Smeltseizoen Noordpool komt uiterst rustig op gang
Het smeltseizoen in het noordpoolgebied is begonnen. Tot nu toe verloopt het trager dan normaal. Met een gemiddelde bedekking van 12,88 miljoen vierkante kilometer was de ijsbedekking van Arctische Oceaan dan ook de hoogste sinds 2013.Toch lag de hoeveelheid zeeijs nog steeds beneden normaal, zo’n 410.000 vierkante kilometer. Mei 2022 stond daarmee duidelijk in de onderste helft van de ranglijst, op de 14e plek van onderen. Inmiddels hebben zich in het zeeijs meerdere gaten gevormd die er voor zullen zorgen dat het smelten van het ijs de komende tijd versnelt.
Warm aan de randen
Het relatief trage tempo waarmee het ijs smolt, had met de temperaturen in het hoge noorden te maken. Boven de Arctische Oceaan waren die ongeveer normaal voor de tijd van het jaar, meer naar de randen bij Siberië, Groenland en Canada was het wel warmer. Dat zijn nu de plekken waar je het zeeijs ziet afkalven, vooral op die plaatsen waar de wind aflandig was en nu nog steeds is. Hier ontstaan steeds meer openingen in het ijs.
Smelttempo ijs hangt van veel dingen af
Het tempo van smelten van het zeeijs hangt van meerdere dingen af. Zo speelt de dikte van het ijs (nu gemiddeld 1,8 meter) een rol. Verder zijn de wind, zeestromingen en watertemperaturen belangrijk. Heel belangrijk is verder het weer. Hoe meer de zon schijnt, hoe harder het vaak gaat, hoe meer wolken er zijn, des te beter kan het ijs vaak worden geconserveerd. Als laatste spelen luchttemperaturen en luchtdruksystemen een grote rol. Ligt er een lagedrukgebied boven de Arctische Oceaan, dan waait de wind daar links omheen en iets naar binnen. Het ijs waait dan mooi naar elkaar toe en kan zich beter handhaven. Bij een hogedrukgebied gaat het andersom en wordt het ijs uit elkaar geblazen. Als het ijs minder goed tegen elkaar aanligt, is het veel gevoeliger voor afsmelt.
Zuidpoolgebied minder ijs dan normaal
Aan de andere kant van de wereld in het Zuidpoolgebied is het nu winter en groeit de ijsbedekking weer aan. Daar ligt er, door een vertraging in de groei aan het einde van mei, duidelijk minder zeeijs dan normaal. Sterker nog: het zit er zelfs tegen de laagterecords voor deze tijd van het jaar aan. Gelukkig is de groei er inmiddels weer ingekomen, maar doordat die gemiddeld verloopt, blijft de afstand met normaal onverminderd groot.