Mooie zaagtand
In de weerberichten op bijvoorbeeld televisie wordt er voor de langere termijn wel eens gekeken naar de zogeheten pluim, een grafiek met daarin de tientallen berekeningen van verschillende weermodellen in lijnvorm. Zodra we in die grafiek een duidelijke zaagtand zien voor wat betreft de temperatuur, dus een afwisseling van koude nachten en relatief warme middagen, dan weten we dat we te maken hebben met een vrij helder weertype. We noemen dit dagelijkse gang.Als we naar de huidige pluim kijken, zien we die ‘zaagtand’ ook heel mooi. De nachten zijn koud, dus die zitten vrij laag in de grafiek. Overdag warmt het met (vaak) flink wat zon alweer behoorlijk op en die lijntjes zitten juist weer relatief hoog in de grafiek. Over een hele week genomen zie je die lijnen in de grafiek dus dagelijks van laag naar hoog en weer omlaag gaan, ofwel er ontstaat een zaagtand.
Heldere nachten
Een heel herkenbaar beeld als er een hogedrukgebied in onze omgeving aanwezig is. Deze houdt storingen namelijk vaak op afstand en de kans is dan ook groot op vrij helder weer, met bovendien ook weinig wind. En juist onder een heldere hemel en met nauwelijks wind koelt het in de nachten in deze tijd van het jaar gemakkelijk sterk af. Dat zien we ook nu. De aarde koelt in de nacht af en de warmte die daarbij vrijkomt, verdwijnt bij helder en bijna windstil weer uiteindelijk in de ruimte. Het kwik zakt in deze tijd van het jaar dan nog gemakkelijk (ruim) onder het vriespunt. Als er bewolking aanwezig is, gebeurt dit minder snel. Bewolking werkt namelijk als een isolerende laag, waardoor de warmte niet kan ontsnappen. De minimumtemperaturen komen dan over het algemeen hoger uit.
Zon warmt op
Overdag is het juist andersom. Bij helder weer is er meteen flink wat ruimte voor de zon, waarna het aardoppervlak na een koude nacht weer snel opwarmt en dus ook de lucht erboven. Op een zonnige dag kan de temperatuur dan ook flink stijgen en dat zien we op dit moment ook. Vanmiddag warmt het in de zuidelijke helft van het land, na een nacht met lichte vorst, alweer op naar 10 tot 12 graden. Hangt er overdag juist meer bewolking, dan weerhoudt dit de zon er juist van om de aarde op te warmen. Dit gebeurt natuurlijk nog steeds wel, maar het gaat veel minder snel dan bij helder weer.
Wel of geen wind
De wind speelt hierbij ook een vrij grote rol. Staat er namelijk wind, dan worden de verschillende luchtlagen van dichtbij de grond tot hoog in de atmosfeer gemengd en wordt het minder koud. Warmere lucht mengt met koudere lucht en dat betekent dat de temperatuur ’s nachts bijvoorbeeld veel minder makkelijk tot onder het vriespunt daalt. En ditzelfde geldt ook weer voor overdag, want als er nauwelijks wind staat, voelt het veel warmer aan dan als het flink waait. De wind mengt ook dan de diverse luchtlagen, van hoog tot laag. En dan kan het dichtbij de grond wel goed opwarmen, maar als het hoger in de atmosfeer koud is en het waait stevig, ligt de gevoelstemperatuur veel lager.
Rustige weer houdt aan
Voorlopig zien we die zaagtand nog mooi terug in de pluim, want we blijven komende tijd onder invloed van hogedrukgebieden. Het huidige hogedrukgebied dat nu boven Zuid-Scandinavië ligt, schuift weg, maar vanaf de Atlantische Oceaan komt al snel weer een volgende opzetten. Tussen die beide hogedrukgebieden wordt er vooral zondag en maandag met een noordelijke wind vochtigere lucht aangevoerd, waardoor er op die dagen ook wat bewolking aanwezig is, maar vanaf dinsdag draait de wind terug naar het drogere oosten en keert het bijna lenteachtige weer bij ons terug. Pas eind volgende week wordt het weer wisselvalliger en worden de nachten ook weer minder koud. De zaagtand wordt dan weer minder duidelijk zichtbaar in de pluim!