Klimaatcrisis: het probleem kennen we wel, nu de oplossing…
Meerdere IPCC-rapporten verder en ook het bericht dat de uitstoot van CO2 in Nederland het laatste jaar weer licht is gestegen, blijft de verdeeldheid over het klimaat en de noodzaak om veranderingen daarin aan te pakken groot. Tenminste, dat kun je opmaken uit de peiling zoals we die de afgelopen week op Weer.nl hadden staan.Ruim 3400 gebruikers namen de moeite om de vraag te beantwoorden en die vraag luidde: ‘de uitstoot van CO2 in Nederland is weer licht gestegen. Is dat zorgelijk?’ Zo’n 38 procent van de deelnemers antwoordde met: ‘nee, geen probleem. Het loopt wel los.’ Ongeveer 29 procent vond het wel zorgelijk en denkt dat we echt iets moeten doen. Rond 21 procent zei het onbegrijpelijk te vinden dat we het maar niet voor elkaar krijgen en zo’n 12 procent zei alles rond klimaatverandering verre van zich te houden, omdat het te groot is.
Het kamp dat om actie vraagt en het kamp dat afwacht en op een passievere manier naar het probleem kijkt, zijn in deze uitkomst dus precies even groot. Beide vertegenwoordigen precies 50 procent van de deelnemende groep. Het laat zien wat we allemaal weten: hoe sterk ook het appèl is van organisaties als de VN en het bijbehorende IPCC, hoe sterk ook het bewijs in de diverse rapporten zoals die in het voorbije jaar zijn gepresenteerd, hoe duidelijk ook de cijfers met betrekking tot de ontwikkeling van de uitstoot van CO2, de verdeeldheid over de te ondernemen stappen blijft enorm en verlamt het proces.
De ernst van het probleem
Alles wordt uit de kast gehaald om zoveel mogelijk mensen van de ernst van het probleem te doordringen. Er wordt al niet meer van klimaatverandering, maar van een klimaatcrisis gesproken. De klok tikt, want we hebben nog geen 10 jaar meer de tijd om ons gedrag zo aan te passen, dat de klimaatdoelen van het Parijse klimaatakkoord haalbaar blijven. De gevolgen van het klimaat op drift, voor aarde, natuur, dier en mens worden steeds zichtbaarder, en toch lukt het (nog) niet om de echte draai te maken. We lijken wel een beetje op de kikker die in een pot met kokend water en er iet uit springt. We blijven gewoon zitten.
Natuurlijk; er zijn altijd omstandigheden die ons de andere kant op laten kijken. Twee jaar corona, de oorlog in Oekraïne en andere zorgen vragen veel aandacht. Maar zo is er altijd wel iets. De klimaatcrisis leeft niet. Misschien is het probleem, zoals een minderheid van de deelnemers aangeeft, ook wel te groot. Ook door de manier waarop het wordt neergezet. Mogelijk worden de (uiterst sombere) vooruitzichten vaak té ronkend gebracht, ligt de nadruk teveel op de doemscenario’s en is er (gevoelsmatig) te weinig ruimte voor een andere weg dan alleen die ene, die iedere keer weer wordt gepresenteerd.
Communicatie speelt belangrijke rol
Bij het signaleren van problemen voor grote groepen speelt communicatie een belangrijke rol. Bij het motiveren van diezelfde groepen om de voor een oplossing noodzakelijke stappen te zetten, is een efficiënte en doeltreffende communicatie misschien nog wel belangrijker. Bij dat laatste wringt de schoen. Terwijl onderzoek laat zien dat veel mensen de probleemstelling wel delen, is de verdeeldheid bij het bepalen van de route naar de oplossing ervan te groot. Zo groot, dat verdeeldheid het bereiken van die oplossing in de weg staat. Daarbij is veel communicatie, ook die van de bekende klimaatvolgers, vooral gericht op het vaststellen van het probleem en misschien wel te weinig op een – op onze dagelijkse praktijk gerichte – oplossing ervan. Daar kan nog een wereld worden gewonnen.
Naar de top op Spitsbergen
Ik herinner me hoe ik ooit op Spitsbergen met een groep Nederlandse vogeltoeristen in de hoofdplaats Longyearbyen aan de voet van een berg stond. We zouden een dagexcursie maken naar de hoogvlakte erbovenop. Aan de andere kant, niet ver van de gletsjer daar, zouden we weer afdalen. En dan door het dal naar het hotel teruglopen.
Om boven te komen, moesten we ongeveer 450 meter klimmen, over een behoorlijk steile helling. Je moest over een behoorlijke conditie beschikken, zo was vooraf gezegd. We waren met ongeveer 20 deelnemers en twee Noorse gidsen. Toen de groep de wand zag en hoe steil de klim was, zonk verschillende mensen de moed in de schoenen. ‘Dat gaan we nooit halen’, riepen meerderen. En ook de gidsen zagen het al gauw niet meer zitten. Ze stelden al snel voor om beneden te blijven en dan maar wat door het dal te lopen.
Eerst een klein stukje
Ik had me op de tocht verheugd en opperde om in elk geval een stukje te klimmen. Het zou snel omhoog gaan en meteen een mooi uitzicht moeten opleveren. Een enkeling besloot af te haken, de rest stemde in. We besloten tot de onderkant van het eerste sneeuwveld te lopen. Daar aangekomen, was het uitzicht prachtig. Iedereen genoot. Het was zwaar, maar het lukte. Ik stelde voor om door te gaan tot de bovenkant van het eerste sneeuwveld. Vol goede moed vervolgden we de klim en na enige tijd bereikten we ook dat punt. De stemming was goed, het uitzicht werd majestueus. Het weer was prachtig en aangenaam.
Op driekwart van de helling zag ik een plateautje. Ik wees de groep erop en opperde ook dat te verschalken. Niemand was tegen. We hadden nog genoeg tijd en de eerste helft van de klim ging goed. We zwoegden verder. Het was steil, af en toe moesten we stoppen om even op adem te komen, maar het plateautje kwam dichterbij. Het duurde even, maar uiteindelijk stonden we ook daar allemaal. Intussen was de ochtend flink op weg. De gidsen hadden een aanlokkende lunch bij zich. Veel mensen begonnen wel trek te krijgen. Ik stelde voor toch eerst naar de eerste hoek van de hoogvlakte te lopen. Vanaf daar zouden we een prachtig uitzicht over Longyearbyen hebben. Het leek een prachtige plek om te lunchen.
Overwinning
Weer zette iedereen zich in beweging en – je raadt het al – uiteindelijk stonden we allemaal boven. Het voelde als een overwinning en we zetten ons aan de lunch. Iedereen rustte uit van de zware klim, lekker in het zonnetje en met een fenomenaal uitzicht. Na een uurtje kwam de vraag op of we, nu we eenmaal toch boven waren, ook maar de rest van de wandeling zouden doen. Eerst via een vlak pad over de besneeuwde hoogvlakte, met een indrukwekkend zicht op de rest van het poollandschap van Spitsbergen, daarna door de smeltende sneeuw weer omlaag en vervolgens via het dal naar het hotel terug.
We gingen ervoor. Het werd een prachtige tocht. Terug omlaag was zwaar, omdat we steeds door de dikke sneeuwlaag heen zakten en elkaar er weer uit moesten trekken. Maar met vereende krachten kwamen we beneden en bereikten het hotel. De groep was moe, soms zelfs erg moe. Maar iedereen vond het een dag om nooit te vergeten.
Concrete, behapbare stappen
Zouden we bij de oplossing van de klimaatcrisis ook niet zo te werk kunnen gaan? Door de weg ernaartoe op te delen in concrete, behapbare stappen. Om zo heel geleidelijk, maar heel zeker de oplossing binnen te slepen? En zouden dan ook niet veel meer mensen dan nu bereid zijn om op dat pad mee te gaan? Het zou een interessant experiment zijn.