dat het de komende tijd in de nachten ook steeds opklaart. Veel vaker zal het bewolkt zijn en nevelig of mistig. Dat helpt allemaal niet mee.
Ook zitten gebiedjes met neerslag – meestal sneeuw – regelmatig in de buurt. Op basis van de huidige berekeningen laten ze Nederland meest ongemoeid, maar er hoeft maar een kleine verandering op te treden, of het komt er toch van. Sneeuw op jong ijs is niet bevorderlijk voor de aangroei ervan. Alleen in nog open water kan sneeuw wel helpen om dat water sneller te laten afkoelen. Maar dan moet het natuurlijk wel op tijd vallen. Overigens kan een sneeuwlaag ook helpen om het ’s nachts kouder te laten worden.
Of toch zachter?
Een laatste gevaar is natuurlijk dat de komende koude periode als nog vroegtijdig wordt afgebroken, zoals in Nederland vaak gebeurt. Dat zou voor de eerste keer rond komende donderdag kunnen zijn, al lijkt de kans op een einde aan het koude weer dan nog wel heel klein. Maar je weet het nooit. We hebben het al vaak eerder meegemaakt.
Al met al is er dus wel het een en ander te overwinnen voordat we aan ijs en schaatsen kunnen gaan denken. We laten de vlag voorlopig dan ook nog maar even in de kast. Wel blijven we de situatie met aandacht volgen. Want die is voorlopig zeker interessant.