Foto gemaakt door N.T. Dobbs  - Londen - De Zuil van Nelson tijdens de killersmog in december 1952 in Londen.
Foto gemaakt door N.T. Dobbs LondenDe Zuil van Nelson tijdens de killersmog in december 1952 in Londen.
Nu

Twaalfduizend doden door killersmog in Londen in december 1952

Als de atmosfeer tot stilstand komt en koude lucht aan het aardoppervlak onder warmere op wat grotere hoogte opgesloten raakt, kunnen gemakkelijk mist en laaghangende bewolking ontstaan. We weten er ook dit jaar alles van. Vroeger, toen we het met luchtverontreiniging nog niet zo nauw namen, lag dan zomaar een ramp op de loer. Gisteren schreven we al over de historische mist in Nederland van 5 december 1962, 60 jaar geleden. Vandaag komt de killersmog in Londen aan bod, nu precies 70 jaar geleden.

De killersmog. die van 5 tot en met 8 december 1952 de Britse hoofdstad Londen trof, was een enorme ramp. Twaalfduizend mensen verloren het leven en van nog eens honderdvijftigduizend anderen raakte de gezondheid beschadigd. De smogmist had die dagen een zicht van soms minder dan een meter.

Het was in de periode voorafgaande aan de ramp in grote delen van Engeland koud geweest. Een hogedrukgebied vanuit het noorden trok via Schotland naar het zuiden en aan de oostflank ervan voerden noordelijke winden koude lucht aan. Op diverse plaatsen lag sneeuw en in de nachten vroor het vaak meerdere graden. Veel mensen hadden het koud in huis.

Eerst vonden de Londenaren het niets bijzonders

Toen het hogedrukgebied in de nacht naar vrijdag 5 december boven de omgeving van Londen terechtkwam, viel de wind weg. Het was helder en vanuit het zuidwesten begon de bovenlucht op te warmen. Tegelijkertijd handhaafde de kou van de voorgaande dagen zich aan de grond. Zie hier de analogie met de gebeurtenissen in Nederland in 1962. Omdat er geen wind meer was, lag de atmosfeer volkomen stil. Er ontstond mist. In de ochtend van 5 december was die nog niet zo dik en de mensen in de stad vonden er nog weinig bijzonders aan, gewend als ze waren aan de vele smogsituaties in de stad uit het verleden.

Het was koud in Londen. In de nacht wees de thermometer in Reading, een stad net buiten Londen, een minimumtemperatuur van -4 graden aan. Overdag werd het daar nog een graad of 4 boven nul. De Londenaren stookten hun kolenkachels nog eens extra op en ook de kolengestookte energiecentrales trokken er flink aan. De luchtvervuiling die zo ontstond, kon door de inversie (de warme luchtlaag) boven de stad geen kant op. Ook het autoverkeer en de met diesel aangedreven bussen, die net in de plaats van de elektrische tram van vroeger waren gekomen, leverden hun aandeel.

Zichten liepen extreem ver terug

Was overdag de zon door de mist heen nog wel te zien, in de avond, toen de temperaturen weer daalden, werd de mist dikker en dikker. Het was, door alle reacties die zich in de luchtverontreiniging afspeelde, een gelige, soms zelfs wat zwarte mist. De zichten liepen terug, vooral in de delen van de stad waar weinig verkeer was. De lucht bewoog er niet en de mist werd niet meer verdund. De volgende nacht daalde de temperatuur in Reading tot -5 graden, om op 6 december niet meer boven het vriespunt uit te komen. De Londenaren gingen nog harder stoken.

Er ontstond een rampzalige situatie. De zichten bleven teruglopen, in de nachten tot soms minder dan een meter. Met uitzondering van de ondergrondse kwam het verkeer tot stilstand. Er was geen beginnen meer aan. Mensen werden ziek en moesten zelf in het ziekenhuis zien te komen. Dat ging op de tast, want de mist was zo dicht dat je vanaf ooghoogte zelfs de stoep niet meer kon zien. Het besef begon door te dringen dat dit een heel uitzonderlijke situatie was.

Ook binnen kon je niets meer zien

Niet alleen buiten de deur leverde de smog overlast op. De totaal verziekte lucht drong ook meer en meer binnen door. In bioscopen werd het zicht zo slecht dat mensen de zaal verlieten: zo konden het scherm niet meer zien. Concerten moesten worden stilgelegd. Ook op 7 en 8 december werd de situatie niet veel beter en hield de rampspoed aan. Pas toen op 9 december een zuidwestenwind opstak, kwam de killersmog in beweging en werd de lucht in de Engelse hoofdstad weer schoon geblazen. De inwoners van de stad konden opgelucht ademhalen.

De gevolgen van de killersmog waren immens. Al snel werd duidelijk dat ongeveer vierduizend mensen het leven hadden verloren en dat een veelvoud daarvan gezondheidsschade had opgelopen. Latere onderzoeken lieten zien dat het aantal doden mogelijk zelfs 12.000 heeft bedragen en het aantal mensen met gezondheidsschade mogelijk wel zo’n 150.000.

Het eerste milieubewustzijn ontstond

De ramp van december 1952 leidde ertoe dat het milieu voor het eerst in het brandpunt van de aandacht kwam. Dit mocht nooit meer gebeuren, vond iedereen. De eerste milieumaatregelen lieten niet lang op zich wachten en in 1956 werd de zogenoemde ‘Clean Air act’ aangenomen. Inmiddels is de lucht in grote delen van Europa veel schoner en kunnen rampen zoals die van toen zich hier niet meer herhalen. In Azië, in een land als China waar nog wel veel steenkool wordt gebruikt, is de lucht in de grote steden nog wel vaak verduisterd door smog, vooral tijdens de wintermaanden. Als je een idee wilt hebben hoe het hier toen was, moet je foto’s van daar bekijken.

In Nederland hadden we de laatste dagen niet met smog, maar wel vaak met laaghangende bewolking te maken, door de combinatie van koude lucht aan de grond, warmere erboven en een oostelijke wind. Vandaag en morgen krijgen we de zon wel weer te zien. De bovenlucht wordt kouder, waardoor gaten in de bewolking vallen. Wel kunnen vanaf zee buien binnendrijven die de komende dagen steeds meer een winters karakter krijgen.

Reinout van den BornChef Redactie