Tweede hittedag: net geen 40 graden
En zo werd het toch weer bijna 40 graden in Nederland. Het was Maastricht die er met 39,5 graden met de hoogste temperatuur vandoor ging. Op de tweede plek volgde het Zeeuwse Westdorpe met 39,1 graden en Wilhelminadorp, ook in Zeeland, kwam met 38,6 graden op de derde plek. Alle drie de stations verbraken het tot 2019 geldende record van Warnsveld, dat sinds 1944 op 38,6 graden stond. Recordhouder blijft Gilze-Rijen met 40,7 graden, gevestigd op 25 juli 2019. De Bilt bleef met 35,5 graden ver van zijn eigen record.Het is nog maar net 7 uur in de ochtend als ik in Velp op mijn fiets spring om, net voor de hitte uit, nog even een rondje te maken over de heuvels van de Veluwezoom. Ons weerstation wijst 17,8 graden aan. Het is ook heerlijk koel als ik mijn eerste meters maak. Al gauw gaat de weg omhoog en wordt het, zoals bijna altijd in dit soort omstandigheden, snel warmer. Op een meter of 80 hoogte aangekomen, aan de noordkant van Arnhem, moet het ruim boven de 25 graden zijn. Al snel begin ik behoorlijk te zweten.
Bij Schaarsbergen naar beneden wordt het weer heerlijk fris en zo wisselen relatief koud en warm elkaar een aantal keren af. Onderweg is goed te zien hoe één dag hitte veel gras geel heeft gemaakt. Ook in onze omgeving is het al een tijdlang droog en de natuur heeft het moeilijk door wéér een droge en warme zomer. Veel bladeren aan de bodem hangen er slapjes bij, steeds meer berken laten hun blad vallen. Een aantal van de karakteristieke bomen heeft de afgelopen jaren al het loodje gelegd. Het zullen er meer worden.
Hooglanders
Tegenover Zweefvliegcentrum Terlet schiet ik het fietspad op dat langs de rand van het Terletseveld naar het oosten gaat. Je rijdt hier aan de rand van een heideveld (nu vooral pijpenstrootje) onder oude beukenbomen door. Een deel van de ongeveer 700 dieren tellende hooglanderpopulatie die de Veluwezoom rijk is, schuilt hier jaarlijks voor de warmte. Ook nu zijn er tientallen onder de bomen te vinden. Er loopt een stier op het fietspad die mij de weg verspert. Ik moet over de zandweg ernaast. Een boswachter komt aangereden en passeert net wat te hard, een flinke stofwolk achterlatend. De dieren schrikken en worden erg onrustig. Ik fiets gauw verder en rijd nog een hele tijd door het stof.
Op het hoogste punt, iets boven 100 meter bij de brandtoren, is het warm. Met de felle zon op mijn kruin fiets ik snel verder. Daarna gaat het, naar beneden, door het bos en door één van de mooiste stukjes natuur die ik ken, weer terug naar huis. Het is bij Deelen, waar een KNMI-station is, inmiddels al bijna 28 graden. En nog geen 9 uur. Het gaat hard.
Stationsrecords
Dat zal de hele dag zo blijven. Steeds meer stations vliegen door de tropische grens van 30 graden heen, uiteindelijk ook alle Waddeneilanden. Meerdere stations verbreken hun stationsrecords, zoals Den Helder en Wijk aan Zee, maar de belangrijkste records blijven staan en heel veel stations komen met een tweede plaats uit de bus.
Een bijzondere tweede plaats is die van Maastricht, die met een luchtvochtigheid van 9 procent de laagste luchtvochtigheid ooit in een Nederlandse zomer aantekent, maar in totaal een tweede plaats pakt omdat de lucht in 1964 in De Bilt ooit nog droger was. Toen werd op 9 maart een luchtvochtigheid van slechts 8 procent gemeten. Het zijn waarden die in een woestijn niet misstaan. Daardoor is de warmte vandaag ook ‘te doen’.
Omdat ik dat zelf ook weleens wil ondervinden, ga ik op het heetst van de dag naar buiten. Ons eigen weerstation geeft 37,5 graden aan, de zon schijnt fel aan een onbewolkte hemel en er waait een verduveld warme wind. Als ik buiten loop, probeer ik uit te vinden of mijn adem, zoals collega Jelmer van der Graaff ons schreef toen hij met bijna 45 graden door Sevilla liep, ook kouder is dan de lucht buiten. Ik merk nauwelijks verschil. Daarvoor is het met 37 graden gewoon nog niet heet genoeg. Het moet nog warmer.
Oude eik
Maar warmer wordt het niet meer. Ook al is het erg heet, toch is er behoorlijk wat actie om me heen. Allerlei auto’s passeren, met de ramen dicht vanwege airco en zo, en er zijn ook nog fietsers onderweg. Op de terrasjes is het rustig. De mensen die er zitten, zitten in de schaduw en bewegen zich zo min mogelijk. Langs de weg loop ik naar het park, vlakbij ons huis. Ook hier is het gras bruin geworden. Midden op het veld staat een 230 jaar oude eik, echt een enorme boom. Ook die maakt in zijn bestaan een unieke dag mee. Verspreid over het park zitten een paar mensen in de schaduw. Ook hier is het stil.
Ondanks de droge lucht en de stevige wind begin ik het warm te krijgen en loop weer naar huis. Eenmaal binnen heb ik in de woonkamer, waar de temperatuur 25 graden is, toch even tijd nodig om weer af te koelen. Ook mijn kleren zijn verhit. Via onze groepsapp meld ik dat ik het warm vind. Collega Jelmer reageert meteen vanuit Parijs, waar hij de hele dag al in 40 graden buiten loopt. Zo’n beetje warmte hier, dat stelt toch niks voor, is de strekking van zijn bericht. 40 graden is goed te doen. Inderdaad is het goed te doen, maar dat gaat waarschijnlijk beter als je, zoals hij, 19 bent. Ik moet toch eerst een beetje afkoelen.