Waar kwam de ‘hittegolf’ op de zuidpool vandaan?
Temperaturen die tot wel 35 graden boven normaal lagen; het gebeurde onlangs op de zuidpool en was wereldwijd in het nieuws. De wetenschap stond op zijn achterste benen. Zo’n enorme afwijking ten opzichte van de normaal was nog niet eerder gesignaleerd. En de situatie was helemaal bijzonder omdat in het noordpoolgebied, ongeveer tegelijkertijd, iets vergelijkbaars gebeurde. Wat was er nu precies aan de hand?Zowel in het noord- als in het zuidpoolgebied kijk je, als er van extreme temperatuurafwijkingen sprake is, meteen naar de straalstroom. Beide gebieden zijn koudepolen en genereren rivieren van wind om zich heen, aan het aardoppervlak, maar vooral in de hogere delen van de atmosfeer. Die wind zich bevindt zich op de plaats waar de koude lucht van de pool en de warmere er omheen bij elkaar komen.
Als een cirkel
Hoe groter de temperatuurverschillen op die plaats zijn, hoe harder het waait. Hoe ‘rechter’ ook de windbaan die ervan het gevolg is. Bekijk je dit van enige hoogte, dan zou zo’n straalstroom idealiter als een cirkel om de pool heen draaien. Nu is de situatie bijna nooit ideaal, dus zie je altijd verschillen met wat je graag zou willen zien. Verschillen die groter worden, naarmate de kracht van de straalstroom afneemt. Het is net als met een rivier: hoe geringer het verval en de stroomsnelheid ervan, hoe meer bochten erin trekken. Bij de straalstroom is het niet anders. Zulke bochten kunnen grote invloed hebben.
In de periode van 16 tot en met 18 maart was het op de zuidpool niet anders. De combinatie van een lagedrukgebied bij het Australische Perth en een hogedrukgebied ten zuidoosten van Nieuw-Zeeland (vooral dit hogedrukgebied lag op een uiterst ongewone plaats) had ervoor gezorgd dat zich in de straalstroom rond de zuidpool een enorme bocht had gevormd. Het gevolg ervan was dat warme en vochtige lucht, afkomstig vanuit het oosten van Australië, vanaf de Tasmaanse Zee helemaal tot boven Antarctica kon komen.
Condensatie levert warmte op
Meteen aan de antarctische kustlijn leidde dit tot hoge temperaturen. De onderzoeksstations Casey en Dumont d’Urville maten temperaturen van respectievelijk 6 en 4 graden boven nul. Verder viel er in de vochtige lucht erg veel regen. Op zijn weg omhoog, het oostelijke ijsplateau van Antarctica op, koelde de lucht maar heel langzaam af. Belangrijkste oorzaak hiervan was opnieuw de hoge luchtvochtigheid en het feit dat zich steeds bewolking vormde. Bij condensatie, dat het tegenovergestelde van verdamping is, komt warmte vrij. In dit geval was dat zoveel dat de lucht maar langzaam afkoelde. Tegelijkertijd viel er veel neerlag. In de nabijheid van de kust was dat regen, hogerop vooral sneeuw.
Toen de warme lucht bij de hoog op het ijsplateau gelegen onderzoeksstations Vostok (Rusland) en Dome Concordia (Europa) aankwam, waren de afwijkingen ten opzichte van wat normaal tot rond 35 graden opgelopen, een verschil dat op die manier op aarde eigenlijk nog nooit eerder was gemeten, zo weten we nu ook. Het vroor op beide stations nog wel, maar normaal was het echt heel veel kouder. Door al dat vocht in de lucht dus.
Wetenschappers schrokken
Wetenschappers schrokken zich kapot, toen ze de afwijkingen zagen. Het grappige was dat op hetzelfde moment in het noordpoolgebied iets vergelijksbaars gebeurde. Warme lucht, afkomstig vanuit het noorden van Afrika, werd in een langgerekte zuidelijke windbaan via het westen van Europa en ook Nederland helemaal tot boven de geografische noordpool geblazen. Terwijl het op Spitsbergen enkele dagen lang pijpenstelen regende bij temperaturen tussen 4 en 6 graden boven nul, kwam het kwik zelfs op de geografische noordpool even boven het vriespunt Ook dat was een unieke gebeurtenis.
Behalve een gril van het weer, waren de ‘hittegolven’ boven beide polen een nieuwe aanwijzing voor wat voortschrijdende klimaatverandering teweeg kan brengen. Omdat de polen sneller opwarmen dan de gebieden bij de evenaar, nemen de temperatuurverschillen, die de straalstromen veroorzaken af. Hierdoor kunnen er vaker (grote) bochten intrekken en kunnen uitzonderlijke gebeurtenissen als deze in de toekomst vaker optreden.