Foto gemaakt door Rob Beckers - Venray - Nu de winter voorbij is, kunnen we naar de lente vooruit kijken. Het lijkt een warme lente te worden, maar de verwachting voor zonuren en neerslag is onzeker.
Foto gemaakt door Rob BeckersVenrayNu de winter voorbij is, kunnen we naar de lente vooruit kijken. Het lijkt een warme lente te worden, maar de verwachting voor zonuren en neerslag is onzeker.
Nu

Lenteverwachting 2022: warmer dan normaal, zonuren en neerslag onzeker

Met de winter bijna voorbij is het tijd om naar de lente vooruit te kijken. Op een winter, waarin de westcirculatie dominant was, of zoals in de afgelopen winter dominant werd, is in de laatste tientallen jaar vaak een zeer zachte lente gevolgd. Hetzelfde lijkt, als de verschillende modelberekeningen gelijk krijgen, dit jaar te gebeuren. Het patroon met betrekking tot de verwachte neerslag is minder duidelijk. Zeker in de maartmaand ziet de drukverdeling er nog een tijdje wisselvallig uit. Voor de twee lentemaanden daarna geeft het signaal nog geen duidelijke richting.

Net als de herfst is de lente een tussenseizoen. De drukverdeling op het Noordelijk Halfrond evolueert van zijn winter- naar zijn zomerstand. Eén van de belangrijkste veranderingen daarbij is het stilvallen van de poolwervel, ergens in het voorjaar. Daarbij wordt de ‘gewone’ straalstroom steeds minder sterk, gaat meer bochten vertonen en zoekt een noordelijkere positie op. Hogedrukgebieden, die de laatste tijd door de sterke straalstroom en poolwervel geen kans hadden om het hoge noorden te bereiken, kunnen daar later in de lente wel weer doordringen. Het precieze moment waarop dat gebeurt, zal voor een groot deel bepalen of de lente uiteindelijk als droog en zonnig, of toch nog als relatief wisselvallig en somber de boeken in zal gaan.

Kans op zachte lente lijkt groot

Dat het een zachte lente wordt, lijkt nu al wel bijna een gelopen koers. De duidelijk koudere dan normale lentes, die we in het recente verleden in Nederland hebben gehad, zoals vorig jaar, maar ook bij voorbeeld de lente van 2013, werden in de winter door een SSW, een plotselinge opwarming van de stratosfeer boven de Noordpool voorafgegaan en een daarbij horende instortende poolwervel. Dat is deze winter niet gebeurd. Sterker nog: de poolwervel was steeds (veel) sterker dan normaal, is dat nog altijd en lijkt ook de rest van de komende maartmaand nog goed in tact te blijven.

Het huidige weerpatroon, met een sterke straalstroom die het ene lagedrukgebied na het andere aanvoert, maar ook steeds met hogedrukgebieden ten zuidwesten en zuiden van ons, lijkt daarmee de eerste weken nog aan te houden. Waarbij wij ons in Nederland afwisselend onder invloed van de lagedrukgebieden en de hogedrukgebieden bevinden en perioden met wisselvallig en stabieler weer elkaar afwisselen. Dat wisselvallige weer duurde in de lente van 2020, de laatste die op een door een westcirculatie gedomineerde winter volgde, nog de eerste weken van maart. Daarna brak een veel zonniger en droger weertype door. De lente als geheel werd zonnig en droog.

Gedrag van de poolwervel

Zoiets zou de komende lente ook kunnen gebeuren, maar zeker is het niet. Het zal afhangen van het moment waarop de poolwervel, doordat de zon in het poolgebied weer doorbreekt en de stratosfeer daar verwarmt, stilvalt. Hoe eerder dat gebeurt, hoe eerder ook de straalstroom aan kracht zal inboeten en hoe groter de kans dat de hogedrukgebieden het weer in onze omgeving naar hun hand kunnen zetten. Zoals al aangegeven, lijkt het moment waarop de poolwervel stilvalt, op dit moment nog niet nabij. Het in grote lijnen wisselvallige weer lijkt in maart dan ook nog wel een tijdje aan te houden, zo geven ook de verwachtingen voor de lange termijn aan. Dit wil niet zeggen dat er ook niet af en toe ruimte voor beter weer is, zoals bij voorbeeld in het komende weekeinde.

Kijken we naar de lenteberekeningen van de verschillende computermodellen, die het voor de komende lente opvallend goed met elkaar eens zijn, dan zien we een aprilmaand met veel hogedruk op de Oceaan, ten westen van Nederland. Alleen de berekeningen van het Engelse en Franse model wijken af en leggen het hogedrukgebieden boven het oosten of zuidoosten van Europa. In alle gevallen komt er voor onze omgeving een warmere dan normale maand uit, al lijken de afwijkingen met normaal duidelijk minder groot dan in de komende maartmaand.

Voor mei is de onzekerheid groter

Voor mei is de overeenstemming tussen de verschillende seizoensmodellen minder groot. Het hogedrukgebied kan dan zowel boven Scandinavië, boven of in de buurt van onze omgeving, als op de Oceaan ten westen van Europa terechtkomen. Nog steeds geven de meeste berekeningen ook voor mei voor Nederland boven normale temperaturen aan, maar het Engelse komt voor ons met een ongeveer normale temperatuur uit de bus. Hier zien we dus meer onzekerheid.

Maak je een vergelijking met de aanloop naar de lentes van andere jaren, dan laten de voor wat de lentes betreft warmste vergelijkingsjaren, na een nog wisselvallige maartmaand met hogedruk ten noorden van de Azoren en lagedrukgebieden vooral boven Scandinavië, de hogedruk in april naar Scandinavië opschuiven en de hogedrukgebieden vervolgens in mei boven Centraal-Europa terechtkomen. In de koudste vergelijkingsjaren ligt de hogedruk in maart bij IJsland en Groenland en zien we in april en mei steeds lagedrukgebieden boven Scandinavië. Hogedruk in maart bij IJsland en Groenland ligt dit jaar echter niet voor de hand door de sterke straalstroom en poolwervel van dit moment. De verschillende berekeningen laten wel de ruimte voor de warme variant.

Warmere lente dus, zonneschijn en neerslag onzeker

Al met al ziet het ernaar uit dat de kans op een warmere dan normale lente dit jaar, ook gezien de voorgeschiedenis in de winter, vrij groot lijkt. Alle drie de lentemaanden zouden met bovennormale temperaturen uit de bus kunnen komen, waarbij de nadruk vooralsnog wellicht op de maartmaand lijkt te liggen. Voor de neerslag en de hoeveelheid zonneschijn is het signaal minder duidelijk. De kans op een nog wisselvallige maartmaand is, gezien de achtergrondfactoren en de drukverdeling van dit moment, nog relatief groot. Daarna hangt waarschijnlijk veel af van het moment waarop de poolwervel stilvalt en hogedrukgebieden bij ons het heft in handen kunnen nemen.

Reinout van den BornChef Redactie